De Tweede Kamer heeft op 2 februari over deze wet gedebatteerd. Hoewel het al verboden is om mannen en vrouwen ongelijk te belonen – volgens de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen – is deze nieuwe wet hard nodig, aldus FNV.
Bewijslast naar werkgever
Werkgevers moeten in het wetsvoorstel actief aantonen dat zij gelijk belonen voor gelijkwaardig werk. Nu ligt de bewijslast nog bij de werknemer.
‘Het is essentieel dat de bewijslast komt te liggen waar die hoort, namelijk bij werkgevers,’ schrijft Judy Hoffer, dagelijks bestuurder van vakbond FNV in een brief aan de Tweede Kamer.
‘Het maakt de positie van werknemers minder kwetsbaar, want zij zijn financieel afhankelijk van hun werkgever. Dat is een flinke drempel om ongelijkwaardigheid aan te durven snijden.’
Loonkloof niet vanzelf gedicht
Het loonverschil tussen mannen en vrouwen is de afgelopen jaren nauwelijks gedaald. Wanneer deeltijdwerk en opleidingsniveau buiten beschouwing worden gelaten, is er nog steeds een onverklaarbaar verschil van 4 tot 7 procent.
Hoffer: ‘Ongelijke beloning lost zich niet vanzelf op. Zonder aanvullende maatregelen zou het nog 25 jaar duren voordat de loonkloof is gedicht. Dat gaat te langzaam, aanvullende maatregelen zijn dus nodig.’
Transparantie
Bedrijven met meer dan 50 werknemers krijgen in dit wetsvoorstel een informatieverplichting om te rapporteren over loonverschillen. Ook hebben werknemers het recht om geanonimiseerde loongegevens in te zien.
Hoffer: ‘Dit is belangrijk voor werknemers om eventuele ongelijke beloning aan te kunnen tonen. Dit maakt het makkelijker voor vooral vrouwen om een hoger loon te eisen.’
Werkgeverslasten beperkt
De kritiek van de Raad van State dat het stelsel teveel administratieve belasting veroorzaakt, is volgens FNV onzin. Het wetsvoorstel is alleen van toepassing voor bedrijven met meer dan 250 werknemers. De lasten voor de kleine werkgevers blijven volgens de vakbond beperkt.
Hoffer: ‘De administratieve lasten voor individuele werknemers zijn nu juist buitenproportioneel. In een zaak die FNV succesvol bij het College voor de Rechten van de Mens bracht, kostte het de vrouwelijke werknemer ruim drie jaar om gelijke beloning af te dwingen. Dat is buiten verhouding en vergt een lange adem van de werknemer, met alle risico’s van dien.’
Reactie werkgevers
VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN onderschrijven het beginsel van gelijke beloning van vrouwen en mannen en erkennen dat sprake is van een loonkloof. De werkgeversorganisaties vinden het wetsvoorstel echter overbodig.
VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN komen in een brief aan de Tweede Kamer tot de conclusie dat het wetsvoorstel:
- overbodig is: de noodzaak voor een nieuwe handhavingsroute waarvoor de initiatiefnemers pleiten, is niet aangetoond. Er zijn al collectieve handhavingsmogelijkheden die benut kunnen worden. Ook is niet aangetoond dat certificering in de voorgestelde vorm beloningsverschillen weg zal nemen.
- het echte probleem niet oplost: de beloningskloof heeft andere oorzaken.
- niet proportioneel is: het beoogt verschillende oplossingen aan te reiken die niet in verhouding staat tot het gepresenteerde probleem. Het leidt daarmee tot een stapeling van wetgeving. Ook wordt in EU-verband ook gesproken wordt over nieuwe maatregelen
- niet past bij de arbeidsmarktdynamiek: bedrijven zullen werknemers voor bepaalde tijd blijven inzetten of inzetten op projectbasis. Ook zullen ondernemingen in toenemende mate functies verbreden om mensen breder inzetbaar te maken en te houden. Daardoor verrichten werknemers verschillende werkzaamheden en mogelijk zelfs voor verschillende werkgevers. Dat maakt het certificeren van gelijke beloning nog moeilijker.