![](https://www.salarisvanmorgen.nl/wp-content/uploads/sites/3/2025/01/start2025.png)
Een nieuw jaar is gestart. Wat zijn de wijzigingen met ingang van 1 januari 2025 op het gebied van salarisadministratie en HR? Salaris Vanmorgen zet de belangrijkste wijzigingen voor jou op een rij.
1 Verduidelijking en uitbreiding gerichte vrijstelling OV-kaarten
Als de werkgever de werknemer de mogelijkheid geeft om vrij te reizen op zijn kosten, bijvoorbeeld met een mobiliteitskaart, of met korting te reizen op kosten van de werkgever, is de waarde van het vrij of met korting reizen gericht vrijgesteld. Als voorwaarde geldt dat de werknemer met die voorziening in enige mate ook daadwerkelijk zakelijk reist.
Let op: heeft de werknemer zelf een voorziening om mee te reizen, zoals een privéreisproduct dan geldt de gerichte vrijstelling wel voor de vergoeding van het zakelijke deel van de reizen. Maar de gerichte vrijstelling geldt niet voor het vergoeden van het privédeel van de reizen. Sinds 1 januari 2025 is de gerichte vrijstelling voor OV-kaarten uitgebreid: onder dezelfde voorwaarden als voor binnenlands openbaar vervoer geldt de vrijstelling ook voor buitenlands openbaar vervoer.
2 Verlaging urennorm bij ‘herzien’ voor premiedifferentiatie AWf
Sinds 1 januari 2025 is de urennorm van de 30%-herzieningsregeling verlaagd om de wendbaarheid binnen vaste contracten verder vergoten. Hierdoor geldt deze herzieningsregeling voor een kleinere groep werknemers.
Met de 30%-herzieningsregeling moet je herzien als je voor de werknemer terecht de lage premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) hebt toegepast, maar het aantal verloonde uren van de werknemer in het kalenderjaar meer dan 30% hoger is dan in de arbeidsovereenkomst staat. Op deze hoofdregel geldt een uitzondering. Je hoeft tot en met 2024 niet te herzien als de arbeidsovereenkomst een gemiddelde arbeidsomvang van 35 uur of meer per week heeft. Sinds 2025 geldt dat voor een gemiddelde arbeidsomvang van meer dan 30 uur per week.
3 Eindheffing bestelauto’s
Voor het doorlopend afwisselend gebruik van bestelauto’s door meerdere werknemers, geldt voor de waardering van het privévoordeel een eindheffingsregeling. Als wordt voldaan aan de voorwaarden, betaalt de werkgever hiervoor een vast bedrag per bestelauto. Dat bedrag was tot en met 2024 op jaarbasis € 300. Dit bedrag is sinds de invoering van de regeling in 2006 niet geïndexeerd. Voor 2025 geldt een bedrag van € 438.
Het bedrag is geïndexeerd vanaf 2006. Voortaan wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd. Je moet dit bedrag evenredig over de aangiftetijdvakken verdelen. Voor een maandaangifte is dat voor elke bestelauto € 36,50.
4 Verhoging vrije ruimte WKR
Bij amendement is in de Tweede Kamer voor de werkkostenregeling (WKR) ingestemd met een verhoging van het percentage van de 1e schijf van de vrije ruimte. De eerste schijf loopt tot en met een fiscale loonsom van € 400.000. Het percentage over de loonsom in de 1e schijf is voor 2025 2% (2024: 1,92%). Het percentage voor de vrije ruimte over de fiscale loonsom van meer dan € 400.000 blijft ongewijzigd (1,18%).
5 Lage-inkomensvoordeel (LIV) afgeschaft
Met ingang van 2025 is het lage-inkomensvoordeel (LIV) vervallen. Je krijgt in 2025 nog wel het LIV over 2024 uitbetaald.
6 Wijzigingen in loonkostenvoordelen (LKV’s)
Verruiming LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer
Met ingang van 1 januari 2025 vallen er meer werknemers onder de werking van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer. Je hebt dan ook recht op dit LKV als de werknemer in de wachttijd van de WIA zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat of geheel of gedeeltelijk in een andere functie bij de werkgever gaat werken. Het recht op LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer vangt in deze situatie aan op het moment van de eerste uitkeringsdag van de WIA-uitkering.
Verlaging en afschaffing LKV oudere werknemer
Het loonkostenvoordeel oudere werknemer wordt stapsgewijs afgeschaft voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen op of na 1 januari 2024. Onderdeel hiervan is dat met ingang van 1 januari 2025 het bedrag van het LKV oudere werknemer is verlaagd. Per 2026 vervalt dit loonkostenvoordeel. Het LKV over 2025 betaalt de Belastingdienst in 2026 uit. Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 wijzigt er niets.
