De werknemer heeft zich op 13 oktober 2023 ziekgemeld. De werkgever heeft de loonbetaling aan de werknemer per 16 oktober 2023 stopgezet. In geschil is of de werknemer met ingang van 16 oktober 2023 recht heeft behouden op doorbetaling van loon tijdens ziekte.
Op grond van artikel 7:629 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon, indien hij de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij daartoe niet in staat was ten gevolge van ziekte. Op grond van de arbeidsovereenkomst betaalt de werkgever bij ziekte de werknemer de eerste 52 weken 100% van het loon.
Brieven bedrijfsarts
De bedrijfsarts schrijft in zijn brieven van 23 oktober 2023 en van 24 november 2023 dat de werknemer is uitgevallen voor zijn eigen werkzaamheden met medische klachten en medische beperkingen ten gevolge van werkgerelateerde factoren en dat hij nog niet belastbaar is.
De kantonrechter acht het op grond van deze brieven voldoende aannemelijk dat de werknemer als gevolg van ziekte zijn bedongen arbeid niet kan verrichten. Dit betekent dat de werknemer op grond van artikel 7:629 lid 1 BW recht heeft op doorbetaling van loon tijdens ziekte.
Geen uitzonderingssituatie
De werkgever heeft bepleit dat zich een uitzonderingssituatie voordoet, namelijk dat de ziekte is veroorzaakt door opzet van de werknemer, zoals bedoeld in artikel 7:629 lid 3 sub a BW. Volgens de werkgever heeft de werknemer de bij hem kennelijk ontstane spanningen zelf veroorzaakt met zijn eigen weigerachtige houding om bepaalde werkzaamheden te verrichten.
De kantonrechter ziet in de overgelegde stukken, waaronder de brieven van de bedrijfsarts, geen aanknopingspunten om aan te nemen dat een dergelijke uitzonderingssituatie zich hier voordoet. De werknemer heeft dit ook gemotiveerd betwist. Niet is gebleken dat het recht op doorbetaling van loon tijdens ziekte om een andere reden is vervallen.
Recht op doorbetaling loon
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft de werknemer met ingang van 16 oktober 2023 dan ook recht behouden op doorbetaling van loon tijdens ziekte.
De berekening van de door de werknemer gevorderde bedragen over oktober 2023 en november 2023 is niet betwist, dus deze zullen worden toegewezen zoals gevorderd. De werkgever wordt ook veroordeeld tot het verstrekken van loonstroken over deze loonbetalingen, waartegen geen verweer is gevoerd.
Over het achterstallige loon is de wettelijke verhoging verschuldigd. De werkgever heeft niet aannemelijk gemaakt dat de te late betaling aan de werknemer is te wijten, zoals hij heeft gesteld. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding tot matiging van de wettelijke verhoging.
Ook de wettelijke rente over het achterstallig loon en de wettelijke verhoging wijst de kantonrechter toe, met ingang van de vervaldata.
De vordering tot doorbetaling van het salaris totdat een rechtsgeldig einde aan de arbeidsovereenkomst is gekomen, wordt ook toegewezen.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar.
De werkgever wordt veroordeeld in de proces- en nakosten, met wettelijke rente.
Achterstallig loon
De kantonrechter veroordeelt de werkgever om aan de werknemer te betalen het achterstallig loon, € 3.299,92 bruto over de maand oktober 2023 en € 5.500 bruto over de maand november 2023, onder gelijktijdige verstrekking van deugdelijke bruto/netto specificaties, vermeerderd met de wettelijke verhoging van maximaal 50% tot de dag van algehele voldoening, vermeerderd met de wettelijke rente over het achterstallige loon en over de wettelijke verhoging vanaf de vervaldata tot de dag van algehele voldoening,
Daarnaast veroordeelt de kantonrechter de werkgever tot doorbetaling van het loon van de werknemer van € 5.500 bruto per maand vermeerderd met emolumenten totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 11 december 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:7020