In een pdf komen onder meer de belangrijkste wijzigingen en het overgangsjaar 2021 aan de orde.
Nieuwe rekenwijze
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wvbvv) introduceert een standaard rekenwijze waarbij de beslagvrije voet op basis van broninformatie wordt berekend. Daarbij wordt vanuit data uit de Basis Registratie Personen (BRP) de leefsituatie en vanuit data uit de polisadministratie het inkomen van de leefeenheid herleid.
Met deze data wordt vervolgens via een wettelijk vastgelegde rekenformule de basis beslagvrije voet op uniforme wijze berekend.
Uniforme rekentool
Gemeenten maken allemaal gebruik van de wettelijke rekenformule door middel van een uniforme rekentool die zij gaan afnemen. Dit is een centrale voorziening die gevalideerde berekeningen maakt en waarop de gemeente zal moeten aansluiten om de beslagvrije voet altijd solide en juist te kunnen
vaststellen.
Modelmededeling
De modelmededeling is een formulier dat de schuldenaar ontvangt. Dit is een formulier dat met
gevalideerde data moet worden gevuld. De schuldenaar kan aan de hand van de modelmededeling
controleren of de juiste gegevens voor leefsituatie en inkomen voor de beslagvrije voet zijn
gehanteerd en eventuele ontbrekende gegevens, zoals lopende beslagen en verrekeningen, aanvullen.
Bij de modelmededeling zit altijd een brief met informatie over de rechten en mogelijkheden van de schuldenaar. Ook wordt verwezen naar de website www.uwbeslagvrijevoet.nl voor meer informatie over de wet.
Volgorderegeling
De Wvbvv introduceert een volgorderegeling. Deze volgorderegeling schrijft wettelijk voor op welk periodiek inkomen je – in een situatie waarin de schuldenaar over meerdere vormen van periodiek inkomen beschikt – beslag moet leggen.
Voorbeeld:
Bij een combinatie van uitkering met loon uit arbeid schrijft de regeling beslag op de uitkering voor. Een beslag in strijd met de volgorderegeling is vernietigbaar.
Coördinerende deurwaarder
De volgorderegeling is erop gericht bij meervoudige beslagen, de beslagen zo veel mogelijk bij een derde te centreren, zodat beslagleggende partijen op de hoogte zijn van elkaars incassoactiviteiten.
Bij zo’n samenloop wordt één beslagleggende partij de coördinerende deurwaarder (CDW) die het aanspreekpunt is voor de schuldenaar voor wat betreft de beslagvrije voet. In deze nieuwe rol stelt de CDW voor alle beslagleggende partijen de beslagvrije voet vast, coördineert hij de inning en de eventuele verdeling van de afdracht.
Deze CDW communiceert ook met de andere beslagleggers. Dit maakt het overzichtelijker voor de schuldenaar.
95% bijstandsnorm
Op basis van de nieuwe wet moet in een beslagsituatie een schuldenaar in ieder geval 5 procent van zijn totale netto-inkomsten uit arbeid of uitkering in te zetten voor de aflossing van zijn schulden.
Bij lage inkomens bedraagt de beslagvrije voet daardoor 95 procent van dit inkomen. Dit geldt ook bij
verrekening van een vordering met de bijstandsuitkering. De te hanteren beslagvrije voet is dan gelijk
aan 95 procent van de bijstandsnorm, ook wanneer de kostendelersnorm speelt.
Overgangsjaar 2021
Schuldenaren kunnen in 2021 zowel te maken krijgen met een beslagvrije voet op basis van oude regelgeving als op basis van de Wvbvv. Dit komt doordat beslagen en verrekeningen van voor 1
januari 2021 binnen 12 maanden herberekend moeten worden op basis van de nieuwe regelgeving.
Dat houdt in dat zeker in de eerste fase schuldenaren met oudere schulden nog vaak met een
beslagvrije voet op basis van de oude regelgeving te maken zullen hebben. Deze groep schuldenaren
heeft altijd het recht om de beslagleggende partij te benaderen voor een herberekening.
Voor zover de beslagleggende partij nog geen toegang heeft tot een rekentool, zal gebruik moeten
worden gemaakt van de rekentool voor burgers (op uwbeslagvrijevoet.nl) die begin 2021
beschikbaar is. De schuldenaar kan de door hem met deze rekentool uitgevoerde berekening
inclusief de gegevens waarop deze berekening is gebaseerd bij de gemeente aanleveren.
Drie soorten oplossingen
Om per 1 januari 2021 met de wet aan de slag te kunnen, kan de gemeente kiezen uit drie soorten
oplossingen die worden geleverd om de rekentool in gebruik te nemen.
Met deze oplossingen kan de gemeente over data beschikken om de modelmededeling mee te vullen op basis van een centraal gevalideerde berekening.
Voor gemeenten is VNG de implementatiepartner.
Overgangstermijn
Als de gemeente nog niet klaar is voor de Wvbvv is er de mogelijkheid om de beslagvrije voet tijdelijk – tot 1 juli – te berekenen op basis van de ‘oude’ regelgeving. De wet kent hiervoor een overgangstermijn tot 1 juli 2021. Uiterlijk op deze einddatum moet de organisatie dan wel volledig uitvoering kunnen geven aan de Wvbvv.
De overgangstermijn ziet alleen op de berekening van de beslagvrije voet. De volgorderegeling en de
regelgeving rond de CDW treden wel met ingang van 1 januari 2021 in werking.
Ook wanneer schuldenaren om een herberekening vragen, zal de gemeente – ondanks het gebruik van de overgangstermijn – de beslagvrije voet conform nieuwe wet dienen te berekenen.
Aanvraagformulier overgangstermijn bij wet vereenvoudiging beslagvrije voet
Bericht gemeentenieuws over inwerkingtreding wet vereenvoudiging beslagvrije voet