Staatssecretaris Snel van Financiën geeft een aanvullende reactie op een motie over letselschadevergoedingen.
Hoge belastingdruk
De huidige vormgeving van box 3 leidt ertoe dat ook mensen die een letselschadevergoeding hebben ontvangen die wordt aangehouden op een betaal- of spaarrekening en die een vermogen in box 3 hebben dat hoger is dan het heffingvrije vermogen, worden belast alsof een deel van hun vermogen uit beleggingen bestaat. In die gevallen is de belastingdruk op hun letselschadevergoeding hoog. De staatssecretaris onderkent dat dit ongewenst is.
Aanpassing box 3
Het kabinet heeft voorgesteld om het box 3-stelsel aan te passen, door voortaan in box 3 het werkelijke spaargeld van belastingplichtigen centraal te stellen. Een wetsvoorstel wordt uitgewerkt waarmee belastingplichtigen met vooral of uitsluitend spaargeld aanzienlijk minder, en in veel gevallen zelfs geen box 3-belasting meer zullen betalen. Dit zal ook gaan gelden voor een op een betaal- of spaarrekening aangehouden letselschadevergoeding.
Uitgangspunt box 3
Het kabinet vindt een vrijstelling voor letselschadevergoedingen voor box 3 geen optie, omdat het in strijd is met het uitgangspunt van box 3 dat vermogen dat op de peildatum tot het bezit behoort deel uitmaakt van de rendementsgrondslag. Alleen voor zover het bedrag van de schadevergoeding op de peildatum van 1 januari van ieder jaar nog in bezit is van een persoon, is het vermogen en maakt daarmee deel uit van de rendementsgrondslag van box 3.
Niet mogelijk
Een voorwaarde voor een vrijstelling is dat te bepalen moet zijn wat onder de vrijstelling valt. Voor een schadevergoeding in de vorm van geld is dat in principe niet mogelijk door zogenoemde verwatering. Bij een afname van het vermogen als gevolg van het feitelijk gebruiken van de schadevergoeding is niet te zien welke euro’s dat zijn. Dit maakt een uitzondering voor letselschadevergoedingen in box 3 in principe niet mogelijk.
Brief aanvullende reactie over letselschadevergoedingen