Met de Participatiewet is loonkostensubsidie (LKS) geïntroduceerd voor mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen. Zij zijn ook verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
In de normale WIA-systematiek worden deze werknemers echter per definitie volledig arbeidsongeschikt bevonden, omdat zij geen regulier werk op WML-niveau kunnen verrichten. Mogelijk kunnen zij echter nog wel ander werk uitvoeren met loonkostensubsidie.
In de Wet WIA is daarom vastgelegd dat bij het bepalen van het arbeidsongeschiktheidspercentage in de WIA rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat een werknemer met loonkostensubsidie heeft gewerkt.
Wijziging WIA
Bij de start van de uitwerking van de benodigde aanpassingen van de WIA voor LKS-werknemers is als uitgangspunt genomen om de WIA-systematiek zo goed mogelijk te benaderen. De insteek was een arbeidsongeschiktheidspercentage te berekenen op basis van loonwaarde in plaats van op basis van verlies van verdiencapaciteit, zoals gebruikelijk.
Loonwaarde LKS-werknemer
Door een vergelijking te maken tussen de loonwaarde die iemand had in de functie toen hij ziek werd, en de theoretische loonwaarde die iemand in een andere functie zou kunnen hebben, zou een arbeidsongeschiktheidspercentage berekend kunnen worden. Vervolgens zou de hoogte van de WIA-uitkering kunnen worden bepaald.
De minister is samen met UWV tot de conclusie gekomen dat die werkwijze niet mogelijk is. Dit heeft te maken met het feit dat de loonwaarde die een LKS-werknemer heeft sterk afhankelijk is van de individuele situatie en op de werkvloer concreet moet worden vastgesteld. Het gaat om een combinatie van de specifieke kenmerken van de werknemer, het specifieke aangeboden werk en de werksituatie bij de werkgever.
Andere oplossing
Het is daardoor ondoenlijk om te bepalen wat een LKS-werknemer mogelijkerwijs in een nog niet bestaande arbeidssituatie aan loonwaarde zou kunnen hebben. Het bepalen van een dergelijke theoretische loonwaarde heeft een te hoog speculatief gehalte. Daarom is een andere oplossing uitgewerkt.
WIA bij verlies arbeidsvermogen
Werknemers met loonkostensubsidie krijgen in die oplossing recht op een WIA-uitkering als zij hun arbeidsvermogen verliezen. Bij werknemers met loonkostensubsidie is bij ziekte de belangrijkste vraag namelijk of zij nog met loonkostensubsidie kunnen werken of dat zij helemaal niet meer kunnen werken.
Als zij nog wel kunnen werken met loonkostensubsidie, hebben zij geen verlies van inkomen. In iedere baan met loonkostensubsidie verdienen zij het minimumloon of net iets meer. Als zij helemaal niet kunnen werken, moeten zij terug kunnen vallen op een uitkering. In die gevallen moeten zij een WIA-uitkering krijgen.
Een werknemer die helemaal geen arbeidsvermogen meer heeft, kan niet werken in een baan met loonkostensubsidie en krijgt in deze oplossing een WIA-uitkering op basis van zijn oude loon en volledige arbeidsongeschiktheid.
Wanneer een werknemer met loonkostensubsidie een (toegenomen) medische urenbeperking heeft vanwege zijn ziekte ontvangt deze werknemer in deze oplossing een uitkering op basis van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid.
De werknemer kan immers voor de uren die hij of zij nog kan werken met loonkostensubsidie het
minimumloon verdienen en kan dus nog gedeeltelijk werken. Op het moment dat geen sprake is van een (toegenomen) medische urenbeperking en de werknemer heeft nog arbeidsvermogen, dan heeft deze werknemer geen recht op een WIA-uitkering.
Actuele en betrouwbare informatie
De uitvoering van deze oplossing is echter geen sinecure. UWV moet kunnen beschikken over actuele en betrouwbare informatie over het werken met loonkostensubsidie van een werknemer. Met het wetsvoorstel ‘uitvoeren breed offensief’ worden er stappen gezet om te zorgen dat UWV over actuele en
betrouwbare informatie over het gegeven loonkostensubsidie kan beschikken.
Betaalstraat inrichten
Daarnaast betekent deze aanpassing ook dat UWV een nieuwe zogenoemde betaalstraat moet inrichten en de claimbeoordeling op een andere wijze moet inrichten voor de groep LKS-gerechtigden. De wijziging vraagt dus veel van de uitvoering.
Een dergelijke wijziging is alleen doelmatig op het moment dat er ook een groot aantal werknemers met loonkostensubsidie de WIA instroomt en dit bij een ander criterium niet gedaan zouden hebben.
Omvang LKS-gerechtigden
Op dit moment is er geen goed zicht op de omvang van de populatie LKS-gerechtigden die een beroep op de WIA doen. Daarom zal de minister dit eerst onderzoeken. Koolmees zal voor de zomer van
2021 informeren over de uitkomsten van dit onderzoek.
Een aanpassing in de criteria voor de WIA voor werknemers met loonkostensubsidie zal op zijn vroegst
plaats kunnen vinden per 1 januari 2023, een jaar later dan gemeld in de SZW begroting 2021.