De oud-werknemer moet de boetes betalen wegens schending van het geheimhoudings- en nevenwerkzaamhedenbeding. Dat heeft de kantonrechter bepaald.
Wat is de situatie?
De werkgever (OTS) maakt onderdeel uit van een groep van ondernemingen die zich bezighoudt met de exploitatie van schepen die offshore constructiewerkzaamheden verrichten en op de zeebodem pijpleidingen aanleggen.
De werknemer is op 2 april 2007 in dienst getreden bij OTS op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, het meest recent in de functie van managing director. In dat kader is hij ook benoemd tot statutair bestuurder van een aantal groepsvennootschappen, niet zijnde de werkgever.
Bij afzonderlijke brieven van 28 november 2016 is de werknemer bericht dat vanwege een financiële reorganisatie op dat moment niet kon worden overgegaan tot uitkering van de phantom shares noch van de toegekende bonus en dat deze verplichting werd opgeschort. De werknemer heeft met deze opschorting ingestemd.
De accountant heeft de geconsolideerde jaarrekening 2016 van de groep gecontroleerd. Daarbij is gestuit op transacties van OTS met Emporos waarvan Bovando 100% aandeelhouder is.
Bij brief van 18 september 2017 heeft OTS opnieuw bij de werknemer verzocht informatie over Emporos te verschaffen.
De gemachtigde van de werknemer heeft op 22 september 2017 OTS bericht dat de gevraagde informatie niet zou worden verstrekt.
Op 9 oktober 2017 heeft OTS Hermes opdracht gegeven onderzoek te doen naar de achtergrond van de betalingen die aan Emporos zijn gedaan en heeft zij de werknemer op non-actief gesteld.
Bij brief van 24 november 2017 aan de werkgever heeft de werknemer zijn arbeidsovereenkomst per 31 december 2017 opgezegd.
Bij brief van 29 november 2017 heeft OTS jegens de werknemer aanspraak gemaakt op betaling van de boete wegens overtreding van het nevenwerkverbod, dan wel schadevergoeding als deze op een hoger bedrag uitkomt.
Wat eist de werknemer?
De werknemer vordert de bonus en de phantom shares. Hij stelt daartoe dat hem bij brief van 5 juli 2016 door OTS een bonus is toegekend van € 85.360 bruto, zijnde € 41.723,55 netto en dat deze niet is uitgekeerd. Deze bonus had ingevolge het handboek vóór 1 augustus 2016 betaald moeten worden, zodat OTS ook de wettelijke verhoging van 50% over dit bedrag verschuldigd is geworden, te weten:
€ 42.680 netto.
Verder zijn de aan hem toegekende phantom shares niet op 1 januari 2018 bij einde dienstverband uitgekeerd, zodat hij aanspraak heeft op uitbetaling van € 16.358,65, vermeerderd met 50% aan wettelijke verhoging ten bedrage van € 8.179,33.
Wat eist de werkgever?
OTS stelt dat de oud-werknemer vanaf 10 maart 2014 tot en met 31 december 2017 voortdurend het verbod op nevenwerk, zoals bepaald in artikel 13 van de arbeidsovereenkomst, heeft overtreden en daardoor de in artikel 16 van de arbeidsovereenkomst bepaalde boete is verschuldigd, te weten:
(€ 4.500 aan eenmalige boete en 1368 x € 450,00 aan dagboete =) € 620.100.
Verder heeft de man 18 keer het in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst vastgelegde geheimhoudingsbeding overtreden, waardoor hij een boete van (18 x € 4.500 =) € 81.000, is verschuldigd.
Tot slot is de werknemer volgens OTS de kosten voor het onderzoek van Hermes verschuldigd ten bedrage van € 58.780,30.
Wat zijn de feiten?
Vaststaat dat de man vanaf de oprichting op 10 maart 2014 middellijk aandeelhouder was van Emporos. Uit het door de werknemer overgelegde e-mailbericht van 3 februari 2016 volgt verder dat de man vanaf 10 maart 2014 tot en met 30 juni 2014 en opnieuw vanaf 23 oktober 2014 daarnaast was ingeschreven als (mede)directeur van Emporos.
Verder staat vast dat in de arbeidsovereenkomst een boete is gesteld op overtreding van het nevenactiviteitenverbod en van het gebod tot geheimhouding.
Boete en onderzoekskosten toewijsbaar
Met de vertrouwelijke informatie die de man kreeg als werknemer van OTS, heeft hij actief zijn eigen onderneming Emporos gevoed en heeft hij OTS beconcurreerd. Dit geldt temeer nu hij namens Emporos in stilte een bemiddelingsovereenkomst heeft gesloten met de directe concurrent van OTS, Subtech. Dat dit rendabel was blijkt wel uit het e-mailbericht van 3 juni 2015.
De man voert nog wel aan dat hij niet dagelijks heeft gewerkt voor Emporos, maar uit zijn directeurschap, zijn middellijk aandeelhouderschap en de langdurige overeenkomst met Subtech wordt geconcludeerd dat hij voortdurend zijn nevenactiviteitenverbod heeft overtreden.
De kantonrechter concludeert: de boete zoals gevorderd is toewijsbaar, te weten: € 710.100.
Ook de kosten voor het onderzoek zijn toewijsbaar. OTS heeft de facturen van Hermes overgelegd, zodat vastgesteld kan worden dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De opdracht voor het onderzoek is pas gegeven nadat meerdere keren aan de werknemer was verzocht openheid van zaken te geven, hetgeen hij weigerde.
Bonus en phantom shares niet toewijsbaar
OTS betwist dat zij de bonus en uitkering van de phantom shares is verschuldigd, omdat deze zijn toegezegd door haar moeder Ocean Shipping ASA. Subsidiair voert zij aan dat sprake is van dwaling.
OTS heeft voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat de beslissing van 30 september 2014 om de werknemer phantom shares uit te keren en de beslissing van 5 juli 2016 om hem een bonus toe te kennen over 2015/2016, niet zouden zijn genomen als OTS op dat moment had geweten van de betrokkenheid van de man bij Emporos en de met Subtech gesloten bemiddelingsovereenkomst.
Deze beslissingen zijn dan ook terecht door OTS vernietigd, zodat de vorderingen ten aanzien van de phantom shares en de bonus niet toewijsbaar zijn.
De kantonrechter veroordeelt de oud-werknemer tot betaling van € 756.696,34.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 7 oktober 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7305