7 Expatregeling (30%-regeling)
Terugdraaien eerdere versobering: constant forfait van 27% per 2027
Met ingang van 1 januari 2024 is de 30%-regeling voor ingekomen werknemers gewijzigd. Die wijziging hield een versobering in, waarbij de maximale hoogte van de gericht vrijgestelde vergoeding niet meer over de gehele looptijd 30% is, maar een aflopend percentage van maximaal 30% gedurende de eerste 20 maanden, maximaal 20% gedurende de volgende 20 maanden en 10% gedurende de laatste 20 maanden van de looptijd. Deze wijziging is per 1 januari 2025 teruggedraaid. Wel wordt de regeling op een andere manier versoberd.
Het maximale percentage van de forfaitaire vergoeding wordt met ingang van 2027 verlaagd van 30% naar 27%. Dit geldt voor zowel ingekomen als uitgezonden werknemers. Dit percentage geldt vervolgens gedurende de hele (resterende) periode van 60 maanden.
Voor 2025 en 2026 blijft voor alle ingekomen en uitgezonden werknemers het maximale percentage 30%.
Verhogen salarisnorm
De salarisnorm wordt per 1 januari 2027 verhoogd van € 46.660 (bedrag 2025) naar € 50.436 en voor werknemers jonger dan 30 jaar met een masterdiploma gaat deze van € € 35.468 (bedrag 2025) naar € 38.338. Deze salarisnormen worden nog wel jaarlijks geïndexeerd op basis van de tabelcorrectiefactor. Dat betekent dat de normen per 2027 hoger zullen zijn dan de genoemde bedragen
Overgangsrecht voor voorgaande punten
Voor de volgende werknemers geldt overgangsrecht:
- voor werknemers, voor wie de 30%-regeling uiterlijk over het laatste tijdvak van 2023 is toegepast, blijft gedurende de hele looptijd van de beschikking het forfait van maximaal 30% gelden en blijven de (geïndexeerde) salarisnormen van 2024 van toepassing;
- voor werknemers, voor wie de 30%-regeling voor het eerst in 2024 is toegepast is in 2025 en 2026 het forfait nog maximaal 30%. Vanaf 2027 is het forfait maximaal 27%. Gedurende de hele looptijd blijven de (geïndexeerde) salarisnormen van 2024 toepassing.
Samengevat ziet het overgangsrecht voor de versobering van de expatregeling en de verhoging van de salarisnorm er als volgt uit:
![](https://www.salarisvanmorgen.nl/wp-content/uploads/sites/3/2025/01/image.png)
8 Partiële buitenlandse belastingplicht vervallen
Met ingang van 1 januari 2025 is voor een aantal werknemers de mogelijkheid om in de aangifte inkomstenbelasting te kiezen voor toepassing van de partiële buitenlandse belastingplicht vervallen. Meer informatie over partiële belastingplicht vind je op belastingdienst.nl, zoek op ‘partiële belastingplicht’.
Overgangsrecht
Voor werknemers die een 30%-vergoeding genoten over het laatste loontijdvak van 2023 en zonder onderbreking ingekomen werknemer zijn gebleven, geldt overgangsrecht. Zij kunnen tot en met de aangifte inkomstenbelasting over 2026 blijven kiezen voor toepassing van de partiële buitenlandse belastingplicht.
Gevolgen voor werkgever van vervallen partiële buitenlandse belastingplicht
Onder bepaalde voorwaarden mag je de loonbelasting/premie volksverzekeringen die je moet inhouden afstemmen op de inkomstenbelasting en eventuele premie volksverzekeringen die de werknemer moet betalen. De werknemer hoeft dan geen aangifte inkomstenbelasting te doen. Het vervallen van de partiële buitenlandse belastingplicht voor de werknemer heeft gevolgen voor de mogelijkheid om deze vereenvoudigde werkwijze toe te passen.
Met ingang van 1 januari 2025 kun je de vereenvoudigde werkwijze niet meer toepassen voor werknemers die in Nederland wonen en niet (langer) kunnen kiezen voor partiële buitenlandse belastingplicht. Het convenant dat de werkgever met de Belastingdienst heeft gesloten, vervalt voor zover dit van toepassing is op personen die niet langer kunnen kiezen voor de partiële buitenlandse belastingplicht.
Voor werknemers die door toepassing van het overgangsrecht nog tot uiterlijk 31 december 2026 kunnen kiezen voor partiële buitenlandse belastingplicht, kun je de vereenvoudigde werkwijze tot 2027 toepassen.
Voor werknemers die in het buitenland wonen, in Nederland werken en in Nederland alleen looninkomsten hebben, blijft de mogelijkheid bestaan om onder voorwaarden vrijstelling te verkrijgen voor het doen van aangifte inkomstenbelasting. Meer over deze vereenvoudigde werkwijze en het convenant lees je in paragraaf 19.6 van het Handboek Loonheffingen.
