Je moet de WW-premie wel herzien als de dienstbetrekking uiterlijk twee maanden na aanvang eindigt. Dit geldt ook als dat niet binnen de proeftijd gebeurt.
Gaat een werknemer voor wie je de lage WW-premie hebt toegepast uiterlijk twee maanden na start van de dienstbetrekking uit dienst, dan moet je de lage premie herzien. De werkgever is dan met terugwerkende kracht de hoge WW-premie verschuldigd.
Als de dienstbetrekking gedeeltelijk eindigt bij een verlaging van de contracturen uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking, hoef je de lage premie niet te herzien.
Uitzonderingen
Als je de lage WW-premie toepast, hoef je deze niet te herzien bij de volgende werknemers:
- Een BBL-leerling met zowel een praktijkovereenkomst als een arbeidsovereenkomst.
- Een werknemer jonger dan 21 jaar, voor wie maximaal 48 uren zijn verloond per vierwekenaangifte of maximaal 52 uren per maandaangifte.
Als deze werknemers uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking uit dienst gaan, blijft de lage WW-premie gelden.
Aaneengesloten arbeidsovereenkomsten
Arbeidsovereenkomsten die elkaar zonder onderbreking opvolgen, worden voor de beoordeling van de 2-maandsperiode als één dienstbetrekking gezien. Dit geldt ook als niet alle arbeidsovereenkomsten voldoen aan de voorwaarden voor de lage premie.
Niet herzien
Een aantal voorbeelden waarin je de WW-premie niet hoeft te herzien:
Voorbeeld 1
Een werknemer start op 27 oktober 2020 bij werkgever X. Op 15 november wordt de onderneming overgenomen door werkgever Y. De dienstbetrekking met de werknemer loopt door bij werkgever Y. De werknemer neemt ontslag op 31 december 2020. De dienstbetrekking eindigt na de periode van 2 maanden, dus je hoeft de lage WW-premie niet te herzien.
Voorbeeld 2
Een werknemer heeft een tijdelijk contract van 1 december 2020 tot en met 31 december 2020. Hij krijgt een vast contract vanaf 1 januari 2021. De werknemer neemt ontslag op 4 februari 2021. Dit is na de periode van 2 maanden. Je hoeft de lage WW-premie niet te herzien.
Voorbeeld 3
Een werknemer heeft van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020 een tijdelijk contract. Hiervoor geldt de hoge WW-premie. Vanaf 1 februari krijgt de werknemer een vast contract. Je past vanaf deze datum de lage WW-premie toe. De werknemer wordt op 15 maart 2020 ontslagen. Je hoeft de lage premie niet te herzien, omdat de arbeidsovereenkomsten elkaar zonder onderbreking opvolgen en gezamenlijk langer dan 2 maanden hebben geduurd.
Voorbeeld 4
Een werknemer krijgt op 1 januari 2020 een vast contract voor 36 uur per week. Hiervoor geldt de lage WW-premie. Vanaf 1 februari worden de contracturen verlaagd naar 24 uur per week. Er is sprake van een gedeeltelijke beëindiging van de dienstbetrekking. Je hoeft de lage premie niet te herzien.