
Er waren in 2024 meer WW-uitkeringen dan in 2023, maar het aantal is nog steeds laag. Dat staat in de ‘Volumeontwikkelingen voorjaar 2025’ van UWV. Centrale vragen in deze editie van het UWV Kennisverslag: hoe ontwikkelden de WW, Ziektewet, Wet arbeid en zorg (Wazo) en de aanvragen en instroom in de WIA zich afgelopen jaar? En wat zijn de verwachtingen voor 2025?
Stijging
UWV ziet een stijging in:
- het aantal lopende WW-uitkeringen;
- het aantal ziekmeldingen;
- het aantal meldingen voor Wazo-verlofregelingen;
- het aantal WIA-uitkeringen;
- de WIA-instroom.
Aantal WW-uitkeringen blijft laag
Na een stagnatie in 2023 is de economie in 2024 weer gegroeid. Het aantal WW-uitkeringen gaat omhoog sinds 2023, maar blijft laag in verhouding tot de omvang van de beroepsbevolking. De nog steeds aanwezige spanning op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat de werkloosheid niet sterk stijgt.
Meer meldingen voor Wazo-verlofregelingen
Het aantal ziekmeldingen van uitzendkrachten in de Ziektewet is verder gedaald in 2024. Voor 2025 verwacht UWV dat het aantal meldingen in die groep stabiliseert.
Verder is er een duidelijke stijging te zien in de nieuwste twee Wazo-verlofregelingen: de meldingen voor zowel het aanvullend geboorteverlof (AGV) als het betaald ouderschapsverlof (BOV) bleven toenemen in 2024. De verwachting is dat die groei nog blijft doorzetten, maar minder sterk.
Stijging WIA-instroom
De instroom in de WIA was fors in 2024. Een belangrijke oorzaak is het toegenomen aantal langdurig zieken door psychische aandoeningen, vooral in de leeftijd tot 40 jaar, en langdurige covid. Daarnaast zorgt het hoge aantal voorschotten voor een administratieve vertekening van de WIA-instroom.
De stijging van de aanvragen zorgt weliswaar voor meer instroom, maar de beëindiging van de 60-plusmaatregel zal het aantal toegekende uitkeringen bij 60-plussers dempen.
Belangrijkste volumeontwikkelingen op een rij
- Eind december 2024 waren er 174.800 lopende WW-uitkeringen – bijna 9% meer dan een jaar eerder. We verwachten dat het aantal uitkeringen verder groeit, naar 185.000 aan het eind van 2025.
- Het totaal aantal ziekmeldingen nam in 2024 toe tot 407.000, een stijging van ruim 3%. Voor 2025 verwacht UWV een toename naar 423.700, een stijging van 4%. Deze stijging zit vooral in de andere vangnetgroepen dan de uitzendkrachten. De ziekmeldingen van uitzendkrachten daalden in 2024 juist naar 30.300, een daling van 38%.
- Het aantal meldingen voor de Wazo-verlofregelingen nam in 2024 toe naar 428.200 – een stijging van 5%. Vooral de meldingen voor het aanvullend geboorteverlof (AGV) en het betaald ouderschapsverlof (BOV) stegen veel, met 7.100 (8%, AGV) en 11.500 (7%, BOV) in 2024.
- Het aantal aanvragen voor een WIA-uitkering is in 2024 met 13% gestegen naar ruim 88.000. Voor 2025 verwachten we een afvlakking van de groei naar 2,4%.
- De WIA-instroom is in 2024 met 9.400 toegenomen tot 69.000 uitkeringen. De WIA-instroom zal in 2025 naar verwachting aanzienlijk minder stijgen – met 600 tot in totaal 69.600.
Aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof
De Wazo bestaat uit verschillende soorten verlofregelingen bij ouderschap. Naast het zwangerschaps- en bevallingsverlof en het adoptie- en pleegzorgverlof zijn er in de afgelopen jaren twee nieuwe regelingen bijgekomen: het aanvullend geboorteverlof (AGV) per 1 juli 2020 en het betaald ouderschapsverlof (BOV) per 2 augustus 2022.
Het AGV is een aanvulling van het geboorteverlof voor ouders waarvan de partner is bevallen: het reguliere geboorteverlof duurt één week en het AGV vult dit aan met maximaal vijf weken in de eerste zes maanden.
Het BOV is een aanvullende regeling voor beide ouders en voor ouders met adoptie- en/of pleegkinderen, waarbij negen weken verlof in de eerste twaalf maanden kan worden opgenomen.
Het gebruik van de Wazo-verlofregelingen, en dus ook van het BOV en AGV, is verbonden met het aantal geboortes in Nederland. UWV ziet op dit moment nog geen duidelijk verband tussen het aantal geboortes en de twee nieuwe regelingen BOV en AGV.
In 2024 was de groei van het BOV lager dan verwacht en de groei van het AGV juist veel hoger. In 2024 groeide het BOV met 7% in plaats van de verwachte 10% en het AGV groeide met 8,5% in plaats van helemaal geen groei. Hierin is goed te zien dat deze twee verlofregelingen toenemen in verhouding tot het aantal geboortes. UWV gaat er – vooralsnog – vanuit dat het hier gaat om een combinatie van oorzaken. Beide regelingen zijn relatief nieuw, maar er is ook vernieuwde aandacht geweest voor deze regelingen in onder andere de media en cao-onderhandelingen geweest.
Het BOV kan in theorie nog het meest groeien: per kind kunnen twee ouders het verlof opnemen en ook adoptie- en pleegzorgouders kunnen dit verlof opnemen. Eind 2024 ziet UWV dat gemiddeld het verlof door net meer dan één ouder per kind wordt opgenomen.
Het AGV kan minder groeien, maar ouders zijn zich nu wellicht meer bewust van de mogelijkheden van verlof en maken daarom vaker gebruik van het AGV.
Voor de komende twee jaar verwacht UWV dat de AGV en BOV nog blijven groeien ten opzichte van het aantal geboortes, maar dat het tempo van de groei steeds verder afneemt.
Volumeontwikkelingen voorjaar 2025