Mensen met een arbeidsbeperking hebben vaak extra begeleiding of een aangepaste werkplek nodig. Daarom vinden zij lastiger een baan. Om dit op te lossen is in 2013 de Wet banenafspraak gekomen.
Wat betekent de Wet banenafspraak?
De Wet banenafspraak moet ervoor zorgen dat er tot 2026 in totaal 125.000 banen extra komen voor mensen met een arbeidsbeperking. Eind 2022 stond de teller op ruim 81.000 banen. Maar werkgevers vonden deze wet en de bijbehorende regels over het aantal extra banen (het quotum) te ingewikkeld. Daarom worden nu een aantal regels weggestreept. Ook wordt ‘goed gedrag’ beloond: er komt een beloning voor werkgevers die meer doen dan het quotum van hen vraagt. Het is de bedoeling dat de aangepaste wet ingaat op 1 januari 2025.
Wat wordt makkelijker met de aangepaste wet?
Werkgevers (of de medewerkers van werkgevers) hoeven straks geen doelgroepverklaring loonkostenvoordeel (LKV) meer aan te vragen bij UWV. Als de wet wordt aangenomen, kunnen zij zelf in het doelgroepenregister van UWV kijken of voor medewerkers een loonkostenvoordeel geldt. Het voordeel is er straks ook voor medewerkers met een arbeidsbeperking die al in dienst zijn en kan per medewerker stijgen tot € 2.000 per jaar. Het loonkostenvoordeel is voor de hele periode dat de medewerker in dienst is. Er zijn dan geen verschillen meer tussen de doelgroep loonkostenvoordeel en de doelgroep banenafspraak. Werkgevers kunnen ook voor oudere medewerkers loonkostenvoordeel krijgen. Let op: voor de groep oudere medewerkers zal het loonkostenvoordeel stap voor stap verdwijnen.
Doelgroep Wet banenafspraak
Wie vallen onder de doelgroep Wet banenafspraak?
- mensen die onder de Participatiewet vallen en die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen;
- (voormalige) leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro) die zich schriftelijk hebben aangemeld bij UWV;
- mensen met een Wsw-indicatie (sociale werkvoorziening);
- Wajongers met arbeidsvermogen. Arbeidsvermogen betekent dat iemand bijvoorbeeld vier uur per dag kan werken;
- mensen die op een Wiw-baan of ID-baan werken. Dit zijn banen vanuit oude wetten; de eerdere Wet inschakeling werkzoekenden en het eerdere Besluit in- en doorstroombanen. Deze banen waren bedoeld voor mensen in de bijstand die moeilijk aan werk konden komen;
- mensen die gehandicapt werden vóór hun 18e verjaardag of tijdens hun studie. En die dankzij de banenafspraak toch het wettelijke minimumloon kunnen verdienen.
No-riskpolis
Heeft een werkgever medewerkers met een arbeidsbeperking in dienst? Dan heeft hij of zij misschien recht op een no-riskpolis. De werkgever hoeft dan het loon niet door te betalen als de medewerker ziek is.
Beloning werkgevers
Het aangepaste wetsvoorstel werkt met beloningen, in plaats van boetes (heffingen). Lukt het niet om 125.000 extra banen te halen, dan krijgen werkgevers te maken met het quotum. Dat betekent dat werkgevers die ongeveer 25 of meer medewerkers hebben (40.575 of meer uren), meer medewerkers met een arbeidsbeperking in dienst moeten nemen. Zij mogen deze medewerkers ook inhuren. Het extra aantal banen (quotum) wordt voor elke werkgever apart bepaald.
Om te stijgen naar 125.000 banen, komt er dus een bonus in de aangepaste wet. De bonus is een verhoging van het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak. Hoe meer medewerkers met een arbeidsbeperking in dienst zijn, hoe hoger het bedrag is. De volledige bonus is ongeveer € 5.000,- per extra baan. Dit komt bovenop het bestaande loonkostenvoordeel. De werkgever ontvangt de bonus als de medewerker een jaar lang 25,5 uur per week werkt. Hoe groot de bonus is, hangt af van het totaal aantal uren. Is de medewerker minder dan 25,5 uur per week aan het werk? Dan ontvangt de werkgever een lagere bonus.
De overheid verwacht dat werkgevers er alles aan doen om de 125.000 banen te halen. Pas als dat niet lukt, wordt het quotum geldig. En deze kan er alleen komen na overleg met sociale partners en gemeenten. Ook hoeft een werkgever tijdens de banenafspraak geen eigen administratie bij te houden. UWV kijkt elk jaar op landelijk niveau of de afspraken voor de extra banen voor de mensen uit de doelgroep zijn gehaald. Het gaat dus om het totaal aantal extra banen van alle werkgevers samen.
Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Ondanks dat deze informatie met de grootste zorg is samengesteld, kan het gebeuren dat bepaalde informatie niet meer actueel is.
Bron: Sazas