Als re-integratie echter alsnog niet lukt, is het extra jaar soms belastend voor de werknemer.
Bij een WIA-aanvraag moet de werknemer een verslag meesturen van de re-integratie-inspanningen die zijn werkgever en hijzelf hebben gedaan in de voorgaande twee ziektejaren. UWV toetst dit verslag.
Als blijkt dat in de eerste twee ziektejaren te weinig aan re-integratie is gedaan of niet de juiste inspanningen zijn verricht, legt UWV de werkgever de verplichting op om het loon een extra jaar door te betalen.
Deze verlenging van de loondoorbetalingsverplichting (VLV) is bedoeld om de werkgever en zijn langdurig zieke werknemer te stimuleren gemiste re-integratie-inspanningen alsnog te leveren.
Belangrijkste bevindingen
UWV onderzocht wat er in dit derde ziektejaar gebeurt en of het beoogde resultaat bereikt wordt. Dit zijn de belangrijkste bevindingen:
- De effecten van de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting zijn grotendeels positief: deze verlenging leidt tot (meer) werkhervatting, tot minder instroom in de WIA en tot aanscherping van het verzuim- en re-integratiebeleid in de betreffende bedrijven.
- Vooral werknemers met een gunstige gezondheidsontwikkeling, die bij de eigen werkgever aan de slag kunnen blijven, gaan in het derde ziektejaar naar vermogen weer aan het werk.
- Re-integratie blijkt in sommige gevallen niet meer mogelijk of wenselijk. Soms krijgt de werknemer ook uit kostenoverwegingen niet de opstap die hem in het derde jaar kan helpen om naar vermogen weer aan het werk te gaan.
- Wanneer de aandoening van de werknemer verergert in het derde ziektejaar of de relatie met de werkgever niet (meer) goed is, ervaren werknemers de verlenging als belastend.
- Een nadelig gevolg van (de kans op) een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting is dat werkgevers soms ook maatregelen nemen die vooral zijn gericht op procedureel de juiste stappen zetten (dossiervorming), maar niet echt bijdragen aan de re-integratie van hun langdurig zieke werknemers.