9 Aanpassing maximale verzuimboetes
Eens in de 5 jaar worden de maximale bedragen van de verzuimboetes aangepast. Per 2025 zijn dat onder meer de volgende bedragen:
- Aangifteverzuim € 1.675 (2024: € 1.377)
- Betaalverzuim € 6.709 (2024: € 5.514)
- Correctieverzuim € 1.675 (2024: € 1.377)
10 Opheffing handhavingsmoratorium, einde modelovereenkomsten
Tot en met 2024 gold voor de handhaving rond arbeidsrelaties het handhavingsmoratorium. De Belastingdienst legde alleen correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen met boetes op als sprake was van kwaadwillendheid waardoor ten onrechte de arbeidsrelatie niet als loondienst was behandeld.
Met ingang van 1 januari 2025 geldt het handhavingsmoratorium niet meer. Dit betekent dat de Belastingdienst voor aangiften loonheffingen vanaf 1 januari 2025 wel maatregelen kan nemen, zoals het opleggen van correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes, als je ten onrechte de arbeidsrelatie niet als loondienst behandelt. Het eerste jaar, dus over het jaar 2025, legt de Belastingdienst geen verzuim- en vergrijpboetes op aan partijen die aantoonbaar kunnen laten zien dat ze aan de slag zijn met het verkleinen van schijnzelfstandigheid binnen de organisatie.
Per 6 september 2024 is de Belastingdienst gestopt met het beoordelen van nieuwe modelovereenkomsten. Werk je nog met een modelovereenkomst waarvan de einddatum van de geldigheid nog niet is verstreken, dan mag je die blijven gebruiken tot en met de einddatum.
11 Afbouw algemene heffingskorting ook over inkomsten in box 2 en 3
Via de loonbelastingtabel verreken je – als de werknemer of uitkeringsgerechtigde daarom heeft gevraagd – de algemene heffingskorting voor de werknemer of uitkeringsgerechtigde. Daarbij houd je rekening met de afbouw van deze heffingskorting als het loon of de uitkering boven een bepaalde grens komt.
Voor de loonheffingen verandert er voor 2025 wat dat betreft niets. Maar in de aangifte inkomstenbelasting wijzigt er wel wat. De afbouw van de algemene heffingskorting wordt dan niet alleen meer over het inkomen in box 1 (werk en woning) berekend, maar over het verzamelinkomen.
Dit betekent dat de werknemer of uitkeringsgerechtigde die ook inkomsten in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) of box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) heeft, via de aangifte inkomstenbelasting extra afbouw krijgt en daardoor mogelijk moet bijbetalen. Je kunt de werknemer of uitkeringsgerechtigde hierover inlichten.
12 Aanpassing tarieven en grens afdrachtvermindering S&O
Bij amendement zijn in de Tweede Kamer voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O) de tarieven en de grens aangepast. Over de eerste schijf geldt voor 2025 een percentage van 36% (2024: 32%) en voor starters 50% (2024: 40%) tot € 380.000 (2024: € 350.000). Het percentage van de 2e schijf blijft ongewijzigd (16%).
13 Verhoging Aof-premie
Bij amendement is in de Tweede Kamer zowel de lage als de hoge Aof-premie voor 2025 0,04%-punt hoger vastgesteld dan volgens de eerdere Rijksbegroting. De lage Aof-premie is in 2025 6,28% en de hoge Aof-premie 7,64%.
14 Bedrag ineens
De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens. Als ook de Eerste Kamer er mee instemt, geeft deze wet deelnemers aan pensioenregelingen de mogelijkheid om maximaal 10% van hun opgebouwde pensioenkapitaal op de pensioendatum in één keer op te nemen. De beoogde ingangsdatum is 1 juli 2025.
Zie ook:
15 Bijtelling elektrische auto
Vanaf 2025 geldt een bijtelling van 17% voor elektrische auto’s tot 30.000 euro (22% bijtelling over het resterende bedrag). Het jaar daarop, in 2026 wordt de bijtelling voor een elektrische auto verhoogd naar 22%.
In 2022 is de bijtelling voor elektrische auto’s verhoogd naar 16% (tot 35.000 euro). In 2023 is de bijtelling voor elektrische auto’s vrijwel gelijk gebleven. De bijtellingscap is van 35.000 euro in 2022, naar 30.000 euro in 2023 gegaan. In 2024 betaalde je 16% bijtelling voor een elektrische auto met een bijtellingscap tot 30.000 euro.
![](https://www.salarisvanmorgen.nl/wp-content/uploads/sites/3/2025/01/image-1.png)
Bron: Mobility service