Hoe oordeelt de staatssecretaris over het feit dat ongewenst gedrag op de werkvloer, zoals pesten, discriminatie en seksuele intimidatie, sinds de coronacrisis vooral online zijn gaan plaatsvinden waardoor de daders moeilijker te identificeren zijn?
Het is volgens de staatssecretaris een ernstige zaak wanneer werknemers grensoverschrijdend gedrag, fysiek of digitaal, in de werkomgeving ervaren. Het kan ingrijpende gevolgen hebben. De werkplek wordt daarmee inherent onveilig en het kan grote gevolgen hebben voor de gezondheid van werknemers: persoonlijk leed, gezondheidsklachten en verzuim.
Verplichtingen Arbowet
Op grond van de Arbowet zijn werkgevers verantwoordelijk voor gezonde en veilige werkomstandigheden en verplicht om een beleid te voeren dat erop is gericht het risico op psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen dan wel te beperken en de nodige maatregelen te treffen. Dit geldt ook voor online ongewenst gedrag. De Inspectie SZW ziet toe op deze verplichtingen uit de Arbowet.
Digitaal ongewenst gedrag
De staatssecretaris heeft geen signalen gekregen dat sprake zou zijn van een enorme toename van digitaal ongewenst gedrag. De Inspectie SZW geeft aan hierover geen specifieke meldingen te hebben
ontvangen.
TNO en CBS zijn bezig met een ‘NEA-Covid 19 meting’ waarvan de resultaten in januari 2021
worden verwacht. In deze meting zijn vragen over ervaren ongewenst gedrag meegenomen. Op
basis daarvan kan worden bekeken of dit onder werknemers die thuiswerken is toegenomen. Of dit
online plaatsvindt kan hier echter niet uit worden opgemaakt.
Risico-inventarisatie en -evaluatie
Iedere medewerker hoort gezond en veilig te kunnen werken. Daarom moet iedere werkgever de
arbeidsrisico’s in beeld brengen en een plan maken om deze risico’s aan te pakken. Dat doet de
werkgever door middel van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) met bijbehorend plan van aanpak. Het risico op psychosociale arbeidsbelasting, waar ongewenst gedrag op de werkvloer onder valt, hoort hier ook aandacht in te krijgen. De werkgever is dus degene die maatregelen moet treffen om dit risico tegen te gaan.
Helaas heeft nog niet ieder bedrijf een RI&E. Dat is onwenselijk. Daarom is het meerjarenprogramma ‘RIE 2020-2023’ is gestart. Met dit programma wordt een forse inspanning geleverd om het aantal bedrijven met een RI&E te verhogen en ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de RI&E’s verbetert.
Ingezet wordt op het informeren en beter ondersteunen van werkgevers. Daarnaast werkt de Inspectie SZW toe naar een intensiever handhavingsregime.
Vertrouwenspersoon verplicht?
Wanneer een werknemer slachtoffer is van ongewenst gedrag is het belangrijk dat hij dit kan
bespreken en dat er doeltreffende maatregelen kunnen worden genomen. Een vertrouwenspersoon
biedt een luisterend oor en kan meedenken over mogelijke oplossingen en zo nodig doorverwijzen.
Het aanstellen van een persoon (intern of extern) bij wie een medewerker in vertrouwen melding kan maken van ongewenst gedrag is een van de mogelijke maatregelen om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken.
Uit eerder onderzoek kwam niet naar voren dat het aanstellen van een vertrouwenspersoon verplicht moet worden. Belangrijk is dat de vertrouwenspersoon door de organisatie gedragen wordt. Alleen het wettelijk verplichten van een vertrouwenspersoon geeft die garantie volgens de bewindsman niet.
Op internetconsultatie.nl heeft overigens wel een wetsvoorstel gestaan tot het wettelijk verplicht stellen van een vertrouwenspersoon.
Van ’t Wout ziet geen noodzaak in het wettelijk verplicht stellen van een vertrouwenspersoon. Hij ziet wel nut en noodzaak om te investeren in de voorlichting en professionalisering van de vertrouwenspersoon.
Op het gebied van voorlichting is een animatie en een digitale wegwijzer op Arboportaal geplaatst met praktische informatie over de rol en het belang van de vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen.
Nieuwe wegwijzer vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen op de werkvloer
Beantwoording Kamervragen over online ongewenst gedrag op de werkvloer