Als de werkgever niet boven de vrije ruimte uitkomt, hoeft hij geen eindheffing te betalen voor de werkkostenregeling (WKR). Je hoeft dan ook geen eindheffing WKR aan te geven.
Een overschrijding van de vrije ruimte moet je aangeven in de aangifte loonheffingen. Over deze overschrijding moet je 80 procent eindheffing afdragen. De uiterste aangifte- en betaaldatum hiervoor is 31 maart 2021 bij een maandaangifte (28 maart 2021 bij een vierwekenaangifte).
Eindheffing WKR 2021: uiterlijk bij loonaangifte in tweede tijdvak 2022
Vrije ruimte
De vrije ruimte in 2020 is 3 procent van het fiscale loon van de werknemers tot en met € 400.000. Over het meerdere van het fiscale loon bedraagt de vrije ruimte 1,2 procent van het totale fiscale loon van de werknemers (kolom 14 van de loonstaat).
Je berekent de vrije ruimte over 2020 op basis van het totale fiscale loon van 2020. Wordt een organisatie in de loop van het jaar werkgever, dan mag je het totale fiscale loon niet herrekenen naar een volledig jaar. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaal je loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80 procent.
Loon uit vroegere dienstbetrekking
Bij het uitkeren van loon uit vroegere dienstbetrekking geldt voor de berekening van de vrije ruimte het volgende:
- Als het loon uit vroegere dienstbetrekking 10 procent of minder is van het totale fiscale loon, bereken je de vrije ruimte op basis van het totale fiscale loon.
- Als het loon uit vroegere dienstbetrekking meer is dan 10 procent van het totale fiscale loon, bereken je de vrije ruimte op basis van het totale loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.
Aanwijzen als eindheffingsloon
De werkgever kan dus maximaal 3 procent van het fiscale loon tot en met € 400.000 (daarboven maximaal 1,2 procent) van de werknemers besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen (vrije ruimte).
Je wijst deze vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen dan als eindheffingsloon
aan, bijvoorbeeld door ze in de administratie als eindheffingsloon op te nemen. Dit eindheffingsloon komt vervolgens ten laste van de vrije ruimte.
Afgezien van een paar uitzonderingen, bepaal je zelf welke vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen je aanwijst als eindheffingsloon en welke je behandelt als loon van de werknemer en normaal belast. Je kunt per werknemer een andere keuze maken.
Je maakt de keuze tussen eindheffingsloon en loon van de werknemer uiterlijk op het moment van
vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen.
Gebruikelijkheidstoets
Om vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen als eindheffingsloon te kunnen aanwijzen, mogen deze vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen niet meer dan 30 procent afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is: de gebruikelijkheidstoets.
Vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per persoon per jaar
beschouwt de Belastingdienst als gebruikelijk. De afwijking van 30 procent geldt niet voor dit bedrag.
Eindheffing
Als de werkgever boven de vrije ruimte uitkomt, moet over het meerdere 80 procent eindheffing worden betaald. Je hoeft hierover geen premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en werkgeversheffing Zvw of bijdrage Zvw te betalen of in te houden.
Voor de eindheffing werkkostenregeling moet je in ieder geval het volgende in de administratie bijhouden:
op collectief niveau:
- alle loonbestanddelen die je aanwijst als eindheffingsloon;
- de berekening van de eindheffing als je boven de vrije ruimte uitkomt.
per werknemer:
- gerichte vrijstellingen, die je hebt aangewezen als eindheffingsloon.
Aangifte doen in maart
Als de werkgever eindheffing moet betalen, doe je dat sinds 2020 uiterlijk bij de aangifte over het 2e tijdvak van het volgende kalenderjaar.
Een werkgever met een aangiftetijdvak van een maand moet de verschuldigde eindheffing WKR over het kalenderjaar 2020 daarom meenemen in de aangifte loonheffingen van februari 2021 die je in maart 2021 aangeeft en betaalt.
Je mag de eindheffing ook eerder aangeven en betalen, bijvoorbeeld per aangiftetijdvak. Als aan het eind van het jaar blijkt dat je te veel of te weinig eindheffing hebt betaald, moet je dat verrekenen. Je doet dat uiterlijk in de loonaangifte over het 2e aangiftetijdvak van het volgende jaar.
Bij het einde van de inhoudingsplicht in de loop van het kalenderjaar geef je de eindheffing uiterlijk aan in de aangifte over het tijdvak waarin de inhoudingsplicht eindigt.
Bron: Handboek Loonheffingen
Kom ook naar de cursus Werkkostenregeling met Casper Mons op 11 februari 2021