Dit is een van de aanbevelingen van de commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten. In reactie op het advies laat staatssecretaris Van ’t Wout aan de Tweede Kamer weten hier werk van te gaan maken.
Staatssecretaris Van ’t Wout:
“Werken met een gevaarlijke stof mag nooit ten koste gaan van de veiligheid of de gezondheid van werkenden. Gevaarlijke stoffen kunnen sluipmoordenaars zijn. De gevolgen zijn vaak pas lang na de blootstelling aan gevaarlijke stoffen merkbaar. Dat maakt het extra wrang dat mensen die ziek zijn geworden vaak ook nog lang in onzekerheid zitten over een eventuele schadevergoeding.
Het kabinet werkt de door de commissie voorgestelde financiële tegemoetkoming aan slachtoffers van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk de komende periode nader uit. Uitgangspunt bij de uitwerking is een doeltreffende en doelmatige regeling en uitvoering.”
Financiële tegemoetkoming
De commissie adviseert een regeling te introduceren die het mogelijk maakt mensen die door het werken met een gevaarlijke stof ernstig ziek zijn geworden, een algemene tegemoetkoming toe te kennen.
De tegemoetkoming zou moeten worden gefinancierd uit een lichte verhoging van de Aof-premie.
De commissie adviseert alle (ex) werkenden onder de regeling te laten vallen, dus ook kleine zelfstandigen.
De commissie bepleit een tegemoetkoming in de vorm van een eenmalig uit te keren vast bedrag, vergelijkbaar met het bedrag dat asbest- en OPS-slachtoffers ontvangen. De hoogte van de tegemoetkoming houdt in het voorstel van de commissie geen verband met de feitelijke schade die een werkende door zijn ziekte lijdt.
De commissie geef tot slot aan dat de primaire verantwoordelijkheid van de werkgever voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden moet worden benadrukt. Aan de verantwoordelijkheid van werkgevers voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden doet de tegemoetkoming niets af.
Reactie staatssecretaris
Het kabinet gaat samen met werkgevers aan de slag om nu, na jaren van impasse, snel een verbetering te bereiken van de positie van slachtoffers van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
Op basis van een eerste grove schatting zouden per jaar enkele duizenden werknemers recht kunnen hebben op een tegemoetkoming. De hoogte van de tegemoetkoming vergt uitwerking, en zal in verhouding moeten staan met de tegemoetkoming voor asbestslachtoffers en slachtoffers van OPS (schildersziekte).
De kosten van de tegemoetkoming (en de bijbehorende uitvoeringskosten) en de dekking daarvan vergen een integrale weging in augustus. Het kabinet zal het voorstel van de commissie om deze kosten te financieren met een iets hoger Aof-premie verkennen.
De staatssecretaris deelt de mening van de commissie dat de verantwoordelijkheid voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden altijd bij de werkgever blijft liggen en dat de tegemoetkoming daar niets aan af doet. Ook staat het aansprakelijkheidsrecht nog steeds open voor slachtoffers die ervoor kiezen een claim in te dienen richting hun (voormalige) werkgever.
De commissie stelt voor om ook zzp’ers in aanmerking te laten komen voor de tegemoetkoming en op deze manier geen onderscheid te maken naar de aard van het dienstverband. Deze aanbeveling neemt het kabinet mee in de uitwerking, zeker voor zover het gaat om zzp’ers die qua arbeidsomstandigheden gelijk zijn te stellen aan werknemers.
Gegeven de vele uitvoeringsvragen, kan een eventuele regeling niet eerder dan in de loop van 2022 operationeel zijn.
Kabinetsreactie op het advies van de commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten