
De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever geslaagd is in het te leveren bewijs. Zij ontbindt de arbeidsovereenkomst zonder vergoedingen.
Bij beschikking van 18 september 2024 is de werkgever opgedragen bewijs te leveren.
Wat speelt er in deze zaak?
De werknemer is vanaf januari 2024 is zij werkzaam als senior medewerker servicedesk voor de businessunit. De businessunit houdt zich bezig met technische dienstverlening in de bouw, renovatie, verduurzaming en technisch onderhoud van gebouwen. De werknemer is sinds 20 februari 2024 arbeidsongeschikt.
Bouwwerkzaamheden in huis werknemer
Op 1 maart 2024 heeft een voormalig werknemer bij de werkgever gemeld dat hij en enkele andere werknemers bouwwerkzaamheden in het huis van de werknemer hebben verricht, gedeeltelijk onder werktijd. Dde werknemer zou hiervan af hebben geweten. Ze betaalde ook een ‘mats’ prijs.
De werkgever heeft de werknemer en alle betrokken collega’s op 4 maart 2024 geschorst. Daarna heeft de werkgever gesprekken met deze werknemers gevoerd en heeft onderneming 1 onderzoek laten doen.
De werkgever vindt dat uit het onderzoek blijkt dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De arbeidsverhouding is daardoor ook verstoord geraakt. de werknemer ontkent dit.
Ontbinding arbeidsovereenkomst
De werkgever wil dat de arbeidsovereenkomst zo snel mogelijk wordt ontbonden zonder vergoeding. De werknemer wil gewoon bij de werkgever in dienst blijven. Als de arbeidsovereenkomst toch ontbonden wordt, vindt ze dat rekening gehouden moet worden met de opzegtermijn en maakt ze aanspraak op de transitievergoeding en een billijke vergoeding. Verder wil de werknemer dat de werkgever aan haar achterstallig loon betaalt met verhoging en wettelijke rente. de werkgever stelt deze bedragen verrekend te hebben met haar schade.
Bewijs leveren
De werkgever en de werknemer staan lijnrecht tegenover elkaar. De kantonrechter kan nog geen knoop doorhakken en draagt de werkgever bewijs op van de verwijten die hij aan het adres van de werknemer maakt.
Getuigenverklaringen
Dat de werknemer wist dat er onder werktijd door werknemers van bedrijf 1 in haar woning werkzaamheden werden, verricht baseert de werkgever op verklaringen van getuige 3, de werknemer en getuige 4.
Getuige 3 verklaart op 1 maart 2024 en 3 maart 2024 dat de werknemer en getuige 4 met het idee zijn gekomen om het werk in de woning van de werknemer gedeeltelijk in werktijd te doen. getuige 3 onderschrijft deze lezing van getuige 3.
Volle week in woning werknemer gewerkt
Getuige 4 heeft verklaard dat de werknemer heeft geregeld dat werknemers van bedrijf 1 een volle week in de woning van de werknemer hebben gewerkt en dat de werknemer regelmatig, eigenlijk dagelijks, aanwezig was bij de verbouwing, onder andere op de dagen dat zij thuis werkte.
Niet op de hoogte van aard en omvang werk
De werknemer neemt in haar verweerschrift ook zelf het standpunt in dat zij wist dat werkzaamheden tussen 9:00 en 17:00 uur werden uitgevoerd, maar zegt daarbij dat zij niet op de hoogte was van de aard en omvang daarvan. De werknemer heeft verder voorafgaand aan deze procedure bij bedrijf 1 en bedrijf 2 verklaard dat zij werknemers van bedrijf 1 in haar woning heeft zien werken.
Bij bedrijf 2 heeft zij ook verklaard dat zij op maandagmiddagen, op haar vrije vrijdag en op 15 september 2023 tijdens werktijd in de woning is geweest. Getuige 4 heeft volgens zijn verklaring de werknemer een keer getroffen in de woning tijdens zijn werkzaamheden, maar hij koppelt daar geen tijd aan.
Getuige 3 heeft tijdens het getuigenverhoor verklaard dat hij niet meer weet of het initiatief om de werkzaamheden overdag uit te voeren van de werknemer en getuige 4 kwam en dat hij zich hij niet herinnert of hij de werknemer tijdens de verbouwing overdag thuis heeft getroffen. Dit is echter onvoldoende om zijn gedetailleerde eerdere verklaring terzijde te stellen.
Werkzaamheden onder werktijd
Uit de verschillende verklaringen die voorafgaand aan de mondelinge behandeling bij bedrijf 1 en bedrijf 2 zijn afgelegd komt het beeld naar voren dat de werknemer en getuige 4 tot de opzet zijn gekomen dat de werkzaamheden aan de woning van de werknemer onder werktijd plaats zouden vinden en dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd. Deze verklaringen worden ondersteund door de verklaringen van getuige 1 en getuige 2.
Waarom wisselende verklaringen?
De werknemer heeft dit tijdens de mondelinge behandeling weliswaar weersproken, maar deze blote ontkenning komt de kantonrechter niet geloofwaardig voor. De werknemer heeft op geen enkele wijze onderbouwd waarom haar eerdere verklaringen niet juist zouden zijn. Van haar had verwacht mogen worden dat zij gemotiveerd naar voren had gebracht waarom zij wisselend heeft verklaard. Dit heeft zij nagelaten.
Vraagtekens bij tijdstippen waarop verbouwing plaatsvond
De werknemer heeft op de mondelinge behandeling wel erkend dat zij werknemers van bedrijf 1 op 11 september 2023 tijdens werktijd in de woning heeft getroffen. Ook al zou de kantonrechter uitgaan van deze eenmalige constatering door de werknemer, wat zij niet doet, dan had dit voor de werknemer in ieder geval al aanleiding moeten zijn om vraagtekens te zetten bij de tijdstippen waarop de verbouwing werd uitgevoerd. Dat zij dit heeft nagelaten valt de werknemer te verwijten.
Ernstig verwijtbaar handelen
De kantonrechter gaat er dus vanuit dat de werknemer wist dat er in haar woning onder werktijd door haar collega’s werd gewerkt. Dit heeft zij verhuld door hierover geen mededelingen te doen aan de werkgever. Daarmee is al sprake van ernstig verwijtbaar handelen zodat een ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gerechtvaardigd. Dit laat nog buiten beschouwing hoe de gewerkte uren bij bedrijf 1 werden verantwoord.
Werknemer had kritische houding moeten aannemen
De werknemer had naar het oordeel van de kantonrechter een kritische houding aan moeten nemen met betrekking tot het in de weken 38, 39 en 40 van 2023 goedkeuren van uren van collega’s, waarvan zij wist dat deze tijdens werktijd bij haar aan het werk waren. Dit heeft zij ten onrechte nagelaten.
De werknemer is weliswaar ziek, maar omdat het verzoek van de werkgever geen verband houdt met deze ziekte staat dit ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet in de weg.
Arbeidsovereenkomst ontbonden
Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst, zonder inachtneming van de opzegtermijn en zonder toekenning van enige vergoeding, per de dag van de uitspraak is ontbonden.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 11 februari 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:333