Betalingen voor privégebruik auto die de werknemer doet aan anderen mag je alleen in mindering brengen op de bijtelling als het om intermediaire kosten gaat.
Intermediaire kosten
Vergoedingen voor intermediaire kosten zijn vergoedingen voor bedragen die de werknemer meestal in opdracht en voor rekening van de werkgever voorschiet. Deze vergoedingen zijn geen loon voor de werknemer en je kunt deze onbelast vergoeden.
Als de werkgever zaken die de werknemer heeft voorgeschoten, daarna aan hem verstrekt of ter beschikking stelt, kan wel weer sprake zijn van loon. Intermediaire kosten kunnen ook deel uitmaken van een vaste kostenvergoeding
Voorbeeld
De werknemer maakt voor zijn werk een rit in een auto van het bedrijf. Deze werknemer tankt onderweg en rekent zelf de benzine af. De benzinekosten die de werkgever aan de werknemer vergoedt, zijn vergoedingen voor intermediaire kosten en dus onbelast.
In mindering op bijtelling
Vooral in vakantietijd komt het geregeld voor dat een werknemer een auto van de zaak meeneemt en bijvoorbeeld in het buitenland benzine- en tolkosten betaalt. Deze kosten mag je alleen onder de volgende voorwaarden als eigen bijdrage op de bijtelling in mindering brengen:
- De werknemer spreekt vooraf met de werkgever af dat hij de betaling voor of namens de werkgever doet.
- De werknemer specificeert de (omvang van de) kosten voor de werkgever.
- De werkgever merkt deze betaling aan als eigen bijdrage voor privégebruik auto.
- De werkgever vergoedt de betaling niet, maar brengt deze in mindering op de bijtelling.
Voorbeelden van betalingen aan derden zijn:
- brandstofkosten;
- tolkosten;
- kosten van wasstraat;
- parkeerkosten;
- reparatiekosten.
Meer informatie in paragraaf 23.3.7 Bijtelling privégebruik auto en eigen bijdrage werknemer van het Handboek Loonheffingen 2021