
Ook loon over opgebouwde verlofdagen telt mee voor de voorkoming van dubbele belasting. Dat oordeelt de rechtbank.
De werknemer heeft in 2018 voor zijn werkgever 35 dagen buiten Nederland gewerkt aan boord van een schip. Aan boord van een schip werkt de werknemer 12 uur per dag. De rest van de dag is hij ook op het schip. Voor elke dag aan boord van een schip, bouwt de werknemer een verlofdag op.
Partijen zijn het er niet over eens hoe met betrekking tot buiten Nederland gewerkte dagen voorkoming van dubbele belasting moet worden verleend. Wat wordt precies bedoeld met de ‘ter zake daarvan verkregen beloning’ als bedoeld in artikel 15 van het verdrag?
Betreft dit alleen het loon over de fysiek aan boord van het schip gewerkte dagen of ook over de verlofdagen die de werknemer met zijn werk aan boord van het schip opbouwt en op een later moment opneemt. De rechtbank oordeelt dat het om het laatste gaat (het betreft ook de verlofdagen die de werknemer opbouwt en later opneemt). Het toerekenbare loon kan rechtstreeks worden afgeleid uit de loonstroken, zodat geen aanleiding is de dagenbreuk toe te passen.
Waar gaat deze zaak over?
De werknemer is gedurende het jaar 2018 in loondienst van de werkgever.
In 2018 was de werknemer voor zijn werkgever 35 dagen buiten Nederland werkzaam in de volgende landen (inclusief reisdagen):
- Duitsland: 7
- Kazachstan: 17
- Frankrijk: 7
- Brazilië: 4
De rechtbank beoordeelt de vraag of het inkomen waarvoor een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is verleend, tot een te laag bedrag is vastgesteld.
Partijen verschillen van mening over de vraag hoe de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting precies moet worden berekend. Met name de vraag of en zo ja, hoe de opbouw van verlofdagen daarbij een rol speelt, houdt partijen verdeeld.
Wat staat er in belastingverdrag?
De inspecteur heeft gewezen op de bepalingen uit de toepasselijke belastingverdragen, namelijk artikel 15 van de betreffende verdragen (voor Duitsland betreft het artikel 14). Deze bepalingen zijn voor elk van de verdragen (vrijwel) gelijkluidend. Als voorbeeld laat de rechtbank hier de tekst van het verdrag met Kazachstan volgen:
“Artikel 15. Niet-zelfstandige arbeid
- Onverminderd de bepalingen van de artikelen 16, 18, 19 en 20 zijn salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking slechts in die Staat belastbaar, tenzij de dienstbetrekking in de andere Verdragsluitende Staat wordt uitgeoefend. Indien de dienstbetrekking aldaar wordt uitgeoefend, mag de ter zake daarvan verkregen beloning in die andere Staat worden belast.
(…)”
Ter zake daarvan verkregen beloning
De discussie spitst zich toe op de toepassing van de slotzin van het eerste lid, in het bijzonder op de frase ‘de ter zake daarvan verkregen beloning’. Vertaald naar deze zaak gaat het dan om de vraag welk bedrag, in geval de dienstbetrekking bijvoorbeeld in Frankrijk wordt uitgeoefend, als ‘de ter zake daarvan verkregen beloning’ in Frankrijk mag worden belast. Wat wordt precies bedoeld met ‘de ter zake daarvan verkregen beloning’?
Partijen zijn het erover eens dat in dit geval sprake is van een situatie waarin de looninkomsten die voor de buitenlandse arbeid zijn verkregen, rechtstreeks kunnen worden vastgesteld, zodat er in dit geval geen aanleiding is om de uitgewerkte dagenbreuk toe te passen.
Loon vaststellen
Ook de rechtbank oordeelt dat de gegevens uit het dossier in dit geval voldoende aanknopingspunten bieden om het loon dat is verkregen voor de in het buitenland verrichte arbeid, rechtstreeks vast te stellen. Dat loon bestaat volgens de rechtbank niet alleen uit het deel dat ziet op de feitelijk fysiek aan boord van het schip verrichte arbeid (de loonstroken met daarop het loon dat is genoten vanwege de feitelijke werkzaamheden verricht aan boord van het schip).
Alle voordelen en aanspraken die werknemer geniet
Dat loon omvat alle voordelen en aanspraken die de werknemer van de werkgever geniet als tegenprestatie voor de arbeid die hij aan boord van de schepen heeft verricht. Daaronder valt dus niet alleen het rechtstreeks met de gewerkte uren samenhangende loon in geld, maar ook het bijbehorende gedeelte van andere loonemolumenten zoals pensioenaanspraken, eindejaarsuitkeringen en andere toeslagen, maar ook verlofaanspraken
Verlofaanspraak: recht op doorbetaling loon bij niet werken
De rechtbank merkt hierbij op dat een verlofaanspraak in feite een recht is op doorbetaling van loon terwijl er geen arbeid wordt verricht. De werknemer heeft recht op één verlofdag voor elke dag dat hij aan boord van het schip in het buitenland zijn dienstbetrekking uitoefent. Op de zitting heeft de inspecteur dat in twijfel getrokken door erop te wijzen dat hij geen schriftelijke bewijsstukken van deze afspraak heeft gezien. Dat heeft de rechtbank ook niet, maar toch vindt de rechtbank dit aannemelijk. Dit beeld komt namelijk wel degelijk naar voren uit de overgelegde loonstroken.
Verder heeft de werknemer dit al van aanvang af in deze procedure gesteld en is het een feit van algemene bekendheid dat zulke afspraken (zoals week-op-week-af) gebruikelijk zijn als iemand naar een schip of een boorplatform of een soortgelijke locatie wordt uitgezonden om daar werk te verrichten, omdat de werknemer zijn privétijd dan niet buiten de werklocatie kan besteden en vaak meer dan 8 uren per dag werkt.
1 dag werk op schip = recht op doorbetaling loon over 1 op te nemen vrije dag
De werknemer heeft voor elke dag dat hij aan boord van het schip in het buitenland zijn dienstbetrekking uitoefent dus niet alleen recht op het loon over die dag, maar ook recht op doorbetaling van loon over één op te nemen vrije dag. Ook dat laatste recht heeft de werknemer verdiend met zijn werk op het schip.
In dit geval komt voor voorkoming in aanmerking het bedrag dat gelijk is aan: (1) het loon in geld dat direct samenhangt met de feitelijk daadwerkelijk (fysiek) aan boord van de schepen verrichte arbeid, plus (2) het loon dat (mogelijk maanden later) wordt genoten terwijl de werknemer het verlof opneemt dat hij heeft opgebouwd met de feitelijk daadwerkelijk (fysiek) aan boord van het schip in het buitenland verrichte arbeid.
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland, 20 mei 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1923