
De werkgever stelt dat hij een bedrag onverschuldigd aan de werknemer heeft betaald, omdat hij – gedurende het jaar dat de werknemer bij de werkgever werkzaam was – salaris heeft uitbetaald op basis van een arbeidsovereenkomst van 32 uur per week in plaats van 24 uur per week. De vordering wijst de kantonrechter af. De werkgever heeft tegenover de gemotiveerde betwisting van de werknemer onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van onverschuldigd betaald salaris.
Salaris o.b.v. 32-urige werkweek
De werkgever vordert bij de kantonrechter veroordeling van de werknemer tot betaling van € 2.050. De werkgever legt aan de vordering ten grondslag dat hij aan de werknemer in het jaar dat deze bij de werkgever heeft gewerkt, salaris heeft uitbetaald op basis van een arbeidsovereenkomst van 32 uur per week in plaats van 24 uur per week. Een deel van dat teveel betaalde bedrag vordert de werkgever terug van de werknemer. Het andere deel heeft hij uit coulance kwijtgescholden.
Geen gespecificeerde berekening
Ondanks dat de werknemer aan de werkgever (en de gemachtigde) heeft verzocht om de benodigde stukken, heeft de werkgever nagelaten een gespecificeerde berekening (of enig andere onderbouwing aan de hand waarvan deze vordering kan worden beoordeeld) te overleggen. Dit mocht – gelet op de gemotiveerde betwisting van de vordering door de werknemer – wel van de werkgever worden verwacht.
Tijdens zitting geen stuk meer overleggen
Op de zitting is namens de werkgever nog aangeboden om één enkel stuk over te leggen. Dat verzoek heeft de kantonrechter afgewezen. Toewijzing daarvan is in de gegeven omstandigheden namelijk in strijd met de goede procesorde. Dat de gemachtigde van de werkgever het betreffende stuk (kennelijk) pas een dag voor de zitting van haar cliënte heeft ontvangen, doet daaraan niet af.
Voor rekening en risico werkgever
Van de werkgever had mogen worden verwacht dat hij de werknemer tijdig had voorzien van (al) de stukken waarop de werkgever de vordering baseert en waartegen de werknemer zich (dus) moet verweren. Het komt voor rekening en risico van de werkgever dat hij dit heeft nagelaten.
Tegenover de gemotiveerde betwisting van de werknemer heeft de werkgever dus onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van onverschuldigd betaald salaris. Om die reden wordt de vordering afgewezen.
De werkgever is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen.
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland, 11 juni 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:6634