De werkgever betaalt bij bijvoorbeeld zwangerschap van een werkneemster het loon door. In de huidige praktijk wordt vaak de Wazo-uitkering niet afzonderlijk geadministreerd en aangegeven in de aangifte loonheffingen.
Met het nieuwe besluit inzake de IKV moet vanaf 1 januari 2023 de Wazo-uitkering in een aparte IKV in de loonaangifte worden opgenomen. Een eventuele aanvulling op de uitkering moet in een rubriek in de IKV van de dienstbetrekking worden aangegeven. Hoe zit het precies?
Wat zijn de gevolgen voor de inkomstenverhouding (IKV) als de werkgever een werkgeversbetaling ZW of Wazo ontvangt en hoe zit het bij een eigenrisicodrager die een uitkering betaalt? En moet je een afzonderlijk IKV aanmaken bij de uitkering via een overheidswerkgever of een uitkering en aanvulling hierop door een voormalig werkgever? Acht vragen en antwoorden.
1 Werkgeversbetaling ZW of Wazo
Een werkgever ontvangt een werkgeversbetaling ZW of Wazo (uitkering wegens bevalling of adoptie, aanvullend geboorteverlof of ouderschapsverlof), of een andere uitkering, en betaalt deze namens UWV aan de werknemer door, met eventueel een aanvulling op de uitkering. Wat zijn de gevolgen voor de IKV?
De werkgever betaalt namens het UWV de uitkering waarop de werknemer recht heeft. Hij handelt
dus als uitkeringsverstrekker en niet als betaler van loon uit een arbeidsovereenkomst.
Werkgeversbetaling in nieuw IKV
De werkgeversbetaling die de werkgever doet voor de ZW of de Wazo (uitkering wegens bevalling of
adoptie, aanvullend geboorteverlof of ouderschapsverlof), of andere uitkering geeft hij aan in een
nieuwe IKV met als begindatum de datum van aanvang van het uitkeringsrecht.
Aanvulling in bestaande IKV
De IKV van de arbeidsovereenkomst blijft doorlopen, ook als er naast de uitkering geen aanvulling wordt verstrekt. Een eventuele aanvulling op de uitkering geeft de werkgever aan in de al bestaande IKV
voor de arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de aanvulling vult hij in als loon (SV en LH), en ook
in het gegevensveld “uitbetaalde bedrag aanvulling op de uitkering”.
De werkgever geeft de uitkering en de aanvulling op de uitkering dus in twee aparte IKV’s aan.
ZW-uitkering incl. vakantiebijslag
UWV betaalt de ZW-uitkering vierwekelijks via de werkgever. De ZW-uitkering die UWV via de werkgever betaalt is inclusief vakantiebijslag; deze wordt bij uitkering op grond van de ZW door UWV niet gereserveerd.
UWV betaalt de uitkering achteraf uit aan de werkgever. Deze betaling bestaat uit het bruto
uitkeringsbedrag plus opslag wegens premie werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke
bijdrage Zvw.
Voorschot in IKV uitkering
Veel werkgevers betalen dan een voorschot op de uitkering, vaak ter grootte van de loondoorbetaling, of een percentage van het loon. Dit voorschot wordt dan in de IKV van de uitkering opgenomen.
Aangifte corrigeren
Als het uitkeringsbedrag later hoger of lager blijkt te zijn en de werkgever een nabetaling doet aan
de werknemer of een verrekening toepast, corrigeert hij de aangifte van de IKV met de uitkering en de IKV met het loon, op de wijze die normaal ook wordt toegepast bij nabetalingen en verrekeningen.
Als de bedragen niet worden gecorrigeerd, kan dat betekenen dat teveel of te weinig premie wordt berekend. Ook kunnen niet-gecorrigeerde verschillen doorwerken in een al lopende of later dat jaar nog te berekenen en nieuwe uitkering.
2 Werkgeversbetaling ZW of Wazo en loon
Een werkgever ontvangt een werkgeversbetaling ZW of Wazo (uitkering wegens bevalling of adoptie, aanvullend geboorteverlof of ouderschapsverlof), of een andere uitkering, en betaalt deze namens UWV aan de werknemer door. Daarnaast betaalt de werkgever loon voor werkzaamheden die nog worden verricht. Wat zijn de gevolgen voor de IKV?
Loon en uitkering in afzonderlijke IKV
Het loon en de uitkering moeten elk in een afzonderlijke IKV worden opgenomen.
Voor de opgave van het loon uit de dienstbetrekking blijft de werkgever aangifte doen onder de
inkomstenverhouding die voor die dienstbetrekking bestond.
De werkgever betaalt namens het UWV de uitkering waarop de werknemer recht heeft. Hij handelt dus als uitkeringsverstrekker en niet als betaler van loon uit een dienstbetrekking. Voor de opgave van de uitkering doet de werkgever aangifte in een nieuwe IKV met als begindatum de datum van aanvang van het uitkeringsrecht.
De werkgever doet dus aangifte in twee IKV’s.
Aanvulling op uitkering
Als ook een aanvulling op de uitkering wordt verstrekt, wordt dit bedrag opgenomen in de IKV van de arbeidsovereenkomst. In dat geval komt het bedrag van de aanvulling ook in het SV-loon van de IKV waarin het loon wordt verantwoord.
Het bedrag van de aanvulling vult de werkgever in als onderdeel van het loon (SV en LH), en ook in het gegevensveld “uitbetaalde bedrag aanvulling op de uitkering”. Dit voorkomt dat UWV gegevens over de samenstelling van de betaling moet uitvragen bij de werknemer.
Het bedrag van de aanvulling wordt doorgaans niet betrokken in de uitkeringsvaststelling, het loon zelf (zonder de aanvulling) is meestal wel van belang.
