
Vijf vragen en antwoorden over de alleenstaande-ouderenkorting.
Vraag 1
Vanaf 2024 kan elke werkgever of uitkeringsinstantie de alleenstaande-ouderenkorting toepassen. Deze korting geldt voor een werknemer of uitkeringsgerechtigde die recht heeft op een AOW-uitkering voor een alleenstaande. Hoe stel je dit vast?
Op svb.nl staat wanneer iemand in aanmerking komt voor een AOW-uitkering voor een alleenstaande. Maar ook als er geen recht is op een uitkering voor een alleenstaande, kan iemand toch recht hebben op de alleenstaande-ouderenkorting. Informatie hierover lees je op Belastingdienst.nl.
Vraag 2
Kan je een voorbeeld geven van een situatie waarin iemand geen recht heeft op de AOW-uitkering voor een alleenstaande, maar wel recht heeft op de alleenstaande-ouderenkorting?
Van belang is of de persoon recht op een AOW-uitkering voor een alleenstaande zou hebben gehad als hij aan de voorwaarden zou hebben voldaan (zou-zou-bepaling). Dat gaat bijvoorbeeld om de situatie dat iemand geen AOW heeft opgebouwd omdat hij in het buitenland woonde maar na zijn AOW-leeftijd in Nederland is komen wonen. Hij zou AOW hebben opgebouwd als hij in Nederland zou hebben gewoond. Dan is voor een alleenstaande toch de alleenstaande-ouderenkorting van toepassing.
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst publiceerde in 2023 het standpunt KG:202:2023:33 op de site van de Kennisgroepen. Volgens dit standpunt heeft een alleenstaande die de AOW-leeftijd heeft bereikt en een AIO-uitkering ontvangt van de SVB – maar geen of geen volledige AOW-uitkering ontvangt – toch recht op de alleenstaande-ouderenkorting.
Vraag 3
Hoe werkt de alleenstaande-ouderenkorting voor gehuwde stellen waarvan één partner voor langere tijd in een verzorgingstehuis verblijft?
In bepaalde gevallen kunnen gehuwde stellen met een AOW-uitkering waarvan één partner langdurig in een verzorgingstehuis verblijft ervoor kiezen om bij de SVB te verzoeken om een AOW-uitkering voor alleenstaanden te ontvangen. Doen zij dit niet, dan kunnen zij nog steeds voldoen aan de voorwaarden van de ‘zou-zou’-bepaling (zie vraag 2) en daardoor in aanmerking komen voor de alleenstaande-ouderenkorting. Informatie hierover lees je op svb.nl.
Vraag 4
Geeft het ‘Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen’ een toelichting op de toepassing van de alleenstaande-ouderenkorting?
Ja, er staat een uitgebreide toelichting bij het nieuwe ‘Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen vanaf 2024’. U kunt dit model downloaden van de internetsite van de Belastingdienst.
Vraag 5
Moet vanaf 1 januari 2024 iets gewijzigd worden in de loonadministratie voor personen die al in 2023 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben en al op de loonlijst staan? Is het vereist voor deze personen om een nieuw ‘Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen’ in te vullen?
Dit is niet verplicht. Als deze persoon ervoor kiest om de loonheffingskorting niet toe te passen bij de SVB maar bij de werkgever of het pensioenfonds, dan zal diegene in 2023 niet in aanmerking komen voor de alleenstaande-ouderenkorting. Vanaf 2024 kan deze persoon wel aanspraak maken op deze korting. Hiervoor moet de betreffende persoon een formulier invullen bij de werkgever of het pensioenfonds met het verzoek om de alleenstaande-ouderenkorting toe te passen. Dit kan met het nieuwe ‘Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen vanaf 2024’ op belastingdienst.nl. Het is noodzakelijk dat de persoon het verzoek indient. Anders mag de werkgever of het pensioenfonds de alleenstaande-ouderenkorting niet toepassen.
Bron: Forum Salaris