
Voorstel in het Belastingplan 2025 is om de forfaitaire eindheffing van € 300 voor het privégebruik van een bestelauto te indexeren vanaf 2006. De eindheffing wordt daardoor in 2025 € 438 euro en deze wordt vervolgens vanaf 2026 jaarlijks geïndexeerd. Vragen zijn gesteld over de indexatie van deze eindheffing.
Waarom indexatie naar € 438?
Waarop is het bedrag van € 438 gebaseerd? Wordt met de verhoging de volledige niet-uitgevoerde indexatie sinds 2006 alsnog uitgevoerd?
De eindheffing voor bestelauto’s die vanwege de aard van het werk doorlopend afwisselend gebruikt worden door twee of meer werknemers, is een praktische regeling voor auto’s waarvan de bijtelling anders veelal moeilijk individueel kan worden vastgesteld. Om die reden wordt de belasting hiervoor van eventueel privégebruik van deze auto’s vastgesteld op een vast bedrag per jaar dat door middel van eindheffing voor rekening van de werkgever komt.
Het bedrag van de eindheffing is sinds de introductie in 2006, in tegenstelling tot veel andere fiscale bedragen, niet geïndexeerd. Gelet op het karakter van de eindheffing, te weten: compensatie van belastingheffing over mogelijk privégebruik, ligt indexatie wel voor de hand. Om die reden wordt het bedrag van de eindheffing nu alsnog over de periode 2006 tot nu toe geïndexeerd op basis van de tabelcorrectiefactor; dat resulteert in een bedrag van € 438 in 2025.
Vanaf nu zal het bedrag van de eindheffing voor doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto’s jaarlijks worden geïndexeerd waardoor schoksgewijze verhogingen zoals de onderhavige niet meer nodig zijn.
Afschaffing eindheffing?
Is het wel zinvol om de eindheffing voor doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto’s te verhogen? Kan deze eindheffing in het kader van administratieve lastenverlichting niet beter helemaal worden afgeschaft?
Afschaffing van de eindheffing voor doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto’s zou een aanzienlijke administratieve lastenverzwaring betekenen voor werkgevers die momenteel gebruik maken van de eindheffingsmogelijkheid en voor hun werknemers.
Aanzienlijke administratieve last
Afschaffing van de eindheffingsmogelijkheid zou betekenen dat voor de betreffende bestelauto’s die niet aantoonbaar uitsluitend zakelijk worden gebruikt, de reguliere bijtelling voor de door de werkgever terbeschikkinggestelde auto gaat gelden. Dit betekent dat, om bijtelling te voorkomen, de werknemers bewijs moeten aanleveren dat zij de auto voor ten hoogste 500 kilometer op jaarbasis privé hebben gebruikt, bijvoorbeeld in de vorm van een kilometeradministratie.
Om bijtelling voor privégebruik van de auto te kunnen toepassen, moeten werkgevers administreren welke bestelauto op welk moment ter beschikking is gesteld aan een werknemer, hetgeen een aanzienlijke administratieve last betekent voor bestelauto’s die vanwege de aard van het werk doorlopend afwisselend gebruikt worden door twee of meer werkgevers.
Mocht het voorstel zijn om het eventuele privégebruik van de doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto’s niet te belasten (niet via de eindheffing en ook niet via de reguliere bijtelling), dan acht het kabinet dit niet raadzaam gelet op het feit dat dan een privévoordeel in zijn geheel onbelast wordt gelaten.
Nota naar aanleiding van het verslag Belastingplan 2025
Factsheetbundel pakket Belastingplan 2025