Maaltijdbezorgers bij Deliveroo zijn geen zelfstandig ondernemer. Ze hebben recht op een arbeidsovereenkomst. Dat was het oordeel op 16 februari 2021 in hoger beroep in de zaak die de FNV in 2018 had aangespannen tegen Deliveroo. In 2019 kwam de rechtbank in Amsterdam al tot eenzelfde oordeel.
Heldere uitspraak
De Hoge Raad oordeelde in november 2020 al dat een papieren afspraak niet van belang is, maar dat er gekeken moet worden naar de praktijk.
Hof Amsterdam heeft dat ook gedaan en komt tot de conclusie dat alle overige elementen, waaronder de wijze van loonbetaling, het uitgeoefende gezag, de zekere tijd (met rechtsvermoeden), alsmede de genoemde overige omstandigheden meer wijzen op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst dan op de afwezigheid daarvan.
Ook heeft het hof overwogen dat het, gelet op de hoogte van het inkomen (€ 11 tot € 13 per uur) niet goed mogelijk is adequate voorzieningen te treffen in geval van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Juist die groep heeft dus een grotere behoefte dat de overeenkomst wordt gekwalificeerd als arbeidsovereenkomst, aangezien het arbeidsrecht hen die voorzieningen wel toekent.
Oordeel hof
Het hof verwoordt het als volgt:
‘Alle omstandigheden bij elkaar genomen constateert het hof dat slechts de aan de bezorgers ten aanzien van het verrichten van de arbeid gegeven vrijheid een omstandigheid is die eerder wijst op de afwezigheid dan op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst.
Alle overige elementen, waaronder de wijze van loonbetaling, het uitgeoefende gezag, de zekere tijd (met rechtsvermoeden), alsmede de genoemde overige omstandigheden wijzen meer op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst dan op de afwezigheid daarvan. De aan de bezorgers ten aanzien van het verrichten van de arbeid gegeven vrijheid is bovendien niet onverenigbaar met de kwalificatie van de overeenkomst als arbeidsovereenkomst.’
Modelovereenkomst
Deliveroo legt aan haar bezorgers sinds 1 juli 2018 een opdrachtovereenkomst voor, gebaseerd op de Algemene Modelovereenkomst van de Belastingdienst ‘geen werkgeversgezag’. Dat de Belastingdienst het werken conform deze overeenkomst aanmerkt als niet zijnde in dienstbetrekking, acht het hof in deze van minder belang.
Het model betreft immers een vooraf opgestelde overeenkomst, zonder dat daarbij rekening is (en kan worden) gehouden met de specifieke rechten en verplichtingen die voor de civiele kwalificatie wel of geen arbeidsovereenkomst van belang zijn. Ook Deliveroo stelt dat de fiscale en civiele rechtspositie niet noodzakelijk samenvallen.
Opeisen arbeidsovereenkomst
Door de uitspraak van de rechter kunnen de maaltijdbezorgers een arbeidsovereenkomst bij Deliveroo opeisen.
Zafira Boufangacha, bestuurslid FNV:
‘Maaltijdbezorgers kunnen zich bij ons melden. Met een arbeidsovereenkomst hebben de maaltijdbezorgers recht op het cao-loon, doorbetaling bij ziekte en wordt ook de tijd dat ze bij een restaurant moeten wachten doorbetaald.’
Tweede zaak
Er loopt tegen Deliveroo nog een tweede hoger beroepszaak, de zitting is 14 april. Daarbij gaat het om het toepassen van de cao beroepsgoederenvervoer. In 2019 kreeg de FNV op dit punt ook al gelijk en bepaalde de rechter dat maaltijdbezorgers van Deliveroo onder die cao vallen.
Uitspraak Hof Amsterdam, 16 februari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:392