De werknemer overkwam op 15-jarige leeftijd een arbeidsongeval toen hij op
12 december 2022 voor zijn werkgever de werkgever maaltijden bezorgde met een scooter en viel. Hij liep hierdoor een meervoudige fractuur aan zijn enkel op. In deze procedure gaat het om de vraag of de werkgever als werkgever aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval.
Causaal verband ontbreekt
Volgens de werkgever heeft de werknemer de schade niet geleden in de uitoefening van de werkzaamheden. Ook vindt hij dat hij zijn zorgplicht niet heeft geschonden, omdat de werknemer zonder rijbewijs en zonder toestemming op de scooter is gaan rijden. Mede daarom ontbreekt er volgens de werkgever een causaal verband bestaat tussen de schade en de gestelde zorgplichtschending en is aan de kant van de werknemer sprake van bewuste roekeloosheid.
Aansprakelijk voor geleden schade
Artikel 7:658 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor de door een werknemer – in de uitoefening van zijn werkzaamheden – geleden schade, tenzij de werkgever aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
Werkgever: voldoende gedaan
De werkgever heeft gesteld dat hij onder omstandigheden voldoende heeft gedaan om te voorkomen dat de werknemer met de scooter ging rijden. Op de bewuste dag is meermaals tegen de werknemer gezegd dat hij niet op de scooter mocht rijden. De werkgever registreert bovendien bij aanvang van de werkzaamheden van iedere medewerker of deze ten minste 16 jaar oud is en of deze beschikt over een geldig rijbewijs. Er wordt gewerkt met een “dagtotalen blaadje” waarop wordt genoteerd welke medewerker heeft gewerkt tot hoe laat en op welke specifieke bromfiets wordt gereden en een brommerlijstregistratie.
De werknemer had de maaltijd niet mogen bezorgen. Van de werkgever kan niet worden gevergd dat hij visueel toezicht houdt op de sleutels van de scooters. Ook bestond het vertrouwen dat de sleutels van de scooters niet werden gepakt door werknemers die niet op de scooters mochten rijden. De werkgever vindt dat hij niet in alle denkbare gevaren hoeft te voorzien.
Werknemer: geen veiligheidsmaatregelen getroffen
De werknemer weerspreekt dat veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Daarmee is volgens de werknemer sprake van meerdere schendingen van de arbeidsomstandighedenwetgeving. Hij heeft er bovendien op gewezen dat bovenal een totaalverbod geldt voor het bezorgen van maaltijden onder de 16 jaar oud.
Uitsluitend lichte arbeid verrichten
De kantonrechter stelt voorop dat in de Arbeidstijdenwet en in de Nadere Regeling Kinderarbeid is bepaald dat een kind van 15 jaar uitsluitend lichte arbeid van niet-industriële aard mag verrichten.
Het mag slechts gaan om lichte arbeid, die niet wordt verricht met of aan mechanische arbeidsmiddelen waaraan onacceptabele veiligheidsrisico’s voor een kind of diens omgeving zijn verbonden. Het bezorgen van maaltijden door minderjarigen onder de 16 jaar, is door de wetgever bestempeld als een onacceptabel veiligheidsrisico.
Veiligheidsvoorschrift overtreden
Onder ‘voertuig’ wordt verstaan elk hulpmiddel waarmee de bezorger zich kan voortbewegen. Het geldt dus ongeacht het type voertuig waarmee wordt gereden. De werkgever wist dat de werknemer nog geen zestien jaar was. Op de werkgever rustte de plicht de werknemer met geen enkel voertuig een maaltijd te laten bezorgen. Dit betekent dat de werkgever een op hem rustend veiligheidsvoorschrift heeft overtreden door de werknemer in de uitoefening van zijn werk met de scooter maaltijden te laten bezorgen. Hoewel uit deze overtreding al voortvloeit dat de werkgever niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, gaat de kantonrechter in op het door de werkgever gevoerde verweer in dit kader.
