Als een diensttijduitkering aan alle voorwaarden voldoet, is de diensttijdvrijstelling van toepassing. De diensttijduitkering hoort dan niet tot het loon van de werknemer en is onbelast.
Voorwaarden
De voorwaarden voor de diensttijdvrijstelling zijn:
- de werknemer is minimaal 25 jaar of 40 jaar in dienst;
- de diensttijduitkering of -verstrekking is eenmalig;
- de diensttijduitkering of -verstrekking is maximaal het loon over een maand.
1 Strikte grens: 25 of 40 jaar
De diensttijdvrijstelling geldt als de werknemer minstens 25 jaar in dienst is en nogmaals als de werknemer tenminste 40 jaar in dienst is.
De grens van 25 of 40 jaar is zeer strikt. Als één dag ontbreekt, geldt de diensttijdvrijstelling niet. Begint de dienstbetrekking van een werknemer bijvoorbeeld op 2 januari 1985 en eindigt hij per 31 december 2024, dan is de periode van 40 jaar niet volgemaakt.
Dienstverbanden bij zelfde werkgever
Voor de diensttijdvrijstelling geldt niet alleen de duur van het laatste dienstverband. De diensttijd van eerdere dienstverbanden bij dezelfde werkgever tellen ook mee. Belangrijk is dat de werknemer loon heeft ontvangen voor de verrichte arbeid. De perioden waarin het dienstverband onderbroken is, tellen niet mee.
Uitzendkracht in dienst
Bij de diensttijd gaat het om de periode waarin een werknemer in dienstbetrekking is bij dezelfde werkgever. Heeft een werknemer eerst als uitzendkracht bij de werkgever gewerkt, dan tellen deze jaren niet mee.
Diensttijd bij andere werkgever
Je mag in bepaalde gevallen de diensttijd bij een andere werkgever wel meetellen. Voorbeelden hiervan zijn:
- De werknemer is bij een andere werkgever in dienst getreden vanwege een overgang van onderneming. Hij werkt feitelijk nog steeds voor dezelfde onderneming.
- Tussen de werkgevers bestaat een zodanige verhouding dat het normaal is om die diensttijd mee te tellen, bijvoorbeeld als de werkgevers deel uitmaken van hetzelfde concern.
- De werkgever gaat uit van de dienstjaren die zijn pensioenuitvoerder in aanmerking neemt. De Belastingdienst gaat hiermee akkoord als de werkgever hierbij een bestendige gedragslijn heeft. De werkgever moet deze bestendige gedragslijn op verzoek van de Belastingdienst aannemelijk kunnen maken.
2 Eén keer vrijstelling
De diensttijdvrijstelling geldt één keer bij een 25-jarig dienstverband en één keer bij een 40-jarig dienstverband.
Let op: als de vrijstelling bij een 25-jarig dienstverband nog niet is gebruikt, mag je bij een 40-jarig dienstverband de vrijstelling 2 keer toepassen.
3 Fiscale loon over maand
De maximale diensttijdvrijstelling is het fiscale loon over een maand dat een werknemer ontvangt op het moment van uitbetalen van de diensttijduitkering. Dit is het loon uit kolom 14 van de loonstaat. Loon uit tegenwoordige dienstbetrekking én loon uit vroegere dienstbetrekking tellen mee.
Je houdt geen rekening met:
- bijzondere beloningen die niet vast en gegarandeerd zijn, zoals tantièmes;
- aanspraken die tot het loon behoren;
- keuzeloon (cafetariaregeling).
Bij het fiscale loon over een maand tel je het maandbedrag op van:
- het werknemersaandeel in de pensioenpremie;
- de werknemersbijdrage voor aanspraken die overeenkomen met aanspraken op WW-, ZW-, WAZO- en WAO/WIA-uitkeringen;
- de werknemersbijdrage voor aanspraken op uitkeringen bij overlijden of invaliditeit door een ongeval;
- bedragen die worden ingehouden in plaats van de hierboven genoemde premies en bijdragen.
Daarnaast telt je bij het berekende bedrag op:
- 1/12 van de vakantiebijslag;
- 1/12 van het jaarbedrag van vaste gegarandeerde bijzondere beloningen;
- 1/12 van het jaarbedrag van een keuzebudget waarop de werknemer recht heeft volgens een cao of arbeidsovereenkomst. Het maakt daarbij niet uit waar de werknemer (een deel van) het budget aan besteed.
Je mag geen rekening houden met loon dat de werknemer van een andere inhoudingsplichtige ontvangt.
Deeltijdloon
Als de werknemer minder is gaan werken maar de hoogte van de diensttijduitkering is een voltijd maandloon, ga je voor de berekening van de diensttijdvrijstelling toch uit van het deeltijdloon.
Geld of goederen
Een werkgever mag een diensttijduitkering verstrekken in zowel ‘loon in geld’ als ‘loon in natura’, zolang de totale waarde niet meer is dan een maandloon.
Eindheffingsloon WKR
Als je aan voornoemde drie voorwaarden voldoet, geldt de diensttijdvrijstelling. Het bedrag boven het maandloon is loon voor de werknemer. De werkgever mag dit bedrag ook aanwijzen als eindheffingsloon werkkostenregeling (WKR).
De diensttijduitkering is loon voor de werknemer als je niet aan alle voorwaarden voldoet. Je kunt de uitkering aanwijzen als eindheffingsloon WKR. De diensttijduitkering moet dan aan de gebruikelijkheidstoets voldoen.
Vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen tot een bedrag van € 2.400 per werknemer per jaar beschouwt de Belastingdienst als gebruikelijk.
Voorbeeld eindheffingsloon WKR
De werknemer is 12,5 jaar in dienst en ontvangt een diensttijduitkering van € 1.500. Dat is een half maandsalaris. De werkgever wil dit onbelast uitkeren aan de werknemer. Wat moet je doen?
Bij een diensttijd van 12,5 jaar is de diensttijdvrijstelling niet van toepassing. Je controleert of de diensttijduitkering voldoet aan de gebruikelijkheidstoets. De werknemer ontvangt naast de diensttijduitkering geen andere vergoedingen en verstrekkingen.
De werkgever kan de diensttijduitkering daarom aanwijzen als eindheffingsloon. Bij overschrijding van de vrije ruimte is de werkgever 80 procent eindheffing verschuldigd.
Bron: Forum Salaris en paragraaf 21.2.1 Handboek Loonheffingen