Bij oplegging van een aanslag inkomstenbelasting is een aan de oud-werkgever betaalde schadevergoeding in aanmerking genomen als negatief loon. Volgens de rechtbank is het betaalde bedrag terecht niet gebruteerd. Het beroep is ongegrond.
Een man was tot 29 mei 2012 werkzaam in dienstbetrekking bij een stichting. Op die datum is hij door de stichting op staande voet ontslagen.
Bij dagvaarding van 2 november 2012 heeft de stichting schadevergoeding van de man gevorderd, bestaande uit een aantal componenten. Eén daarvan is de gefixeerde schadevergoeding. Dit leidde tot een vordering van € 18.523.
In 2012 heeft de stichting daarmee een bedrag van € 3.432 verrekend dat de man nog aan arbeidsbeloning van haar tegoed had. In de dagvaardingsprocedure vorderde de stichting (€ 18.532 – 3.432 =) € 15.091. Bij vonnis van 7 juni 2017 heeft de civiele kamer van deze rechtbank die vordering toegewezen.
Negatief loon
De belastingkamer van het Hof Den Haag heeft in haar uitspraak van 6 oktober 2020 over de aanslag IB/PVV 2014, geoordeeld dat de gefixeerde schadevergoeding op het moment van betaling door de man negatief loon vormt.
De man heeft in het onderhavige jaar (2018) voor de door hem verschuldigde schadevergoedingen aan de stichting betalingen verricht die mede de gefixeerde schadevergoeding van € 15.091 omvatten.
Inkomsten uit tegenwoordige dan wel vroegere arbeid
De man heeft in zijn aangifte voor het onderhavige jaar de volgende bedragen als inkomsten uit tegenwoordige respectievelijk vroegere arbeid verantwoord:
- de stichting : loon uit tegenwoordige arbeid: € 31.442 negatief
- ingehouden loonheffing: € 16.350
- gemeente : pensioen, lijfrente of andere uitkering: € 15.037 + 34
- ingehouden loonheffing: € 3.250 + 8
Bij e-mail van 12 november 2021 heeft de man aan de inspecteur van de Belastingdienst laten weten dat het bedrag van € 31.442 onjuist is en dat daarvoor in de plaats € 31.144 moet worden gelezen.
Schadevergoeding gebruteerd
Het door de man gestelde negatieve loon van de stichting is bepaald door de gefixeerde schadevergoeding ad € 15.091 te bruteren. Van het aldus gebruteerde bedrag heeft de man vervolgens 52% ofwel € 16.530 in aanmerking genomen als door de stichting ingehouden loonheffing.
Teruggave verrekende voorheffingen verleend
Bij het opleggen van de aanslag heeft de inspecteur € 15.091 als negatief loon in aanmerking gekomen en heeft hij het inkomen uit woning en werk vastgesteld op € 21 negatief (het saldo van het negatieve loon en de uitkering van de gemeente. Met de voorlopige en de primitieve aanslag is aan de man per saldo teruggave van verrekende voorheffingen verleend van (€ 3.250 + 8 =) € 3.258.
Aanslag naar juiste bedrag opgelegd?
In geschil is of de aanslag naar het juiste bedrag is opgelegd en welk bedrag als verrekenbare voorheffing in aanmerking komt.
De man stelt dat het door hem aan de stichting betaalde bedrag van € 15.091 moet worden gebruteerd en dat aldus € 31.144 als negatief loon in aanmerking komt. Daarvan moet volgens hem het bedrag van € 16.530 als loonheffing in aanmerking worden genomen die bij de onderhavige aangifte moet worden verrekend, resulterend in een teruggave van per saldo (€ 16.530 + 3.258 =) € 19.788.
De inspecteur stelt zich op het standpunt dat brutering van de gefixeerde schadevergoeding noch verrekening van loonheffing ter zake van die vergoeding aan de orde is. Naar zijn mening is de aanslag naar het juiste inkomen opgelegd en is het juiste bedrag aan loonheffingen verrekend.
Beoordeling geschil
De man heeft aan zijn standpunt ten grondslag gelegd dat moet worden aangesloten bij de wijze waarop in 2012 verrekening heeft plaatsgevonden én dat op dezelfde manier moet worden gehandeld als bij terugbetaling van ten onrechte genoten loon of uitkering.
Geen brutering aan te pas gekomen
In 2012 heeft de stichting een bedrag aan nettosalaris dat zij aan de man verschuldigd was, verrekend met de schadevergoeding die zij van de man claimde. Hieraan is niet enige brutering te pas gekomen. De rechtbank ziet al daarom niet in hoe deze verrekening een argument voor het standpunt van de man zou opleveren.
Vergelijking met terugbetaling loon slaagt niet
Als bij de vordering tot terugbetaling van ten onrechte genoten loon wordt gebruteerd, wordt het door de werknemer indertijd netto ontvangen loon verhoogd met de belasting die de werkgever daarover heeft afgedragen. De werknemer betaalt in dat geval dus aan de werkgever het brutobedrag. De man heeft echter niet loon aan de stichting terugbetaald, maar een schadevergoeding.
Wat de man heeft betaald, is niet het gebruteerde bedrag maar hetgeen waartoe hij door de rechtbank veroordeeld was. Verder heeft de stichting voor die schadevergoeding niet enige loonheffing ingehouden of anderszins betaald. Om deze redenen is de rechtbank van oordeel dat de vergelijking met terugbetaling van loon niet kan slagen.
Geen aanknopingspunt
Volgens de rechtbank bestaat er geen aanknopingspunt voor dat de man een groter bedrag als negatief loon in aftrek zou kunnen brengen dan hij daadwerkelijk aan de stichting heeft betaald, noch dat hij een bedrag aan loonbelasting zou kunnen verrekenen dat niet is geheven. Zij acht het standpunt van de man dan ook onjuist.
Gelet op wat hiervoor is overwogen is de aanslag niet naar een te hoog bedrag vastgesteld en moet het beroep ongegrond worden verklaard.
Uitspraak Rechtbank Den Haag, 25 juli 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:12644