De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is op 1 januari 2021 ingegaan. Beslagleggers berekenen nu de beslagvrije voet op dezelfde manier. Bij meerdere beslagleggingen geldt één aanspreekpunt.
Als er beslag is gelegd op het inkomen moet een minimumbedrag overblijven om in de basiskosten van het levensonderhoud te voorzien: de beslagvrije voet.
Een deel van het inkomen ligt boven deze beslagvrije voet. Het bedrag boven de beslagvrije voet wordt ingehouden van het inkomen. Bij meerdere beslagleggers wordt dit bedrag verdeeld. Alle beslagleggers gebruiken nu dezelfde rekenwijze voor de beslagvrije voet.
Beslagen na 1 januari
Voor beslagen die na 1 januari 2021 worden gelegd, gelden de nieuwe regels voor de berekening van de beslagvrije voet. De beslaglegger gebruikt voor de beslagvrije voet een landelijk systeem om de beslagvrije voet te berekenen.
Beslagen vóór 1 januari
Voor beslagen die vóór 1 januari 2021 zijn gelegd, blijft in 2021 de eerder vastgestelde beslagvrije voet gelden. De basis van de beslagvrije voet is dan 95 procent van de bijstandsnorm. Verder wordt de beslagvrije voet bepaald door de gezinssamenstelling, inkomen, woonlasten, zorgkosten en toeslagen van de Belastingdienst.
Als de situatie wijzigt of de schuldenaar wil dat de beslagvrije voet opnieuw berekend wordt, is het advies contact op te nemen met de beslaglegger.
Wat is verbeterd?
Door de nieuwe wetgeving hoef je geen of minder gegevens aan te leveren voor de beslagvrije voet. De beslaglegger gebruikt een landelijk systeem voor de berekening.
Je kunt de beslagvrije voet ook zelf controleren met een rekentool.
Bij meerdere beslagleggers is er één aanspreekpunt: de coördinerende deurwaarder. Deze eerste beslaglegger stelt dan de beslagvrije voet vast. De overige beslagleggers moeten zich hier aan houden.
Sommige beslagleggers krijgen voorrang als ze beslag op het inkomen leggen. Dit worden preferente beslagleggers genoemd. Een voorbeeld hiervan is de Belastingdienst.
Overgangsperiode
Voor de berekening van de beslagvrije voet gebruiken beslagleggers gegevens uit de Basisregistratie Personen (eerder het bevolkingsregister) en UWV Polisadministratie (waarin staat wie welk inkomen heeft).
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is op 1 januari 2021 in werking getreden. Nog niet alle organisaties kunnen echter vanaf deze datum de beslagvrije voet op de nieuwe wijze berekenen. Die organisaties zullen het eerste half jaar nog de oude berekeningswijze gebruiken. Zij houden zich wel aan de beslagvrije voet: het minimumbedrag dat nodig is voor noodzakelijke kosten voor levensonderhoud.
Met ingang van 1 juli 2021 berekenen alle organisaties de beslagvrije voet via het landelijke systeem. Dan wordt de beslagvrije voet in alle gevallen op dezelfde nieuwe manier vastgesteld.
Voor de beslagvrije voet die voor 1 januari 2021 is vastgesteld, geldt nog dat de oude berekeningswijze is gebruikt. De beslaglegger past de beslagvrije voet in de loop van 2021 automatisch volgens de nieuwe wet aan.
Bron: Uwbeslagvrijevoet.nl