Het Bureau ICT-toetsing (BIT) heeft in de periode 5 december 2019 tot 1 maart 2020 onderzoek verricht naar het programma Implementatie Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (vBVV) en heeft op 19 juni het definitieve advies opgeleverd.
Beslagvrije voet
De beslagvrije voet heeft als doel dat een schuldenaar voldoende middelen overhoudt om in de basale kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien bij beslag op of verrekening van een inkomen of toeslag. Hiermee wordt een bestaansminimum gegarandeerd aan hen die wegens schulden met beslaglegging worden geconfronteerd.
Vereenvoudiging beslagvrije voet
Om deze garantie beter te borgen en om de coördinatie tussen verschillende beslagleggende partijen beter op elkaar af te stemmen is de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet aangenomen.
De wet biedt een oplossing voor de onwenselijke situatie waarbij de beslagvrije voet te laag wordt vastgesteld vanwege het niet, niet volledig of niet tijdig aanleveren van de gegevens die onder de huidige wettelijke regels nodig zijn om een juiste berekening te kunnen uitvoeren.
De wet vereenvoudigt de berekeningswijze zodanig dat een beslagleggende partij in de meeste gevallen op basis van de informatie uit de Basisregistratie Personen (BRP) en de Polisadministratie van het UWV de beslagvrije voet correct kan berekenen.
Implementatie wet
De implementatie van deze wet is een gecompliceerd traject, waarbij een groot beroep wordt gedaan op de samenwerking tussen de ministeries van SZW, Financiën en Justitie & Veiligheid en de verschillende betrokken ketenpartners Belastingdienst, CJIB, IB, KBvG, LBIO, SNG, SVB, UvW, VNG en UWV (BKWI).
Vanwege de noodzakelijke geautomatiseerde gegevensverstrekking- en uitwisseling tussen de vele betrokken partijen en de daarmee gepaard gaande ICT-aanpassingen kostte de implementatie van de wet meer tijd dan vooraf voorzien.
Het streven is nog steeds gericht op 1 januari 2021, waarbij de staatssecretaris voor een aantal organisaties de mogelijkheid van een overgangstermijn van maximaal 6 maanden in de wet zal opnemen.
Het maatschappelijk belang van een spoedige inwerkingtreding wordt onderstreept door de reële verwachting dat er meer mensen te maken zullen krijgen met schulden als gevolg van de huidige crisis rond het coronavirus.
De organisaties die de meeste beslagen voor hun rekening nemen liggen op schema om per 1 januari 2021 met de nieuwe wet aan de slag te kunnen. Hierdoor kan de beslagvrije voet voor mensen met schulden beter worden gerespecteerd.
Overgangstermijn
Partijen die gebruik moeten maken van de overgangstermijn zullen voor nieuwe beslagen de beslagvrije voet op de huidige berekeningswijze vaststellen. In deze gevallen wordt alsnog een beroep gedaan op de schuldenaar om de eigen gegevens aan te leveren en zo de juiste berekening te kunnen uitvoeren. Gedurende het jaar wordt deze oude beslagvrije voet via de nieuwe rekenmethode omgeslagen naar de nieuwe beslagvrije voet.
Het gebruik van de overgangstermijn zal strikt worden ingekaderd zodat dit tot het hoognodige minimum wordt beperkt.
Deze overgangstermijn zal met name worden gebruikt door organisaties die belast zijn met de inning van lokale belastingen.
Mouwen opstropen
Het BIT-advies ziet de staatssecretaris vooral als aanmoediging om de mouwen nog verder op te stropen en samen met alle partijen alles op alles te zetten om implementatie per 1 januari 2021 mogelijk te maken. Dit ook met de verwachting dat een aantal beslagleggende partijen hierbij gebruik moet maken van de overgangstermijn en in het eerste half jaar van 2021 zal aansluiten.
Kamerbrief advies over implementatie vereenvoudiging beslagvrije voet