Hof Arnhem-Leeuwarden heeft bepaald dat een structurele overschrijding van de overeengekomen arbeidsduur met ruim 25 procent niet zonder vergoeding kan blijven. Het is in strijd met artikel 7:611 BW (goed werkgever) een werknemer onbezoldigd zo veel overuren te laten maken. Dat in de arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk is bepaald dat overwerk niet voor vergoeding in aanmerking komt, maakt dit niet anders.
De werkgever heeft ook de verplichting geschonden om een deugdelijke urenadministratie bij te houden.
Is sprake van overwerk?
De werknemer vordert in hoger beroep recht op nabetaling van loon over de gewerkte uren boven 40 uur per week.
Partijen verschillen van mening over de mate waarin de werknemer overwerk heeft verricht.
Met het uitgangspunt dat de werknemer zijn loonvordering voor overwerk heeft te bewijzen, heeft de werkgever zich ertoe beperkt de door de werknemer gebruikte GPS- en telefoongegevens en de daarop gebaseerde stellingen op enkele punten te betwisten. Daarmee negeert de werkgever dat de naleving van de wettelijke regels inzake de arbeidsduur behoort tot haar zorgplicht als werkgever.
Deugdelijke registratie
De werkgever heeft ingevolge art. 4:3 Arbeidstijdenwet de plicht een deugdelijke registratie van arbeids- en rusttijden te voeren. Het staat vast dat de werkgever niet driemaal het wettelijke minimumloon verdiende zodat de in artikel 2.1:1 van het Arbeidstijdenbesluit bedoelde uitzondering niet in zijn situatie gold. De werkgever heeft op dit punt dus stelplicht en bewijslast. Daar komt nog bij dat uit rechtspraak volgt dat een werkgever in zijn verweer de omstandigheden moet aangeven die meer in zijn sfeer liggen dan in die van de werknemer en het dus niet mag laten bij zuiver ontkennen, totdat de werknemer zijn bewijslast heeft vervuld.
De werkgever had moeten zorgen voor een deugdelijke urenadministratie.
Het was aan de werkgever om een correcte urenregistratie over de inzet van de werknemer te verschaffen en het is daarmee niet toereikend om het gemiddelde aantal arbeidsuren per week van de werknemer te schatten.
Daarom wordt dan ook tot uitgangspunt genomen dat de werknemer in periode van 18 april 2016 tot 16 december 2016 (tenminste) 404,1 overuren heeft gewerkt.
Geen aanspraak op overwerk?
De werknemer heeft aangevoerd dat in de arbeidsovereenkomst tussen partijen is vastgelegd dat hij geen aanspraak kan maken op vergoeding van zijn overwerk. De man heeft daartegen aangevoerd dat hij niet gebonden is aan die regeling omdat de arbeidsovereenkomst is opgesteld in een taal die hij niet machtig is en hem niet meer is verteld dan dat hij 40 uur per week zou werken. Bij hem ontbrak dus de wil om overeen te komen dat hij overwerk zou verrichten zonder enige compensatie. Daarnaast heeft hij aangevoerd dat het in strijd is met goed werkgeverschap om zijn overuren niet uit te betalen.
In strijd met goed werkgeverschap
De werkgever mocht verwachten dat de werknemer in zijn functie (coördinator) enig overwerk zou verrichten zonder dat hij aanspraak zou hebben op vergoeding daarvan, maar niet dat de werknemer structureel 25 procent meer uren zou werken dan overeengekomen, zonder dat daar een contraprestatie tegenover zou staan. Onder deze omstandigheden komt het in strijd met het goed werkgeverschap van de werkgever en is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de werkgever met een beroep op de arbeidsovereenkomst betaling van die overuren zou kunnen ontgaan.
Betaling overuren
De werknemer heeft de vergoeding voor de 404,1 overuren becijferd op € 4.178,39 bruto.
Het hof veroordeelt de werkgever tot betaling aan de werknemer van € 4.178,39 bruto aan vergoeding voor overwerk, vermeerderd met de wettelijke rente.
Uitspraak Hof Arnhem-Leeuwarden, 1 september 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6861