Met de werkkostenregeling kan de werkgever zaken belastingvrij aan werknemers vergoeden of verstrekken, zoals het kerstpakket of een personeelsuitje.
Vrije ruimte
De werkkostenregeling kent in 2019 een vrije ruimte van 1,2% van de loonsom. Tot dit bedrag zijn alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers onbelast en hoeft de werkgever ook geen belasting af te dragen.
In 2020 gaat de vrije ruimte omhoog. De vrije ruimte wordt dan berekend als 1,7% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,2% van het restant van die loonsom.
Eindheffing 80%
Als de werkgever met alle vergoedingen en verstrekkingen in het jaar 2019 boven de vrije ruimte van 1,2% uitkomt, dan betaal je 80% loonbelasting over het meerdere via een eindheffing. De vergoeding of verstrekking blijft voor de werknemers belastingvrij.
Gebruikelijkheidstoets
Als je iets in de werkkostenregeling wilt onderbrengen, moet dit voldoen aan de gebruikelijkheidstoets. Dit betekent dat de vergoeding of verstrekking niet meer dan 30% mag afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is.
Het moet dus gebruikelijk zijn dat de werknemer vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van een bepaalde omvang belastingvrij krijgt en dat de werkgever de loonbelasting/premie volksverzekeringen via de eindheffing voor uw rekening neemt.
Voorbeeld bonus
De werkgever geeft een aantal werknemers elk jaar een belaste bonus van € 6.000. Deze werknemers krijgen dan netto elk ongeveer € 3.000. Dit jaar geef je dezelfde werknemers dezelfde bonus, maar dan onbelast. Elke werknemer krijgt dan netto € 6.000. Je mag de bonus dan niet aanwijzen als eindheffingsloon, omdat dit ongebruikelijk is
Doelmatigheidsgrens
Een doelmatigheidsgrens van € 2.400 geldt per werknemer per jaar. Tot dit bedrag gaat de Belastingdienst ervan uit dat een vergoeding of verstrekking voldoet aan het gebruikelijkheidscriterium en hoef je in principe geen naheffingen te verwachten.
Let op! Het bedrag van € 2.400 geldt in alle redelijkheid, dus bijvoorbeeld niet voor zover het loon van de werknemer lager is dan de bedragen waar hij recht op heeft volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of als stagiair.
Bron: Handboek Loonheffingen en ANB.nl