In het pensioenakkoord is met partijen afgesproken dat het keuzerecht bedrag ineens niet gecombineerd mag worden met de keuzemogelijkheid hoog-laag.
Deze voorwaarde beoogt te voorkomen dat een deelnemer een te groot gedeelte van het ouderdomspensioen naar voren haalt en daarmee een te grote achteruitgang in de hoogte van de periodieke levenslange pensioenuitkering heeft.
Een overbruggingspensioen is per definitie een pensioen dat is ingegaan voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd, de naam verwijst naar het overbruggen van de periode tot het recht op AOW wordt bereikt.
Vlakke levenslange uitkering
Indien een overbruggingspensioen is vormgegeven als een vlakke levenslange uitkering, en dus geen sprake is van een hoog-laaguitkering, kan gebruikgemaakt worden van de keuzemogelijkheid bedrag ineens.
De term ‘overbruggen’ is dan wel een wat vreemde term, omdat het in feite dus gaat om het vervroegen van pensioen met een vlakke levenslange uitkering.
Om het gemis aan AOW verder op te vullen, is het pensioen dan bijvoorbeeld aan te vullen met spaargeld, salaris van een partner, een bedrag ineens, of eventueel de RVU-vrijgestelde vroegpensioenuitkering van de werkgever die met het wetsvoorstel bedrag ineens RVU en verlofsparen wordt gecreëerd.
Hoog-laaguitkering
Een overbruggingspensioen is echter vaak vormgegeven als een hoog-laaguitkering, waarbij de hoge uitkering voorafgaand aan de AOW het ‘gemis’ aan AOW compenseert.
Een deelnemer kan gebruikmaken van de keuzemogelijkheid hoog-laag als deze mogelijkheid in de pensioenregeling is opgenomen. Het betreft geen wettelijk recht.
100:75
In de Wet loonbelasting 1964 en in de Pensioenwet is geregeld dat de verhouding van het hoog-laagpensioen minimaal 100:75 is. Dat wil zeggen dat de laagste uitkering minimaal 75 procent moet bedragen van de hoogste (100 procent).
Een uitzondering geldt voor die verhouding voor de jaren tussen de pensioeningangsdatum en de AOW-leeftijd, de uitkering van een bedrag dat gelijk is aan tweemaal de voor die jaren geldende AOW-uitkeringen voor gehuwde personen (zonder AOW-toeslag, vermeerderd met vakantietoeslag) mag buiten aanmerking worden gehouden.
Niet te combineren
Indien een overbruggingspensioen een hoog-laaguitkering betreft, dan kan deze niet ook nog gecombineerd worden met een bedrag ineens. Dat geldt zowel als het bedrag ineens tot uitkering komt op de pensioeningangsdatum, als aan het begin van het jaar volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt.
Kamerbrief bij tweede nota van wijziging – Wet bedrag ineens RVU en verlofsparen