Werkgever is een (thuis)zorginstelling. Werknemer is geestelijk verzorger. De arbeidsovereenkomst met werknemer is per 1 september 2018 verlengd voor de duur van een jaar.
Werknemer heeft zich in de maand februari 2019 verschillende keren ziek gemeld.
In de op 6 maart 2019 opgestelde probleemanalyse staat dat de werknemer nog volledig arbeidsongeschikt is.
Plan van aanpak
Per e-mail van 18 maart 2019 heeft werknemer een afspraak met werkgever voor het opstellen van het plan van aanpak afgezegd. Werkgever heeft werknemer hierop per mail en (aangetekende) post een eerste waarschuwing gestuurd en hem nogmaals uitgenodigd voor het opstellen van het plan van aanpak.
Werknemer heeft werkgever hierop op 18 maart 2019 een e-mail gestuurd waarin hij aangeeft dat hij de re-integratie niet tegenwerkt maar vanwege zijn situatie de deur niet uit kan. Hij staat open voor een afspraak bij hem thuis met betrekking tot het plan van aanpak.
Werkgever heeft vervolgens eenzijdig een plan van aanpak opgesteld en aan werknemer doen toekomen. Werknemer heeft dit plan aangevuld en per post aan werkgever geretourneerd.
Bijstelling Probleemanalyse
Naar aanleiding van een bezoek van werknemer aan de bedrijfsarts d.d. 15 april 2019 heeft de bedrijfsarts een “Bijstelling Probleemanalyse” opgesteld waarin de conclusie is dat de werknemer nog altijd geheel arbeidsongeschikt is en hij niet op het werk kan komen voor gesprekken.
In de “Bijstelling Probleemanalyse” die de bedrijfsarts heeft opgesteld naar aanleiding van een bezoek van werknemer op 20 mei 2019 staat onder meer dat de energie en het persoonlijk functioneren van werknemer nog zeer sterk beperkt zijn, dat er nog geen mogelijkheden zijn voor eigen of aangepast werk en dat er op 1 juli 2019 een vervolgafspraak gepland staat.
Ernstige verdenkingen
Per brief van 22 mei 2019 heeft werkgever aan werknemer kenbaar gemaakt ernstige verdenkingen te hebben dat hij niet de waarheid heeft gesproken met betrekking tot zijn ziekte en hem uitgenodigd voor een gesprek op 23 mei 2019. Per e-mail van 23 mei 2019 heeft de gemachtigde van werknemer naar aanleiding hiervan aan werkgever bericht dat werknemer niet in staat is met werkgever in gesprek te gaan en haar om toezending van haar vragen verzocht.
Zieke man
De casemanager heeft in een mail naar de directeur van de zorginstelling gemeld dat de bedrijfsarts adviseert om op grond van de door werkgever verzamelde informatie een arbeidsjurist in te schakelen en later heeft zij het volgende gemaild:
“Toen ik de arts consulteerde over de bewijzen die u had verzameld over de werkzaamheden van [werknemer] als gastspreker op diverse plaatsen in binnen en buitenland tijdens zijn ziekteverlof zei hij dat hij het niet geloven kon omdat [werknemer] zich bij hem heel anders gedroeg. Als [werknemer] bij de arts was zat er een zieke man, aldus de arts.”
Ontslag op staande voet
Werkgever heeft werknemer per brief van 23 mei 2019 op staande voet ontslagen. Over de reden voor dit ontslag staat in deze brief onder meer vermeld dat de werknemer de indruk wekte nergens toe in staat te zijn. En dat hij naar eigen zeggen te ziek om zelfs maar naar buiten te gaan. Maar tot verbazing van de werkgever staan er op internet verschillende situaties waarbij de werknemer aanwezig was, ondanks het feit dat hij dus zelf aangaf volledig ziek te zijn. Het gaat om onder meer om het geven van een lezing en gastlessen.
Dringende reden
Dat de werknemer in een groot deel van zijn ziekteperiode de werkgever doelbewust onjuist voorgelicht heeft over zijn gezondheidstoestand, levert volgens de werkgever een dringende reden op om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te kunnen zeggen door middel van dit ontslag op staande voet.
In een mail van de bedrijfsarts aan de gemachtigde van de werknemer staat het volgende:
“Hij is naar mij open geweest over ziekte en activiteiten. De opmerking dat hij mij zou hebben voorgelogen of dat ik medische informatie aan de werkgever verstrekt zou hebben zijn pertinent onjuist.”
Bij brief van 18 juli 2019 heeft werkgever, voor het geval het ontslag op staande voet niet zal standhouden, aan werknemer kenbaar gemaakt dat zijn arbeidsovereenkomst niet verlengd zal worden.
Werknemer: vernietig ontslag
De werknemer verzoekt de kantonrechter het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen, werkgever op straffe van verbeurte van een dwangsom te verplichten haar verplichtingen uit de Wet Poortwachter na te komen en werkgever te veroordelen tot betaling van het salaris van werknemer vanaf 23 april 2019 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd. Ook vraagt hij om een billijke vergoeding.
Werkgever: dringende opzeggingsreden
Werkgever verzoekt de kantonrechter voor recht te verklaren dat werknemer door opzet dan wel door schuld werkgever een dringende reden heeft gegeven de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen op grond waarvan werknemer een vergoeding aan de werkgever is verschuldigd.
Wat zegt de kantonrechter?
De kantonrechter overweegt als volgt. In de overgelegde probleemanalyse van 6 maart 2019 en de bijstellingen daarvan d.d. 15 april en 20 mei 2019 staat vermeld dat de energie van werknemer (zeer) beperkt is, dat werknemer zijn eigen of aangepaste werk niet kan verrichten en dat werknemer niet in staat is op het werk te komen voor een gesprek. De door werknemer ontplooide activiteiten roepen dan ook vragen op, zeker nu deze ook deels in België hebben plaatsgehad.
Tegenstrijdige mails
Werkgever heeft ter onderbouwing van haar stelling dat werknemer heeft gelogen over zijn gezondheidssituatie verwezen naar de e-mail van de casemanager van de arbodienst. In die e-mail staat dat de bedrijfsarts verbaasd was over de door werknemer ontplooide activiteiten, aangezien werknemer zich bij hem heel anders heeft gedragen, namelijk als een zieke man.
Deze e-mail sluit echter niet aan bij de door werknemer overgelegde e-mail van de bedrijfsarts zelf, waarin staat dat werknemer naar de bedrijfsarts toe open is geweest over zijn ziekte en activiteiten en dat het pertinent onjuist is dat werknemer hem zou hebben voorgelogen.
Werkgever heeft vraagtekens geplaatst bij die e-mail.
Bewijs leveren
Gelet op laatstgenoemde tegenstrijdige e-mails, staat nu niet vast dat werknemer zich zieker heeft voorgedaan dan dat hij was en dus heeft gelogen over zijn gezondheidssituatie. De kantonrechter acht dan ook bewijslevering noodzakelijk om vast te stellen of dit inderdaad het geval is en daarmee of werknemer terecht op staande voet is ontslagen. Daarbij geldt dat de bewijslast van de aanwezigheid van een dringende reden op de werkgever rust. Werkgever zal daarom worden opgedragen bewijs te leveren.
Uitspraak Rechtbank Overijssel, 12 augustus 2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:3066