Zonder rijbewijs verboden maaltijden te bezorgen
De kern van het verweer van de werkgever is dat hij zowel bij het aangaan van als tijdens de arbeidsovereenkomst er heel duidelijk over is geweest dat het zonder rijbewijs verboden is met de scooter maaltijden te bezorgen. Hij stelt dat de werknemer eigenmachtig en zonder instemming van de teamleider de scooter heeft gepakt. De werknemer heeft dit betwist. Bovendien blijkt volgens hem uit de 24 whatsappberichten vanaf de dag van het ongeval tot 11 januari 2024 tussen de werknemer en de leidinggevende dat de leidinggevende wist dat de werknemer niet over een rijbewijs beschikte.
Doeltreffend inlichten over risico’s
Een werkgever moet ‘de werknemers doeltreffend inlichten over de werkzaamheden, de daaraan verbonden veiligheidsrisico’s en de maatregelen die zijn genomen om deze risico’s te voorkomen’ (artikel 8 lid 1 Arbeidsomstandighedenwet). Daarbij moet de werkgever rekening houden met de aan de jeugdige leeftijd ‘inherente beperkte werkervaring en onvoltooide lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van deze werknemers’ (artikel 8 lid 5 Arbeidsomstandighedenwet).
Geen actief beleid gevoerd
Zelfs als aangenomen wordt dat de werkgever niet heeft geweten dat de medewerkers jonger dan zestien jaar oud op de scooter reden, had de werkgever bekend moeten zijn met het risico dat zij toch een scooter mee zouden nemen. Dit geldt te meer nu bekend was bij de werkgever dat juist werknemers die daar te jong voor zijn, graag op de scooter wilden rijden. Om te voorkomen dat dit zou gebeuren, is door de werkgever geen actief beleid gevoerd.
Onvoldoende gedaan om schade te voorkomen
Door de werkgever is geen onderzoek gedaan naar dit risico van het werk. Een risico-inventarisatie en -evaluatie, waarin dit risico moet worden beoordeeld, ontbreekt. Volgens de rechtbank heeft de werkgever onvoldoende gedaan om de schade te voorkomen. De werkgever heeft met de gestelde handelwijze niet aan zijn zorgplicht voldaan.
Geen bewuste roekeloosheid
De werkgever voert aan dat van de werknemer, ondanks dat hij minderjarig was, verwacht had mogen worden dat hij zich bewust is van de risico’s van deelname aan het verkeer met een motorrijtuig waarvoor een rijbewijs is vereist. De werkgever mocht ervan uitgaan dat werknemers zich aan de wettelijke normen zouden houden, waaronder de verplichting om slechts met een geldig rijbewijs een motorrijtuig te besturen. De werknemer heeft het risico op een verkeersongeval bewust aanvaard.
De werknemer voert gemotiveerd verweer. Hij stelt dat hij niet heeft goed nagedacht over het meenemen van de scooter. Hij was zich niet bewust van de risico’s en gevaren en kón deze vanwege zijn leeftijd niet goed overzien. Daarbij werd hij veelvuldig ingezet als maaltijdbezorger.
Actief en effectief veiligheidsvoorschriften in acht nemen
De kantonrechter overweegt dat van bewust roekeloos handelen slechts sprake is als de werknemer zich van het roekeloos karakter van zijn gedraging daarvan daadwerkelijk bewust is geweest. Juist bij een jongen in de leeftijd van de werknemer is daar geen sprake van. De werkgever had daar rekening mee moeten houden door actief en effectief de op zijn rustende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Van opzet of bewuste roekeloosheid is geen sprake.
De werkgever voert aan dat als de werknemer de bezorging op de fiets had uitgevoerd, zoals hij eerder ook deed, het aannemelijk is dat het ongeval zich niet of niet in dezelfde ernst zou hebben voorgedaan. Daarmee ontbreekt volgens de werkgever het causaal verband tussen de gestelde schending van de zorgplicht door de werkgever en de schade zoals die zich heeft gemanifesteerd. Dit wordt door de werknemer bestreden.
Werkgever aansprakelijk voor schade
De werkgever had de destijds 15-jarige de werknemer de maaltijd niet mogen laten bezorgen met welk voertuig dan ook. Met de schending van deze zorgplicht is het causaal verband tussen de tekortkoming en het ongeval gegeven.
De kantonrechter verklaart voor recht dat de werkgever aansprakelijk is voor alle door de werknemer geleden en nog te lijden schade als gevolg van het arbeidsongeval op 12 december 2022.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 18 september 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:5216

