De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) stimuleert Nederlandse bedrijven meer te investeren in onderzoek en ontwikkeling. De WBSO verlaagt de loonkosten en andere uitgaven voor R&D, waardoor bedrijven meer ruimte krijgen om te innoveren.
De WBSO helpt elk jaar circa 20.000 ondernemingen om Speur- en Ontwikkelingswerk (S&O) uit te voeren. Door de WBSO worden de kosten veel lager.
In 2023 maakten 18.351 bedrijven en 1.041 zelfstandig ondernemers gebruik van de WBSO. Dat zijn iets minder bedrijven en iets meer zelfstandigen vergeleken met 2022. Van de in totaal 19.392 ondernemingen hoort 97 procent tot het midden- en kleinbedrijf (mkb). Daarmee blijft de WBSO een populaire regeling onder het innovatieve mkb. In totaal hebben 2.153 bedrijven en zelfstandig ondernemers de startersfaciliteit met extra belastingvoordeel gebruikt.
Uit het jaarverslag Focus op research & development, WBSO in 2023 blijkt dat het bedrag aan innovatieprojecten voor € 5 miljard bestaat aan loonkosten en voor € 3,7 miljard aan niet-loonkosten. De € 8,7 miljard is een stijging van bijna € 500 miljoen ten opzichte van de vorige recordscore in 2022 en is € 1 miljard of meer hoger dan in 2019, 2020 en 2021.
Met het werk waar bedrijven WBSO voor ontvingen, zijn bijna 94.000 hoogwaardige arbeidsplaatsen (fulltime banen) gemoeid, een stijging van bijna 900 arbeidsplaatsen ten opzichte van 2022. De meeste bedrijven zijn gevestigd in de regio Groot-Amsterdam (meer dan 1.900), gevolgd door Zuidoost-Noord-Brabant en Utrecht.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de WBSO-regeling namens het ministerie van EZK uit. Praktijkvoorbeelden en informatie zijn te vinden in het WBSO-jaarverslag.