Wibra past de cao juist toe en handelt niet in strijd met goed werkgeverschap door werknemers de uren die zij tijdens de lockdown niet hebben gewerkt, te laten werken. Dat oordeelt de kantonrechter Zutphen op 5 juli 2021.
Flexibel contract
Wibra liet haar werknemers met een flexibel contract tijdens de lockdown zoveel mogelijk werken. Voor zover dat niet kon, registreerde Wibra de niet gewerkte uren als min-uren. De werknemers moeten deze min-uren inhalen in de rest van het jaar 2021.
Wibra en haar werknemers zijn gebonden aan de cao Retail non-food (cao). In artikel 4 van de cao is bepaald dat werknemers een flexibel contract kunnen hebben.
Werknemers met een flexibel contract moeten een gemiddeld aantal uren per week werken, waarvoor zij een vast loon ontvangen. Aan het eind van het jaar worden teveel gewerkte uren alsnog uitbetaald en minder gewerkte uren vervallen.
Voor ziek en piek
Geen goed werkgever
Dat Wibra tijdens de coronaperiode geen gebruik heeft gemaakt van oproep- en uitzendkrachten, waar zij in normale tijden naar eigen zeggen beperkt gebruik van maakt, ligt voor de hand. Op die categorie richt de NOW-regeling zich echter niet.’
Niet strijdig met cao
Inroosteren in overleg
Het inroosteren gebeurt in goed overleg met de werknemer en er zijn grenzen aan het maximaal aantal uren dat ingehaald moeten worden. Het gaat overigens slechts om 40 minuten per werknemer in de resterende 35 weken van 2021. Dit is niet onaanvaardbaar. De FNV maakt Wibra ten onrechte het verwijt dat zij niet als goed werkgever handelt, oordeelt de kantonrechter.
‘Dat het inhalen van de min-uren, waarvan Wibra heeft gesteld dat dit gedurende de gehele rest van het jaar zal mogen gebeuren met inachtneming van de bandbreedtes in de cao, tot onaanvaardbare resultaten zal leiden, heeft de FNV niet onderbouwd.
Wibra daarentegen heeft cijfermatig inzichtelijke gemaakt dat slechts 7% van het totale winkelpersoneel een percentage min-uren heeft opgebouwd van meer dan 15% in verhouding tot de gemiddeld overeengekomen arbeidsduur en dat slechts bij 2 personeelsleden het percentage van 35% is overschreven. Gemiddeld dient het winkelpersoneel over de resterende weken van 2021 40 minuten aan min-uren boven het aantal basisuren te werken.’
Reactie FNV
De cao Winkelstraat werkt in het nadeel van de werknemers van Wibra. Dat concludeert FNV naar aanleiding van de uitspraak van de rechter in deze zaak van FNV tegen Wibra over niet gewerkte uren tijdens de lockdown.
De FNV bestudeert de uitspraak en bekijkt of verdere juridische stappen kunnen worden genomen.
In de uitspraak gaat de rechter mee met het betoog van Wibra dat het ‘maar om 40 minuten per week’ gaat.
Linda Vermeulen, bestuurder FNV Handel:
‘Bij de FNV komen voorbeelden binnen van 40, 50 of meer dan 100 uur die medewerkers deze zomer moeten inhalen. Overigens zou 40 minuten op een contract van 21 uur per week ook al veel en onredelijk zijn voor mensen met een kleine arbeidsomvang en een laag loon’.
NOW-regeling
Verder lijkt het er volgens de FNV op dat de rechter zich niet heeft gerealiseerd dat de NOW-regeling niet alleen betrekking heeft op vaste krachten, maar juist ook op uitzend- en oproepkrachten.
Vermeulen: ‘Juist deze groep wordt door Wibra extra benadeeld. Zij misten al uren tijdens de lockdown en nu met het inhalen van de min-uren, vullen vaste krachten uren in, die normaal door uitzend- en oproepkrachten zouden worden ingevuld.’
Uitspraak Rechtbank Gelderland, 5 juli 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:3414