
De werknemer moet een boete betalen van € 50.000. De kantonrechter heeft de oorspronkelijke boete van € 600.000 gematigd.
De werkgever vordert nakoming van de geheimhoudings-, concurrentie- en wervingsbedingen uit de tussen partijen bestaand hebbende arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft bedrijfsgevoelige informatie naar zijn privéadres gemaild. Hij is bij de directe concurrent van de werkgever in dienst getreden als trader, terwijl hem dat voor een periode van één jaar na uitdiensttreding verboden was. Ook heeft hij meerdere klanten en relaties benaderd en bediend en dit was voor een periode van maximaal drie jaar niet toegestaan.
Iedere overtreding van de bedingen leidt tot een nieuwe start van de respectievelijke periode dat de bedingen gelden. Als gevolg van deze overtredingen heeft de werknemer meerdere boetes verbeurd totaal oplopend tot een bedrag van € 1.006.500. Contractueel is deze dwangsom gemaximeerd tot € 1.000.000.
1 Concurrentie- en wervingsbeding
Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is het uitgangspunt dat een overeengekomen beding waarbij de werknemer wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is, omdat een werknemer dan ‘dubbel nadeel’ ondervindt.
Zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen
Deze hoofdregel lijdt slechts uitzondering als uit de bij het beding opgenomen schriftelijke motivering blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Deze afweging moet voor de werknemer kenbaar zijn. Dit betekent dat de zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen duidelijk moeten zijn omschreven, alsmede de reden waarom deze tot een uitzondering op de hoofdregel dwingen.
Schriftelijke motivering
De vraag die beantwoord moet worden is of de schriftelijke motivering van de werkgever aan de daaraan te stellen vereisten voldoet.
Uit vaste jurisprudentie volgt dat de door de wetgever verlangde motiveringsplicht ook een inhoudelijke beoordeling daarvan vergt, in die zin dat moet worden beoordeeld of het beding ook noodzakelijk is “ wegens zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen ”.
Te algemene bewoordingen
Een algemene opsomming van belangen als het voorkomen van weglekken van “kennis van klantenbestand” en “bedrijfsprocessen” volstaat daarmee niet, nu dit voor veel werkgevers/ondernemers relevant is en niet duidelijk maakt waarom juist de betrokken werkgever bescherming nodig heeft.
De kantonrechter is van oordeel dat de schriftelijke motivering in artikel 8 van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst niet voldoet aan de daaraan te stellen strenge eisen.
Het gestelde zwaarwegende bedrijfsbelang wordt in te algemene bewoordingen omschreven. Zo staat er dat de werknemer een cruciale plaats inneemt binnen het bedrijf en dat hij kennisneemt van ‘ trade secrets ’ en ‘highly sensitive and other competitively confidential information ’ van de hele groep van de werkgever.
Zonder inhoudelijke toelichting
Deze gegevens zouden van belang zijn voor de ‘viability ’ van het bedrijf en het daarom noodzakelijk maken om het bedrijfsbelang te beschermen. Dit zijn algemene termen zonder enige inhoudelijke toelichting. Dat deze termen en artikel 8 in zijn geheel mondeling zijn besproken en toegelicht aan de werknemer, waarna hij deze bedingen en het zwaarwegende bedrijfsbelang dat de werkgever stelt te hebben bij deze bedingen heeft geaccepteerd door ondertekening, doet daaraan niet af.
Uit dit artikel en uit de schriftelijke motivering volgt deze mondelinge toelichting immers niet. De nadere toelichting die op zitting is gegeven – nog daargelaten of die toelichting afdoende zou zijn – is evenmin relevant omdat die niet met zoveel woorden staat vermeld.
Onvoldoende specifiek
De kantonrechter acht de tekst onvoldoende specifiek en kenbaar toegesneden op de persoon van de werknemer.
De werkgever heeft ter zitting weliswaar gesteld dat per trader een individuele afweging wordt gemaakt, zoals het verschil in hoogte van de boetes en de duur van de bedingen al naar gelang de ervaring van een trader, maar die afweging is marginaal.
Hoewel in 8.2 enige omschrijving is gegeven om welke bedrijfsspecifieke informatie het gaat, wordt daarbij niet vermeld waarom de werknemer de directe concurrent hiermee een ongerechtvaardigde voorsprong kan geven, zodat het daarop gerichte concurrentiebeding absoluut noodzakelijk is.
Inherent aan vertrek
Het feit dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie ervaring opdoet en kennis over klanten, marges, strategieën en de hoogte van kosten en omzetten verkrijgt waar een nieuwe (concurrerende) werkgever profijt van kan hebben, is inherent aan het vertrek van een commerciële werknemer en een omstandigheid die in zijn algemeenheid voor alle werkgevers geldt.
Drie keer tijdelijk dienstverband
Daarbij komt dat de werkgever zelf ervoor heeft gekozen om tot driemaal toe een dienstverband voor bepaalde tijd aan te bieden, aan een werknemer die qua kennis en kunde kennelijk veel schade kan toebrengen aan het bedrijfsdebiet indien de werknemer naar een concurrent vertrekt.
Vernietiging bedingen
Het voorgaande leidt dan ook tot de conclusie dat het beroep van de werknemer op vernietiging van het concurrentie- en wervingsbeding wordt toegewezen. Dit betekent verder dat de vorderingen van de werkgever die gebaseerd zijn op deze twee bedingen zullen worden afgewezen.
