De werknemer is een oproepkracht als hij komt werken wanneer de werkgever hem oproept. Dit heeft de werkgever met de werkgever afgesproken. De werkgever kan de werknemer oproepen voor een paar uur, maar ook voor hele dagen. Een oproepkracht heeft dus geen vast maandloon.
Bij een oproepovereenkomst:
- krijgt de werknemer geen loon als hij niet werkt;
- is het aantal uren werk niet vastgelegd in een tijdvak van hoogstens een maand of ten hoogste een jaar. En als het recht op loon ongelijkmatig (over dat tijdvak) is verspreid. De werknemer werkt bijvoorbeeld de ene maand 20 uur per week en de maand erna 30 uur, en hij ook die uren gelijk uitbetaald krijgt (en dus steeds verschillende beloond wordt).
De werkgever is verplicht om op de loonstrook te vermelden of sprake is van een oproepovereenkomst.
In een cao kunnen afwijkende afspraken staan die voor de oproepkracht gelden, bijvoorbeeld dat hij geen recht heeft op doorbetaling van het loon.
Kenmerken min-maxcontract
Een min-maxcontract heeft de volgende kenmerken:
- De werknemer heeft een contract voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd voor een minimumaantal uren per week, maand of jaar. Dit zijn de garantie-uren.
- De werknemer heeft een afspraak voor hoeveel uur hij maximaal oproepbaar is.
- Voor de garantie-uren krijgt hij altijd betaald, ook als de werkgever de werknemer niet oproept om te komen werken.
- De werknemer moet werken tot het afgesproken maximum aantal oproepbare uren.
- De werkgever betaalt loon voor het totaal aantal uren dat de werknemer werkt.
- De werknemer krijgt voor de uren boven de garantie-uren uitbetaald als hij werkt. Dit geldt alleen voor de eerste 6 maanden dat hij werkt.
- Loondoorbetalingsverplichting
Als de werknemer langer dan 6 maanden werkt en is hij opgeroepen, maar kan hij door een reden die voor risico van de werkgever komt toch niet werken, dan heeft hij recht op doorbetaling van het loon. In een cao kan staan dat de periode van 6 maanden wordt verlengd. Dit kan alleen als het gaat om incidentele werkzaamheden of werkzaamheden die geen vaste omvang kennen, bijvoorbeeld bij vervanging bij ziekte. In dat geval heeft de werknemer recht op uitbetaling van de uren die hij werkt. - Als de werknemer met de werkgever heeft afgesproken dat hij minder dan 15 uur per week werkt, dan heeft hij iedere keer dat de werkgever hem oproept, recht op minimaal 3 uur loon. Ook als hij maar 1 uur werkt.
- De werknemer kan ook een beroep doen op het rechtsvermoeden van de arbeidsomvang. Daarbij geldt dat de werknemer denkt dat de vaste arbeidsduur gelijk is aan de gemiddelde arbeidsduur van de afgelopen 3 maanden.
Vier dagen van tevoren
De werkgever moet de werknemer minstens 4 kalenderdagen van tevoren oproepen voor werk. Als de werkgever de werknemer minder dan 4 dagen van tevoren oproept, is hij niet verplicht om te komen werken. De werkgever moet de oproep schriftelijk of elektronisch doen. Dat kan bijvoorbeeld een e-mail of een WhatsApp-bericht aan de werknemer zijn. Maak goede afspraken over hoe de werknemer bereikbaar is.
Als de werkgever de oproep binnen 4 dagen afzegt of de werktijden verandert, dan heeft de werknemer sinds 1 januari 2020 recht op loon over de uren waarop hij was opgeroepen.
In een cao kan worden vastgelegd dat de oproeptermijn van 4 dagen wordt verkort tot (minimaal) 1 dag.
Aanbod na 1 jaar
De oproepkracht mag de werkgever hooguit een jaar zo laten werken. Als de werknemer na dat jaar in dienst blijft, dan krijgt hij recht op een vast aantal uren per week, maand of jaar. De werkgever moet dit aanbod binnen een maand na dat jaar doen.
De werknemer heeft dan minimaal recht op de uren per maand die hij de afgelopen 12 maanden gemiddeld per maand werkte. Als hij het afgelopen jaar gemiddeld 100 uur per maand werkte, dan heeft hij na dat jaar recht op 100 uur per maand werk.
Als de werknemer geen vast aantal uren bij de werkgever wil, dan mag hij het aanbod weigeren en oproepkracht blijven zonder de garantie van een vast aantal uren werk. De werkgever moet de werknemer wel elke 12 maanden opnieuw een aanbod doen.
Seizoensarbeid
Voor seizoensarbeid kan in de cao worden afgesproken dat geen minimale oproep- en opzegtermijn geldt. Ook is de werkgever niet verplicht om een vaste arbeidsomvang aan te bieden als de werknemer op 1 januari 2020 minstens een jaar in dienst is. Dit geldt alleen voor klimatologische functies die maximaal 9 maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend en die in de cao staan. Dit mag alleen als de betreffende functie niet aansluitend langer door dezelfde werknemer kan worden gedaan.
Loon bij ziekte
De werknemer heeft recht op doorbetaling bij ziekte op de dagen dat hij is ingeroosterd. Hij krijgt bij ziekte minstens 70 procent van het loon voor de garantie-uren (minimum aantal uren in contract). Als dit bedrag lager is dan het voor de oproepkracht geldende minimumloon, dan heeft hij recht op het minimumloon. Na afloop van het arbeidscontract kan de werknemer een ziektewetuitkering aanvragen bij UWV.
Bron: Rijksoverheid