Dit wordt geregeld in een nota van wijziging op de Verzamelwet SZW 2021.
Sinds 1 januari 2020 bepaalt artikel 7:628a, vijfde lid, BW dat een werkgever, steeds als de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd, binnen een maand daarna aan een oproepkracht
een aanbod moet doen voor een vaste arbeidsomvang.
Gemiddelde arbeidsomvang
De aangeboden vaste arbeidsomvang moet minimaal gelijk zijn aan de gemiddelde arbeidsomvang in de voorafgaande periode van 12 maanden. Accepteert de werknemer het aanbod, dan is niet langer sprake van een oproepovereenkomst.
Accepteert de werknemer het aanbod niet, dan blijft de arbeidsovereenkomst op oproepbasis en moet de werkgever na iedere periode van 12 maanden opnieuw een aanbod voor een vaste arbeidsomvang doen.
Ingangsdatum?
Na inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans is gebleken dat er onduidelijkheid is ontstaan door deze bepaling, omdat niets wordt geregeld over de ingangsdatum van de vaste arbeidsduur. Dit heeft twee mogelijke gevolgen:
- Bij gebreke aan een regeling over de ingangsdatum is het mogelijk om die ingangsdatum zover mogelijk uit te stellen. Het is voor een werkgever daardoor in theorie mogelijk om bijvoorbeeld in het aanbod een ingangsdatum op te nemen die een lange periode na het aanbod ligt.
- Acceptatie van het aanbod kan uitblijven, hetgeen partijen langere tijd in onzekerheid laat over in welke vorm hun arbeidsovereenkomst zich voortzet: als oproepovereenkomst of juist niet.
Wijziging
Beide zaken stroken niet met de gedachte achter het vijfde lid van artikel 7:628a BW: de werknemer, na langere tijd als oproepkracht te hebben gewerkt, meer zekerheid bieden over het aantal te werken uren en een voor die uren vast loon. Daarom wordt in de nota van wijziging op de Verzamelwet SZW 2021 voorgesteld om artikel 7:628a lid 5 BW op de genoemde punten te verduidelijken.
Door de voorgestelde wijzigingen wordt volgens de toelichting bij de nota van wijziging ‘zowel aan de werknemer als de werkgever een helder handelingsperspectief geboden‘. De voorgestelde regeling sluit aan bij de oplossing die ook in de literatuur is voorgesteld.
In dertiende maand
De bepaling schrijft al voor dat de werkgever na 12 maanden binnen een maand, dus in de dertiende maand, een aanbod moet doen voor een vaste arbeidsomvang. Deze maand kan de werkgever gebruiken om voorbereidingen te treffen om zijn bedrijfsprocessen op de nieuwe situatie aan te passen – als de werknemer het aanbod accepteert – en het aanbod voor te bereiden.
Eerste dag vijftiende maand
De regering vindt het wenselijk dat de vaste arbeidsomvang zo snel mogelijk daarna ingaat. Een
maand acht de regering daarvoor een wenselijke termijn. Dat betekent dat de vaste arbeidsomvang ingaat uiterlijk na twee maanden nadat de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd, dus op de eerste dag van de vijftiende maand. Daarom wordt voorgesteld om de aanvaardingstermijn van de werknemer op 1 maand te stellen.
Het kan natuurlijk zijn dat de werkgever binnen een maand een aanbod doet, dan wel dat de werknemer het aanbod binnen een maand aanvaardt. De voorgestelde regeling staat daar niet aan in de weg; partijen kunnen dit overeenkomen.
Door de gestelde termijnen van ieder een maand voor het doen van het aanbod en de aanvaarding ervan wordt ook zeker gesteld dat de vaste arbeidsomvang uiterlijk op de eerste dag van de vijftiende maand ingaat. Vanaf dat moment heeft de werknemer dus recht op dat vaste aantal uren en daarmee op betaling van loon over dat aantal uren.
Tussenpozen
Ook geldt hier dat voor de berekening van de veertien maanden, na welke periode uiterlijk het aanbod in moet gaan, de arbeidsovereenkomsten op dezelfde wijze worden samengeteld. Dit betekent dat ook hier
tussenpozen niet worden meegeteld, maar dat deze verplichting wel blijft gelden indien sprake is
van elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten die elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes
maanden hebben opgevolgd.
De gewijzigde bepaling zal betrekking hebben op elk aanbod voor een vaste arbeidsomvang, ongeacht of dit voor of na de inwerkingtreding van de gewijzigde bepaling is gedaan, tenzij de vaste arbeidsomvang al is ingegaan.
De gewijzigde bepaling heeft geen gevolgen voor de situatie waarin de vaste arbeidsomvang al is ingegaan.
Inwerkingtreding
Om de werkgever voldoende gelegenheid te bieden om een al gedaan aanbod voor een vaste arbeidsomvang in overeenstemming te brengen met de gewijzigde bepaling, zal de wijziging niet eerder dan twee maanden na de publicatie van deze wijziging in werking treden op een vast verandermoment. Het beoogde tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging is 1 januari 2021.
Als publicatie van dit wetsvoorstel in het Staatsblad plaatsvindt na 1 november 2020, is het beoogde tijdstip van inwerkingtreding 1 juli 2021.