Dit wordt misschien wel de grootste wijziging in de inkomstenbelasting sinds 2001 volgens de staatssecretaris. Doel is dat deze hervorming vanaf 1 januari 2022 in gaat.
2,9 miljoen mensen betalen nu nog belasting over het spaargeld in box 3. Volgens voorlopige berekeningen wordt de eerste 440.000 euro voor mensen met alleen spaargeld belastingvrij. Bijna een half miljoen mensen gaan minder belasting betalen dan dat zij nu doen.
Belasting over vermogen
Iedereen met meer vermogen dan 30.360 euro (of 60.720 euro met fiscaal partner) uit bijvoorbeeld spaargeld of aandelen, betaalt hier nu belasting over. Op dit moment worden spaarders belast alsof een deel van het vermogen dat ze hebben uit beleggingen bestaat, ook als zij alleen spaargeld hebben. Zij moeten daardoor meer belasting betalen dan als je afzonderlijk naar hun spaargeld zou kijken.
Werkelijke hoeveelheid spaargeld
Staatssecretaris Snel licht in een brief het voorstel toe waardoor straks voor het eerst gerekend wordt met de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden van een belastingplichtige. Dit betekent dat de belasting over spaargeld in box 3 wordt vastgesteld aan de hand van de werkelijke hoeveelheid spaargeld.
Vooraf vastgestelde rente
Over deze werkelijke hoeveelheid spaargeld wordt dan een vooraf vastgestelde rente berekend, die zoveel mogelijk aansluit bij de werkelijke spaarrente. Dit zou nu bijvoorbeeld maar 0,09% zijn.
Kleine beleggers (onder de 30.000 euro) die nu geen belasting betalen hoeven dat volgens het voorstel straks ook niet te doen. Voor degenen die wel belasting blijven betalen wordt het tarief circa 33%.
In het nieuwe stelsel blijven de voordelen van het huidige systeem behouden, zoals de vooraf ingevulde aangifte. Het nieuwe systeem is wel gevoeliger voor belastingontwijking. Daarom komen er anti-arbitragemaatregelen om dit tegen te gaan.
Hoe nu verder?
Het kabinet realiseert zich dat het gewenst is om de vermogensrendementsheffing zo snel mogelijk aan te passen. Het wetsvoorstel wordt daarom voor de zomer van 2020 aan de Tweede Kamer gestuurd, zodat deze voor het einde van 2020 in de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld. Om de Belastingdienst voldoende tijd te geven om deze grote structuurwijziging door te voeren, is het streven dat het nieuwe systeem 1 januari 2022 in werking treedt.
Voor de langere termijn zal het kabinet in het onderzoek naar bouwstenen voor een beter belastingstelsel meer fundamentele beleidsopties laten uitwerken op terrein van het belasten van vermogen, mede in samenhang met ander vermogen en andere vermogensinkomsten.