Het wetsvoorstel re-integratie tweede spoor regelt dat kleine en middelgrote werkgevers de re-integratie van zieke werknemers in het tweede ziektejaar in principe richten op re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor).
Het wetsvoorstel wordt uitgesteld gezien de toenemende achterstanden bij het sociaal-medisch beoordelen (SMB) en de extra uitvoeringscapaciteit die dit wetsvoorstel van UWV vraagt.
Spoor 1 en 2
Re-integreren in een andere functie kan op verschillende manieren:
- bij de eigen werkgever;
- bij een andere werkgever;
- via detachering;
- werknemer start eigen bedrijf.
Wat is het verschil tussen spoor 1 en spoor 2 bij de re-integratie van de zieke werknemer? Re-integreren bij de eigen werkgever is het eerste spoortraject. De andere manieren worden het tweede spoortraject genoemd.
Werken bij eigen werkgever (spoor 1)
Werkgever en werknemer zoeken samen actief naar werk binnen de organisatie. De werkgever helpt de zieke werknemer zo goed mogelijk weer aan het werk. De werkgever onderzoekt of er passend werk is binnen de organisatie, bijvoorbeeld door taken met een andere werknemer te wisselen die meer passend zijn bij de gezondheidssituatie van de werknemer. Of door de werknemer te laten solliciteren op vacatures.
De werknemer kan zelf ook voorstellen doen. Ook als hiervoor aanpassingen nodig zijn. De werkgever kan deze voorstellen alleen afwijzen als hier erg belangrijke redenen voor zijn.
Werken bij andere werkgever (spoor 2)
Is er geen passende baan voor de werknemer bij de eigen werkgever? Dan zoeken werkgever en werknemer samen naar een baan bij een andere organisatie. Re-integratiebedrijven kunnen hierbij helpen.
Als de zieke werknemer meer werkgevers heeft, kunnen die samenwerken aan de re-integratie. Misschien is de re-integratie of een uitbreiding van uren wel mogelijk bij de andere werkgever.
Kritiek op wetsvoorstel
Eerder kwam er al forse kritiek op het wetsvoorstel waaronder door de Raad van State.
De Raad van State merkt op dat het wetsvoorstel slechts leidt tot een beperkte verlichting van het werkgeverschap voor kleinere ondernemingen. Aan de (financiële) verplichtingen en verantwoordelijkheden van de werkgever rondom ziekte en re-integratie, die verbonden zijn aan vooral het vaste contract, wijzigt vrijwel niets. De vraag is dan ook in hoeverre het wetsvoorstel de knelpunten in de praktijk daadwerkelijk aanpakt. Ook heeft het voorstel grote uitvoeringsgevolgen voor het UWV.
Het wetsvoorstel moet volgens de Raad van State nader worden overwogen. Leidt het huidige uitstel van dit wetsvoorstel uiteindelijk ook tot afstel?
Loondoorbetaling in tweede ziektejaar
Recent is ook een motie in de Tweede Kamer aangenomen die de regering verzoekt een plan uit te werken om het tweede jaar loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers te vervangen door een collectieve voorziening zonder enige afbreuk te doen aan de rechten van werknemers. Het is voorlopig afwachten wanneer en hoe deze motie wordt uitgevoerd.