3 Uitkering via overheidswerkgever
Tijdens de dienstbetrekking ontvangt een werknemer een uitkering die via zijn overheidswerkgever wordt uitbetaald. De werkgever vult de uitkering aan. Hoeveel IKV’s moeten worden gemaakt?
Aanvulling in bestaande IKV
De aanvulling op de uitkering geeft de werkgever aan in de al bestaande IKV voor de
arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de aanvulling vult hij in als loon (SV en LH), en ook in het
gegevensveld “uitbetaalde bedrag aanvulling op de uitkering”.
De werkgever draagt over dat loon de premies voor de werknemersverzekeringen af, waaronder de Ufo-premie. In de aangifte van de IKV over het loon vermeldt hij het bedrag van de aanvulling ook in het gegevensveld “uitbetaalde bedrag aanvulling op de uitkering”.
Opgave uitkering in nieuw IKV
Voor de opgave van de uitkering doet de werkgever loonaangifte in een nieuwe IKV met als begindatum de datum van aanvang van het uitkeringsrecht. Over de uitkering draagt hij de premies werknemersverzekeringen af, maar geen Ufo- of AWf-premie.
De werkgever geeft de uitkering en de aanvulling op de uitkering dus in twee aparte IKV’s aan.
4 Uitkering oud-werkgever
Na afloop van de dienstbetrekking ontvangt een werknemer een uitkering die de voormalige werkgever uitbetaalt. Deze werkgever vult de uitkering aan. Hoeveel IKV’s moeten worden gemaakt?
Een werknemer ontvangt na het einde van de arbeidsovereenkomst een uitkering die door de
voormalige werkgever wordt betaald. De werkgever vult deze uitkering aan.
Uitkering en aanvulling in aparte IKV
Voor de betaling van de uitkering en voor de aanvulling op de uitkering moeten aparte IKV’s worden gebruikt.
De aanvulling op de uitkering na afloop van de dienstbetrekking is geen loon SV waarop premies
werknemersverzekeringen moeten worden afgedragen.
De voormalige werkgever geeft de uitkering aan in een IKV met de passende code soort IKV, en de aanvulling op de uitkering in een andere IKV met de code soort IKV 61.
De IKV van de arbeidsovereenkomst moet worden beëindigd met als einddatum de dag waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.
5 Eigenrisicodrager en uitkering
Een werkgever die eigenrisicodrager ZW of WGA is, betaalt een uitkering. Moet een nieuwe IKV worden gebruikt?
Nieuwe IKV voor uitkering
De werkgever is eigenrisicodrager voor de Ziektewet of WGA en betaalt zelf de ZW- of WGA-uitkering. Voor de uitkering moet een nieuwe IKV worden gebruikt met ingang van de dag van aanvang van de uitkering.
6 Eigenrisicodrager en opeenvolgende uitkeringen
Mogen opeenvolgende uitkeringen ZW en WGA van een werkgever die eigenrisicodrager is in dezelfde IKV worden aangegeven?
Afzonderlijke IKV voor elke uitkering
De werkgever die eigenrisicodrager voor de ZW en de WGA is, en aan een werknemer opeenvolgend een ZW- en vervolgens een WGA-uitkering betaalt, gebruikt voor elke uitkering een afzonderlijke IKV, met een eigen begin- en einddatum. Deze hebben elk een eigen code soort IKV, namelijk code soort IKV 31 respectievelijk code soort IKV 40.
7 Eigenrisicodrager en gelijktijdige uitkeringen
Een werkgever heeft twee arbeidsovereenkomsten met een werknemer, en de werknemer valt uit wegens ziekte uit beide overeenkomsten. De werkgever is eigenrisicodrager voor de ZW en de WGA. Wat zijn de gevolgen voor de IKV van gelijktijdige uitkeringen?
De werkgever deed aangifte van het loon uit beide arbeidsovereenkomsten in afzonderlijke IKV’s.
Hij kent de werknemer na einde van de arbeidsovereenkomsten uit beide overeenkomsten
ziekengeld toe. De werknemer ontvangt gelijktijdig twee ZW-uitkeringen met een eigen dagloon.
IKV voor elke ZW-uitkering
Voor elke ZW-uitkering moet een afzonderlijke IKV worden gebruikt, met eigen begin- en
einddatum en eigen nummer IKV.
Als de werknemer na afloop van de periode van het ziekengeld recht heeft op WGA-uitkering, kent UWV die uitkering toe. Een werknemer kan maar één recht op WGA-uitkering hebben. UWV kan die WGA-uitkering betalen aan de werknemer en verhalen op de eigenrisicodrager.
(Werkgevers)betaling in nieuw IKV
Bij een werkgeversbetaling of als de eigenrisicodrager zelf de betaling van de WGA-uitkering doet, doet de werkgever of eigenrisicodrager daarvan aangifte onder een nieuwe IKV, met een nieuw nummer IKV.
Inkomen uit werk in oorspronkelijke IKV
Het inkomen uit werk dat naast de uitkering wordt verricht kan in de oorspronkelijke IKV van de dienstbetrekking worden doorgegeven, zolang deze tenminste niet beëindigd is geweest en het dezelfde arbeidsovereenkomst betreft.
8 Eigenrisicodrager WGA en uitkering
Een werkgever is eigenrisicodrager WGA en heeft een werknemer in dienst aan wie hij als eigenrisicodrager daarnaast een WGA-uitkering betaalt.
Twee IKV’s
De werkgever doet aangifte in twee IKV’s: één voor de arbeidsovereenkomst met vermelding code
soort van de arbeidsovereenkomst, en één IKV voor de uitkering, met code soort IKV nr. 40.
https://www.salarisvanmorgen.nl/2020/09/29/werkgeversbetaling-uitkering-uwv-en-loonaangifte/