
Schending geheimhoudingsbeding door de werknemer. De kantonrechter matigt de boete.
De kantonrechter is van oordeel dat de werknemer zijn verplichting tot geheimhouding als bedoeld in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst heeft geschonden. Het staat vast dat de werknemer op 19 mei 2021 vanaf zijn zakelijke e-mailadres een e-mail met bijlagen naar zijn privé e-mailadres heeft gestuurd.
In de bijlagen bevinden zich (medische) patiëntengegevens en modelteksten. Het staat ook vast dat de door de werknemer verstuurde gegevens onder de geheimhoudingsverplichting van artikel 10 in de arbeidsovereenkomst vallen.
Niet is gesteld of gebleken dat de werkgever de werknemer toestemming heeft gegeven om bedrijfsgegevens naar zijn privé e-mailadres te sturen.
Geen inbreuk op geheimhoudingsbeding
De werknemer stelt dat het versturen van bedrijfsgegevens van zijn zakelijke emailadres naar zijn privé e-mailadres geen inbreuk op het geheimhoudingsbeding oplevert. Hij stelt dat het geheimhoudingsbeding pas wordt geschonden zodra de werknemer informatie (rechtstreeks) aan een derde verstrekt. Die uitleg volgt echter niet uit de bewoordingen van het beding.
Alles geheim houden
Op grond van de tekst moet de werknemer alles wat hem uit hoofde van zijn functie ter kennis komt geheim houden. Door het versturen van bedrijfsgegevens van de werkgever naar zijn eigen privé e-mailadres heeft de werknemer medische en vertrouwelijke informatie buiten het digitale netwerk (en daarmee de digitale beveiliging) van de werkgever gebracht, waardoor het risico is vergroot dat derden van deze informatie onbevoegd kunnen kennis nemen.
Geen overtreding geheimhoudingsbeding in andere zaak
De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 13 april 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:1814) waarop de werknemer na de zitting heeft gewezen, gaat in deze zaak niet op.
Uit die uitspraak blijkt dat het versturen van zakelijke werkdocumenten van een distributeur naar een privé mailadres niet als een overtreding van het geheimhoudingsbeding werd geoordeeld.
Feiten niet vergelijkbaar
Niet is gebleken dat de feiten in die uitspraak vergelijkbaar zijn met de feiten in de onderhavige procedure, waarin medische gegevens van een arbodienst zijn verstuurd naar een privé e-mailadres. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de werknemer op 19 mei 2021 het geheimhoudingsbeding heeft geschonden.
Maar één keer geheimhoudingsbeding overtreden
De werknemer stelt terecht dat hij met het versturen van de bedrijfsgegevens in de e-mail van 19 mei 2021 naar zijn privé emailadres niet acht keer, maar één keer het geheimhoudingsbeding heeft overtreden. De werknemer heeft één e-mail verstuurd met acht bijlagen. Het versturen van deze e-mail moet worden beschouwd als één handeling, en dus ook als één overtreding van het geheimhoudingsbeding.
Boete per overtreding
Op grond van het boetebeding in artikel 17 van de arbeidsovereenkomst is de werkgever bevoegd om een werknemer per overtreding een boete op te leggen van € 4.500 per overtreding.
Omdat de werknemer maar één overtreding als bedoeld in artikel 17 heeft gepleegd, is de kantonrechter van oordeel dat de werkgever de werknemer alleen bevoegd was om voor één overtreding een boete op te leggen. Dit is een boetebedrag van € 4.500.
De werknemer heeft verzocht de boete te matigen op grond van artikel 7:650 lid 6 BW dan wel artikel 6:94 lid 1 BW.
In geld vastgestelde loon voor halve dag
Op grond van artikel 7:650 lid 5 en lid 6 BW is een beding op grond waarvan aan de werknemer in een week een hoger bedrag aan gezamenlijke boetes wordt opgelegd dan zijn in geld vastgesteld loon voor een halve dag nietig. Hiervan mag worden afgeweken voor werknemers van wie het in geld vastgesteld loon meer bedraagt dan het voor hen geldende minimumloon. De rechter is dan steeds bevoegd de boete op een kleinere som te bepalen, indien de opgelegde boete hem bovenmatig voorkomt.
Bij hoogte boete ruimschoots afgeweken van wettelijk bepaalde
In artikel 10 van de arbeidsovereenkomst is met de hoogte van de boete van € 4.500 per overtreding ruimschoots afgeweken van het bepaalde in artikel 7:650 lid 5 BW, op grond waarvan binnen een week aan een werknemer niet meer mag worden opgelegd dan zijn in geld vastgestelde loon voor een halve dag. Rekening houdend met het voor de werknemer vastgestelde loon van € 5.800 bruto per maand, zou het loon voor een halve dag circa
€ 133 bruto bedragen.
Matiging boete
Het overeengekomen boetebedrag van € 4.500 komt de kantonrechter dan ook bovenmatig voor. De kantonrechter ziet daarom aanleiding de boete voor de overtreding van het geheimhoudingsbeding te matigen tot € 1.000. De hierover gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 13 december 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:6981