Een vijfde van de 1,9 miljoen werknemers met flexibele arbeidscontracten heeft geen vermogen of werkende partner om op te kunnen terugvallen bij inkomensverlies.
Juist deze werknemers, die op tijdelijke contracten werken of hun geld verdienen als uitzend- of oproepkracht, hebben zo’n buffer het hardst nodig. Zij krijgen veel vaker dan de 4,8 miljoen werknemers met een vaste baan te maken met perioden van werkloosheid.
De Algemene Rekenkamer trekt deze conclusie na vergelijkend onderzoek naar de eigen vangnetten van zelfstandigen en werknemers met flexibele of vaste contracten. Hiervoor zijn de data van alle bijna 8 miljoen werkenden gedurende 8 jaar (2010 tot en met 2017) geanalyseerd.
Zo is een groep in beeld gebracht van 1,9 miljoen mensen die de meeste van deze jaren een hoofdinkomen hadden uit tijdelijke arbeidscontracten. 1,2 miljoen mensen hadden de meeste van deze jaren een hoofdinkomen uit zelfstandig ondernemerschap.
Geen eigen vermogen
Uit data-analyse blijkt dat de meeste werkenden – bijna 90 procent – tijdelijk verlies van inkomen uit eigen middelen kunnen opvangen. Maar 1 miljoen werkenden kunnen dat niet. Dit komt doordat zij geen eigen vermogen hebben (minder dan € 1.000) en ook niet kunnen steunen op het inkomen van een partner als hun werk wegvalt.
Het betreft 9 procent van de zelfstandigen (100.000 mensen), 10 procent van de werknemers in vaste dienst (469.000 mensen) en 20 procent van de flexwerkers (379.000 mensen).
Bepaalde groepen werknemers met tijdelijke contracten hebben nog minder vaak middelen om verlies van inkomen op te vangen. Dat geldt voor 33 procent van de laagopgeleiden, 32 procent van de werknemers met een niet-westerse migratieachtergrond en 30 procent van de uitzendkrachten.
Jongeren
De Algemene Rekenkamer wijst erop dat 2 van de 5 werknemers met flexibele contracten tussen de 35 en 65 jaar oud zijn. Deze 800.000 werknemers verdienen structureel hun inkomen met tijdelijke contracten. Zij bouwen ook consequent minder buffers op dan hun leeftijdsgenoten met een vast contract of een eigen onderneming. Van hen hebben er 135.000 geen eigen middelen om inkomensverlies op te vangen en ook geen werkende partner.
Sociale zekerheid en flexibele arbeidsmarkt