2 Geheimhoudingsbeding
Partijen verschillen van mening of de werknemer het geheimhoudingsbeding heeft geschonden.
In het beding staat dat de werknemer geen (kopieën van) gegevens in bezit mag hebben die hij heeft ontvangen voor zijn werk, tenzij benodigd voor de uitoefening van zijn werk.
Documenten naar privémail
De werknemer heeft erkend op diverse data in de periode 13 februari 2020 tot en met 9 maart 2020 documenten naar zijn privémail te hebben verstuurd. Dit heeft hij gedaan in verband met de lockdown die was afgekondigd in het kader van de coronamaatregelen. Hij had deze documenten nodig voor het vanuit huis kunnen doorwerken voor de werkgever. Volgens de werknemer is er geen concurrentiegevoelige informatie bij concurrenten terechtgekomen. Tijdens de zitting heeft hij erkend dat hij die documenten tot op heden nog in zijn bezit heeft.
In strijd met geheimhoudingsbeding
De kantonrechter stelt vast dat de werknemer in strijd heeft gehandeld met het geheimhoudingsbeding door (kopieën van) de documenten naar zichzelf in privé te mailen. Dat hij dit heeft gedaan vanwege de lockdown in Nederland treft geen doel, omdat de lockdown pas 16 maart 2020 is ingegaan.
Altijd vanuit kantoor werken
Waarom de werknemer in de maand daarvoor al documenten naar zichzelf moest mailen wordt daarmee niet verklaard. Bovendien heeft de werkgever tijdens de zitting onweersproken gesteld dat het beleid binnen de werkgever was dat iedereen, in ieder geval de traders, altijd vanuit kantoor werkten. Dat het versturen van prijsinformatie en klantenbestanden naar zijn privémail dus noodzakelijk was voor de uitvoering van zijn werkzaamheden blijkt hier in elk geval niet uit.
Nog steeds documenten, ook na einde overeenkomst
Verder is vast komen te staan dat de werknemer het beding ook heeft overtreden doordat hij de documenten nog steeds onder zich heeft, terwijl de arbeidsovereenkomst al geruime tijd is beëindigd. Op grond hiervan kan geconcludeerd worden dat de werknemer het geheimhoudingsbeding meermalen heeft overtreden. Het gevorderde gebod om verder geen inbreuk meer te maken op het geheimhoudingsbeding is daarom toewijsbaar.
Matiging verbeurde boetes
De werkgever heeft de verbeurde boetes vastgesteld op een bedrag van € 600.000 (12 x € 50.000). De werknemer heeft zich op het standpunt gesteld dat de boetes onbillijk uitvallen, omdat dit vele malen zijn jaarsalaris betreft. De verbeurde boetes zijn bovendien buitensporig omdat ze niet in verhouding staan tot de geringe schade die er mogelijk uit voort is gekomen.
De werknemer is de verbeurde boetes verschuldigd, tenzij een matiging op zijn plaats is. De boete kan worden gematigd als de billijkheid dat klaarblijkelijk eist en als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij moet niet alleen worden gelet op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen. Tegen die achtergrond worden de verbeurde boetes gematigd tot een bedrag van € 50.000.
Geen informatie bij concurrent terecht gekomen
Daarbij weegt in het voordeel van de werknemer mee dat hij ten tijden van het versturen van de documenten in februari 2020 voor de werkgever werkzaam was en dat hij dat nog ruim een jaar daarna is geweest. Dat hij die informatie heeft gebruikt ten behoeve van de werkgever in plaats van voor een derde is dan ook aannemelijk. Het doel en de strekking van een geheimhoudingsbeding is dat wordt voorkomen dat vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie bij de concurrent terechtkomt vanwege de daaraan verbonden zakelijke risico’s. Gesteld noch gebleken is dat de informatie die de werknemer heeft verstuurd in die periode bij een concurrent terecht is gekomen.
Schadelijk voor bedrijfsdebiet niet aangetoond
Hoewel de werknemer nu wel bij een concurrent werkzaam is en hij nog steeds over deze documenten beschikt, heeft de werkgever niet, althans onvoldoende gesteld dat de informatie uit die documenten op dit moment nog steeds actueel is en dus schadelijk is voor het bedrijfsdebiet. Daarnaast heeft de werkgever de mogelijke schade, die voortvloeit uit schending van het geheimhoudingsbeding, niet concreet gemaakt.
De schadeberekeningen die zijn verstrekt, al dan niet mondeling tijdens de zitting, zagen eerst en vooral op de schendingen van de concurrentie- en wervingsbedingen en niet zozeer op het geheimhoudingsbeding. In het nadeel van de werknemer wordt meegenomen dat hij ondanks de sommaties van de werkgever de documenten niet eerder heeft verwijderd of heeft laten verwijderen.
Beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt de werknemer tot betaling aan de werkgever van een bedrag van € 50.000;
- gebiedt de werknemer om geen verdere inbreuk te maken op het tussen partijen overeengekomen geheimhoudingsbeding op straffe van een dwangsom van € 5.000 per overtreding met een maximum van € 50.000;
- vernietigt de concurrentie- en wervingsbedingen zoals tussen partijen overeengekomen in de arbeidsovereenkomst.
Uitspraak Rechtbank Den Haag, 23 mei 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:6326