
Het wetsvoorstel Belastingplan 2024 regelt het inkomensbeleid voor het komende jaar en de belastingmaatregelen die te maken hebben met de begroting voor 2024. Het Belastingplan 2024 bestaat uit 15 wetsvoorstellen op verschillende gebieden zoals arbeid en inkomen, klimaat de aanpak van belastingconstructies en belastingregelingen.
Het kabinet verhoogt onder meer de onbelaste reiskostenvergoeding van 21 naar 23 cent per kilometer en maakt het voor werkgevers eenvoudiger om OV-abonnementen te verstrekken aan werknemers. De vrijstelling voor OV-abonnementen en voordeelurenkaarten wordt verruimd. Ook gaat de arbeidskorting omhoog en gaan mensen met een hoger inkomen iets meer inkomstenbelasting betalen.
Versobering 30%-regeling
Bij het aannemen van het wetsvoorstel pakket Belastingplan 2024 zijn ook een aantal amendementen aangenomen waaronder het amendement om de 30%-regeling te versoberen.
Dit amendement regelt dat per 1 januari 2024 het bedrag dat forfaitair kan worden beschouwd als een vergoeding van kosten en verstrekkingen van verblijf buiten het land van herkomst (de 30%-regeling) voor ingekomen werknemers voor ten hoogste de eerste 20 maanden kan worden gesteld op ten hoogste 30% van het belastbare loon , voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden op ten hoogste 20% van dat loon en voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden tot ten hoogste 10% van dat loon.
Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Bij een beschikking met een kortere looptijd dan 60 maanden gelden dezelfde percentages en perioden, waarbij het recht op toepassing van de 30%-regeling stopt op het moment dat de looptijd van de beschikking met betrekking tot de 30%-regeling is verlopen.
Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 een vergoeding genoten waarvoor deze werknemers in het bezit waren van een 30%-beschikking.
De regering wordt verzocht het vrijkomende budget geheel in te zetten om bij de studenten van de pechgeneratie (zij die gestudeerd hebben zonder basisbeurs) de rente op de studieleningen te verlagen.
Fiscaal bovenmatige pensioenregelingen
Ook een amendement over een regeling voor fiscaal bovenmatige pensioenregelingen is aangenomen.
Deelnemers kunnen in een theoretisch geval meer dan 100% pensioen opbouwen. Het gaat hier met name om de pensioenregeling voor kappers die afwijkend van de meeste regelingen in Nederland geen franchise kent. Hierdoor kunnen deelnemers over het hele inkomen pensioen opbouwen. Daarin speelt mee dat in deze sector de meeste werknemers een startsalaris hebben op of net boven het wettelijk minimumloon.
Met dit amendement wordt een regeling getroffen voor deze specifieke situatie waarbij artikel 38q, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt beperkt in de tijd en vervalt per 1 januari 2026.
Afbouwen IACK
Een amendement over het stapsgewijs afbouwen van de IACK en het uitstellen van de afschaffing tot 2027 is ook aangenomen.
Dit amendement implementeert een rechtvaardiger en logischer afbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) dan de afbouw die het kabinet vorig jaar heeft voorgesteld.
Dit amendement regelt twee zaken.
Allereerst bouwt het amendement de IACK af in negen stappen voor alle ouders die op basis van hun inkomens- en gezinssituatie recht hebben op de IACK, inclusief ouders van kinderen geboren na 31 december 2024.
Verder stelt het amendement de afschaffing van de IACK met twee jaar uit, van 2025 naar 2027. Hiermee wordt aangesloten bij het feit dat het nieuwe kinderopvangstelsel twee jaar vertraagd is en in 2027 ingaat.
Afschaffing buitenlandse partiële belastingplicht
Een andere amendement regelt de afschaffing van de buitenlandse partiële belastingplicht.
De buitenlandse partiële belastingplicht is een aanvullende fiscale faciliteit voor expats die gebruik maken van de 30%-regeling. Door deze faciliteit hoeven zij geen box 2 of 3 belasting te betalen over hun buitenlands kapitaalinkomen. Deze faciliteit is door de Belastingdienst aangemerkt als een “opmerkelijke belastingconstructie”.
Dit amendement schaft de buitenlandse partiële belastingplicht af. Hierbij geldt een overgangsregeling, waardoor de laatste expat nog uiterlijk tot en met 2026 gebruik kan maken van deze fiscale regeling. De opbrengsten vloeien terug naar de algemene middelen.
Accijnskorting op benzine, diesel en LPG blijft
Ook het amendement over het in stand houden van de accijnskorting op benzine, diesel en LPG is aangenomen.
De geplande accijnsverhoging van 1 januari 2024 zet de betaalbaarheid van vaste uitgaven voor veel gezinnen verder onder druk. Daarom stellen de indieners van dit amendement voor om deze accijnsverhoging voor benzine, diesel en LPG in 2024 niet door te laten gaan.
Bij ongewijzigd beleid had deze voorgenomen accijnsverhoging ertoe geleid dat 1 liter benzine met bijna 21 eurocent extra belast zou worden.
Met dit amendement wordt daarom deze prijsstijging voorkomen. De vanaf 1 juli 2023 geldende accijnskorting voor benzine, diesel en LPG wordt met dit amendement één jaar doorgetrokken en de reguliere verhoging (indexatie) per 1 januari 2024 wordt niet doorgevoerd.
Geen hogere vrije ruimte
Het amendement over verruiming van de vrije ruimte van 1,92 naar 5 procent in 2024 in de werkkostenregeling is verworpen.
Naast de amendementen zijn ook een aantal moties aangenomen waaronder de twee moties hierna.
Evaluatie expatregelingen in 2024
Zo is de motie over de evaluatie van expatregelingen zo snel mogelijk starten aangenomen.
In de motie staat het volgende:
constaterende dat de 30%-regeling volgens de planning pas in 2025 wordt geëvalueerd;
constaterende dat er twee aanvullende regelingen in samenhang met de 30%-regeling moeten worden bezien, te weten de gerichte vrijstelling voor extraterritoriale kosten en de partiële buitenlandse belastingplicht;
overwegende dat deze regelingen gezamenlijk zorgen voor een financiële
derving van 1,1 miljard euro per jaar;
overwegende dat deze regelingen als complex in de uitvoering worden bestempeld in het rapport Aanpak fiscale regelingen;
verzoekt de regering de evaluatie van deze expatregelingen zo snel mogelijk, en uiterlijk in 2024, te starten.
Uurbedrag vrijwilligersvergoeding indexeren
Ook de motie over het uurbedrag van de vrijwilligersvergoeding indexeren met de tabelcorrectiefactor is aangenomen.
In de motie staat het volgende:
constaterende dat van de vrijwilligersvergoeding de maximumbedragen per jaar en maand wel geïndexeerd worden, maar het uurbedrag niet;
van mening dat het ongewenst zou zijn als het hierdoor lastiger wordt voor mensen om vrijwilligers aan te trekken en vrijwilligerswerk te doen;
verzoekt daarom de regering om vanaf 2024 ook het uurbedrag te indexeren met de tabelcorrectiefactor.
Behandeling in Eerste Kamer
De plenaire behandeling van het pakket Belastingplan 2024 in de Eerste Kamer is voorzien voor 11 en 12 december 2023 en de stemmingen voor 19 december 2023.