Een extra verhoging van het minimumloon en de uitkeringen per 1 juli 2024. De Tweede Kamer debatteerde op 14 maart over een wetsvoorstel van minister Van Gennip van Sociale Zaken waarin dit wordt geregeld.
Van Gennip wil het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024 met 1,2% verhogen. Daarnaast stijgt het zoals elk halfjaar mee met de cao-lonen. De verhoging werkt ook door in uitkeringen zoals de bijstand en de AOW.
Bestaanszekerheid
Mensen komen gewoon niet rond met het huidige minimumloon, zegt Ceder (ChristenUnie). Hij ziet het wetsvoorstel als een extra stap in de richting van meer bestaanszekerheid.
Patijn (GroenLinks-PvdA) noemt de verhoging “een eerste stap in de goede richting”. Het minimumloon moet wat haar betreft naar 16 euro per uur.
Eerdmans (JA21) wil de belastingvrije voet verhogen, zodat vooral werknemers met een laag loon netto meer overhouden van hun brutoloon.
AOW
Het wetsvoorstel is vooral kostbaar omdat ook de AOW omhooggaat.
Podt (D66): de stijging van de AOW kost zeker 400 miljoen, terwijl het geld ook terechtkomt bij senioren die dat niet nodig hebben.
Keijzer (BBB) zou graag mensen met een flink aanvullend pensioen uitzonderen van de koppeling aan deze verhoging van het minimumloon. Een dergelijke verandering van het wetsvoorstel zou te veel vertraging opleveren, reageert Van Gennip. De koopkrachtpositie van mensen met alleen AOW kan volgens haar beter via de huurtoeslag worden aangepakt.
Werk moet meer lonen
Bij reguliere verhogingen van het minimumloon is een koppeling aan de uitkeringen logisch, vindt Aartsen (VVD), maar bij bijzondere verhogingen niet, want “werk moet meer gaan lonen”.
Hogere lasten bedrijven
Prijst Nederland zich niet uit de markt? Flach (SGP) maakt zich zorgen over ondernemers die door de stijging van het minimumloon opnieuw worden geconfronteerd met hogere lasten.
Van Kent (SP) nuanceert die hogere lasten: de kosten van de verhoging bedragen 0,07% van de winst van het mkb.
De hogere lasten voor bedrijven vindt De Jong (PVV) acceptabel gezien het belangrijke doel van het vergroten van de bestaanszekerheid van werknemers. Van Dijk (CDA) spoort bedrijven aan om werknemers ook op andere manieren te laten meedelen, bijvoorbeeld via participatie en winstdeling.
Van Gennip erkent dat de kosten voor de werkgevers stijgen. Die kosten zullen volgens haar deels worden doorberekend aan klanten, deels een prikkel tot innovatie vormen en deels ten koste van de winst gaan. De effecten van de maatregel zullen zo goed mogelijk in kaart worden gebracht, laat zij weten.
Andere dekking
Van Oostenbruggen (NSC) steunt de verhoging van het minimumloon, maar wil niet dat door de dekking de lasten voor het bedrijfsleven verder toenemen. Hij vraagt het kabinet om snel met een andere dekking te komen waarmee het mkb wordt ontzien.
Vóór april 2024, dus voor de Voorjaarsnota, komt het kabinet met een brief met alternatieve dekkingsopties, zegt de minister. De huidige dekking, door de Kamer zelf voorgesteld, vindt zij minder verstandig, omdat het vestigingsklimaat ermee verslechtert.
De Tweede Kamer heeft op dinsdag 19 maart ingestemd met het wetsvoorstel. De motie over een invoeringstoets waarin wordt ingegaan op de effectiviteit en de gevolgen voor werknemers en mkb-werkgevers is aangenomen. Ook de motie over de effecten van de verzwaring van
werkgeverslasten altijd berekenen en meewegen in de besluitvorming is aangenomen.
Bron: tweedekamer.nl