Het Besluit terugbetaling looninkomsten van 30 mei 2023 beschrijft het fiscale beleid voor ten onrechte ontvangen looninkomsten en voor in eerste instantie terecht ontvangen looninkomsten die later op grond van een afdwingbare verplichting moeten worden terugbetaald. Dit besluit vervangt het besluit van 5 augustus 2009, nr. CPP2009/12183.
De wijzigingen ten opzichte van het besluit van 5 augustus 2009 zijn:
- Onderdeel 2 en 3 zijn samengevoegd in onderdeel 2. Hierin keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat ten onrechte ontvangen looninkomsten onder voorwaarden geacht worden niet te zijn genoten.
- Onderdeel 4 is vernummerd tot onderdeel 3. De verwijzing naar de Wet werk en bijstand is vervangen door een verwijzing naar de Participatiewet.
Ten onrechte ontvangen looninkomsten
Inkomstenbelasting wordt onder andere geheven over het door een belastingplichtige in een kalenderjaar genoten belastbare inkomen uit werk en woning. Ten onrechte ontvangen looninkomsten worden geacht niet te zijn genoten als belastingplichtige er binnen redelijke termijn blijk van heeft gegeven dat hij de ten onrechte ontvangen looninkomsten niet wil behouden. In dat geval is er dus geen sprake van belastbare looninkomsten.
Als belastingplichtige er niet binnen redelijke termijn blijk van heeft gegeven dat hij de ten onrechte ontvangen looninkomsten niet wil behouden, zijn die looninkomsten belast.
Aan de hand van de feiten en omstandigheden van het geval beoordeelt de inspecteur vervolgens of de feitelijke terugbetaling van deze looninkomsten kan kwalificeren als negatieve inkomsten.
Belastingnadeel
In situaties waarin de feitelijke terugbetaling plaatsvindt in een later kalenderjaar dan het kalenderjaar waarin de looninkomsten zijn genoten, kan door de progressie in het tarief van de inkomstenbelasting een belastingnadeel dan wel premienadeel (gezamenlijk: belastingnadeel) optreden ten opzichte van de situatie waarin de belastingplichtige de looninkomsten in het geheel niet zou hebben genoten. Ook kunnen nadelige gevolgen voor inkomensafhankelijke regelingen ontstaan, zoals de diverse toeslagen.
In situaties waarin de looninkomsten niet te kwader trouw zijn verkregen, acht de staatssecretaris het niet gewenst dat een belastingnadeel of een nadelig gevolg voor inkomensafhankelijke regelingen ontstaat. Daarom keurt de staatssecretaris het volgende goed met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule).
Goedkeuring
De staatssecretaris keurt onder de volgende voorwaarden goed dat de inspecteur ervan uitgaat dat de ten onrechte ontvangen looninkomsten geacht worden niet te zijn genoten.
Voor deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden:
- de belastingplichtige heeft de looninkomsten niet te kwader trouw verkregen;
- de belastingplichtige toont de inspecteur aan dat de looninkomsten volledig zijn terugbetaald; en
- de belastingplichtige past voor de terugbetaling van de looninkomsten geen enkele aftrek op het loon of inkomen toe. Als de aftrek al is toegepast verklaart belastingplichtige zich akkoord met het terugnemen van de aftrek.
Terugbetaling eerder ontvangen looninkomsten (Besluit terugbetaling looninkomsten)