Ook mag de werkgever niet aan de werknemer vragen of deze is gevaccineerd. De regels ten aanzien van vaccinatie en werk op een rij.
Ieder mens mag zelf kiezen of die een coronavaccinatie neemt. Dit staat in de volgende wetten:
- Artikel 11 van de Nederlandse grondwet waarin het recht op onaantastbaarheid van het lichaam staat.
- Artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. Daarin staat dat ieder mens het recht heeft om zelf te beschikken over zijn lichamelijke integriteit.
Vraag niet om vaccinatiebewijs
De werkgever mag niet aan werknemers vragen of ze zijn gevaccineerd. Hij mag ook niet vragen om een vaccinatiebewijs. Dit mag niet vanwege hun privacy. Informatie over vaccinatie is een gezondheidsgegeven van die persoon. Gegevens over gezondheid zijn volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) bijzondere persoonsgegevens. Je mag geen bijzondere persoonsgegevens verwerken, behalve als er een uitzondering is.
Bedrijfsarts mag wel vragen
Een bedrijfsarts mag wel vragen of de werknemer is gevaccineerd, als daar een goede reden voor is. Bijvoorbeeld omdat een werknemer met kwetsbare mensen werkt. Een werknemer mag daarna zelf bepalen of hij deze vraag beantwoordt. De bedrijfsarts mag dit weer niet met de werkgever delen. De bedrijfsarts mag wel een algemeen beeld van het aantal gevaccineerde werknemers met u delen.
Ander werk of werkplek
De werkgever mag een werknemer die niet gevaccineerd is geen ander werk geven of op een andere werkplek neerzetten. De bedrijfsarts adviseert de werkgever of en hoe een medewerker aan het werk kan. Dit advies geeft de bedrijfsarts met de gegevens die hij heeft van een werknemer. Het advies mag geen gegevens bevatten die terug te leiden zijn naar één werknemer.
Waarom geen vaccinatie?
Het is belangrijk dat de werkgever weet waarom een werknemer zich niet wil laten vaccineren. Als dit om medische redenen is, kan de werknemer dit met de bedrijfsarts bespreken. Dan kan de werkgever daarna samen met de werknemer en bedrijfsarts bekijken hoe je de kans zo klein mogelijk maakt dat deze werknemer collega’s, patiënten of cliënten besmet. Bijvoorbeeld door persoonlijke beschermingsmiddelen tegen verspreiding van het coronavirus te dragen. Of door tijdelijk ander werk te gaan doen.
Naar de rechter
De werkgever of de werknemer hebben de mogelijkheid naar de rechter te stappen als je binnen de arbeidsrelatie geen overeenstemming kunt bereiken over de:
- door de werknemer (ervaren) vaccinatiedwang of vaccinatiedrang; en
- de wens om besmettingsgevaar zoveel mogelijk tegen te gaan.
Een rechter weegt de belangen van de werkgever en de werknemer af en kijkt of er is voldaan aan het:
- Noodzakelijkheidscriterium: is vaccinatie nodig voor het doel om coronabesmetting op de werkvloer zoveel mogelijk tegen te gaan?
- Proportionaliteitscriterium: hoe verhoudt een en ander zich tot de belangen van de werknemer?
- Subsidiariteitsbeginsel: kan de werknemer het doel ook op een minder ingrijpende manier bereiken?
Daarmee komt vast te staan of de instructie van de werkgever aan de werknemer om zich te laten vaccineren tegen corona redelijk was. En of de werknemer die moest opvolgen.
Niet verplicht naar werk
De werkgever kan een werknemer niet verplichten naar het werk te komen als deze gevaccineerd is. Iedereen moet zich houden aan de maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus. Dat betekent op dit moment: ‘werk thuis, tenzij het niet anders kan’.
Het advies ‘werk thuis, tenzij dit niet anders kan’ verandert. Vanaf 26 juni geldt dat werknemers die nu nog volledig thuis moeten werken in overleg met de werkgever maximaal 50 procent van hun werktijd op kantoor mogen werken. Dit kan alleen als dat mogelijk is met inachtneming van de basisregels. Op kantoor geldt de 1,5 meter regel, ook in bijvoorbeeld de lift of de kantine. Het kabinet roept op om zoveel mogelijk buiten de spits naar kantoor te gaan
Bron: Rijksoverheid.nl