De grootste loonstijging in 45 jaar: de toename van het gemiddelde bruto verdiende uurloon in 2023 met 7,0 procent. De bruto verdiende lonen stegen meer toe dan de cao-lonen. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe uitkomsten. De ontwikkeling van de uurlonen is een van de onderwerpen in de publicatie ‘De arbeidsmarkt in cijfers 2023’.
Kwart werknemers valt niet onder cao
Het CBS berekent zowel wat in cao’s aan loonsverhogingen wordt afgesproken als ook wat werknemers uiteindelijk bruto betaald krijgen. Hierbij tellen ook de lonen mee van werknemers die niet onder een cao vallen. Een kwart van de werknemers valt niet onder een cao. In 2023 steeg het gemiddelde bruto verdiende uurloon met 7,0 procent. Dit is ruim 1 procent meer dan de cao-loonstijging van 5,9 procent.
Promotie of andere baan
De werkelijke brutolonen van werknemers wijzigen van jaar op jaar. In cao’s worden loonsverhogingen afgesproken, maar ook klimmen werknemers op in hun loonschaal, maken ze promotie of veranderen van baan.
Verder werken veranderingen in de samenstelling van de werknemerspopulatie door in de gemiddelde verdiende lonen. Het maakt bijvoorbeeld verschil of een bedrijf veel jongeren in dienst heeft of veel oudere werknemers.
Vanwege krapte op de arbeidsmarkt kan daarnaast sprake zijn van beloning boven de cao-loonschalen, om personeel te behouden of binnen te halen, waardoor de gemiddelde verdiende lonen extra stijgen.
Bijzondere verhoging minimumloon
Bij de grote loonstijging in 2023 speelt ook de bijzondere verhoging van de minimumlonen een rol. De minimumlonen waren in 2023 gemiddeld 12,9 procent hoger dan in 2022.
Van deze verhoging profiteerden zowel de werknemers die tegen het minimumloon worden betaald worden als de werknemers die net boven het minimumloon zitten.
Verdiende lonen vanaf 2010 met 33 procent gestegen
Ook gemeten over een langere periode zijn de verdiende lonen meer toegenomen dan de cao-lonen. Voor de periode 2010-2023 komt de stijging van de verdiende lonen uit op 32,8 procent, terwijl de cao-lonen 30,4 procent toenamen. Ter vergelijking: de inflatie, op basis van de consumentenprijsindex, bedroeg in deze periode 37,7 procent.
Loonstijging blijft achter bij inflatie
De inflatie bedroeg de laatste drie jaar in totaal 17,3 procent. Dit is net zoveel als de totale inflatie in de voorgaande tien jaar. In de periode 2010-2020 gingen lonen en inflatie nog ongeveer gelijk op, maar de laatste jaren niet meer.
Tussen 2020 en 2023 zijn de verdiende lonen met 12,6 procent omhooggegaan, de cao-lonen met 11,4 procent. Per saldo daalden de reële lonen de laatste jaren: de verdiende lonen met 4,0 procent, de cao-lonen met 5,0 procent.
Hoogste stijging: gemiddeld uurloon vrouwen
Sinds 2010 zijn de gemiddelde uurlonen van mannen met 30 procent gestegen, terwijl vrouwen er gemiddeld 40 procent op vooruitgingen. In de loop van de tijd is het verschil tussen de gemiddelde uurlonen van mannen en vrouwen dan ook steeds kleiner geworden. Dat is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het steeds hogere opleidingsniveau van vrouwen. In 2023 was het gemiddelde uurloon van vrouwen 12 procent lager dan dat van mannen. In 2010 bedroeg het verschil nog 19 procent.
Verschil leeftijdsgroep hoogste uurloon tussen mannen en vrouwen
Bij mannen is het gemiddelde uurloon het hoogst voor de werknemers van 50 tot 55 jaar. Bij vrouwen ligt de top bij 40 tot 45 jaar. In 2010 waren bij zowel mannen als vrouwen de uurlonen het hoogst voor de werknemers van 55 tot 60 jaar. In de leeftijdsgroep 40 tot 45 jaar nam het loonverschil tussen vrouwen en mannen het sterkst af, van 19 procent in 2010 naar 9 procent in 2023.
In deze cijfers over de gemiddelde verdiende lonen gaat het om uitkomsten die niet gecorrigeerd zijn voor verschillen in achtergrondkenmerken, zoals leeftijd en opleidingsniveau. De groep werknemers in 2023 is sowieso niet dezelfde is als in 2010. Het totaal aantal banen van werknemers nam toe met 1,1 miljoen tot 9,0 miljoen.
De cijfers over de verdiende lonen en de cao-lonen in 2023 zijn nog voorlopige uitkomsten.