Een andere klacht is dat de bedrijfsarts volgens de werknemer heeft geweigerd zijn medisch dossier aan hem te verstrekken.
Het tuchtcollege voor de gezondheidszorg overweegt dat de bedrijfsarts zich in het consult niet professioneel heeft opgesteld en de werknemer onheus heeft bejegend. Dit blijkt al uit de transcriptie van het gesprek, maar nog indringender uit de geluidsopname. Dat wordt ook erkend door de bedrijfsarts. De redenen die hij heeft aangevoerd om zijn “strategie” te rechtvaardigen, overtuigen niet.
Ook de wijze waarop de bedrijfsarts het verslag heeft gemaakt van het consult, doet evenmin in het geheel geen recht aan hetgeen daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De bedrijfsarts heeft vervolgens ook niet (inhoudelijk) gereageerd op de e-mail van de werknemer waarin hij zegt dat het verslag niet klopt en vreest voor een schorsing/korting van zijn uitkering. De klachten zijn gegrond. De bedrijfsarts krijgt een berisping van de tuchtrechter.
Consult bij bedrijfsarts
De werknemer heeft, na uitval door ziekte, een arbeidsconflict gekregen met zijn werkgever. Hij is op 3 mei 2016 voor de eerste keer op consult geweest bij de bedrijfsarts. Wanneer de werknemer aan de bedrijfsarts vraagt zich voor te stellen weigert de bedrijfsarts dat en blijft hij aanhoudend en in rap tempo vragen hoe het met de werknemer gaat. De werknemer antwoordt niet maar wil op zijn beurt eerst weten met wie hij van doen heeft. Het gesprek loopt uit de hand en de bedrijfsarts wijst de werknemer de deur.
Uitkering met 10% gekort
In het consultrapport, verzonden aan de werkgever, vermeldt de bedrijfsarts dat de werknemer medewerking weigert aan het consult en dat hij volhardt in de weigering vragen te beantwoorden. Het effect hiervan was onder meer dat het UWV de werknemer voor 10% heeft gekort op zijn uitkering. Hoe het gesprek precies is verlopen, is kenbaar uit een door de werknemer gemaakte geluidsopname en een transcriptie daarvan.
Bedrijfsarts verwijtbaar gehandeld?
De werknemer vindt dat de bedrijfsarts hem onheus en onprofessioneel heeft bejegend tijdens het consult.
De werknemer verwijt de bedrijfsarts dat:
- hij hem tijdens het consult van 3 mei 2016 onheus en onprofessioneel heeft behandeld; en
- heeft geweigerd om de werknemer zijn medisch dossier te verstrekken.
De bedrijfsarts meent dat er geen sprake is geweest van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
De vraag is of de bedrijfsarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende bedrijfsarts Verder geldt het uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.
1 Spreekuur niet juist verlopen
De bedrijfsarts wil vooropstellen dat het spreekuur niet juist is verlopen. Hij begrijpt dat het zijn taak is als bedrijfsarts om tijdens het spreekuur de rust te bewaren. Het is aan hem om te zorgen dat een spreekuur soepel verloopt en dit niet escaleert. Naar eigen zeggen heeft hij onvoldoende de-escalerend opgetreden, waardoor de gemoederen snel konden oplopen en het spreekuur uit de hand liep. Dit had niet mogen gebeuren. De bedrijfsarts had toen de werknemer hierom verzocht, zich moeten identificeren.
Heimelijk consult opgenomen
Op het moment dat de werknemer weigerde vragen te beantwoorden, had hij de-escalerend moeten optreden, geen stemverheffing moeten gebruiken en kalm moeten blijven. Aan de andere kant was het de werknemer volgens de bedrijfsarts er om te doen de regie van het gesprek over te nemen. Zijn naam was immers al bij hem bekend. De werknemer was er op uit om de bedrijfsarts te provoceren hetgeen blijkt uit het feit dat de werknemer heimelijk het consult heeft opgenomen. Dit getuigt van een bij voorbaat vijandige opstelling.
Strategie niet goed uitgepakt
De bedrijfsarts stelt dat hij niet over zich heen wil laten lopen en dat hij de regie van het gesprek moet bewaken, ook in het belang van de werknemer. Hij heeft tijdens het gesprek willen voorkomen dat de werknemer, zoals hij dat bij zijn vorige bedrijfsarts had gedaan en bij wie een intimiderende en geagiteerde houding van de werknemer bleek, het gesprek naar zijn hand zou zetten. Het is nooit de bedoeling geweest om de werknemer onder druk te zetten, laat staan een intimiderende indruk af te geven. De bedrijfsarts heeft een strategie gekozen die tot zijn spijt niet goed heeft uitgepakt.
Onprofessioneel opgesteld
Het college acht de klacht gegrond. De bedrijfsarts heeft zich in het consult niet professioneel opgesteld en de werknemer onheus bejegend. Dit blijkt al uit de transcriptie van het gesprek, maar nog indringender uit de geluidsopname. Dit wordt in feite ook erkend door de bedrijfsarts. De redenen die hij heeft aangevoerd om zijn “strategie” te rechtvaardigen, overtuigen niet. Daar komt bij dat ook de wijze waarop de bedrijfsarts het verslag heeft gemaakt van het consult, in het geheel geen recht doet aan hetgeen daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Niet gereageerd op mail werknemer
De bedrijfsarts heeft vervolgens evenmin (inhoudelijk) gereageerd op de e-mail van de werknemer waarin hij zegt dat het verslag niet klopt en vreest voor een schorsing/korting van zijn uitkering. Dat de bedrijfsarts niet heeft gereageerd omdat het niet zijn rol is zich te mengen in de discussie over de vraag of individuele werknemers al dan niet moeten worden gekort op hun uitkering, is onbegrijpelijk. Die discussie is immers veroorzaakt door zijn onjuiste verslaglegging. De bedrijfsarts had er ook voor kunnen kiezen geen verslag te maken en het consult “over te doen”. Opvallend is dat er nadien nog twee consulten zijn geweest met de werknemer en daar niet is gesproken over hetgeen is voorgevallen tijdens het consult van 3 mei 2016. Waarom de bedrijfsarts de kwestie op geen enkel moment met de werknemer heeft besproken is niet duidelijk geworden.
2 Medisch dossier niet verstrekken
Volgens de bedrijfsarts is de arbodienst, belast met het beheer en de afgifte van het medisch dossier van de werknemer. Verzoeken om het dossier te verkrijgen hebben hem ook niet bereikt, omdat de e-mails niet naar het e-mailadres van de bedrijfsarts zijn gezonden. Hij is naar aanleiding van de e-mails wel telefonisch benaderd door de arbodienst, en dat heeft kennelijk geresulteerd in de brief van 24 juni 2016 aan de werknemer, waarin aan de werknemer kenbaar is gemaakt op welke wijze zijn dossier kon worden opgevraagd. De in deze brief genoemde procedure moet worden gevolgd, in het belang van de werknemers omdat alleen zij de beschikking mogen krijgen over het dossier, aldus steeds de bedrijfsarts.
Niet verschuilen achter “de regels”
De bedrijfsarts gaat hier uit van een te formele beroepsopvatting. Nog daargelaten de vraag of de e-mails de bedrijfsarts wel of niet rechtstreeks hebben bereikt, had de bedrijfsarts er kennelijk wel weet van dat de werknemer vastliep bij het verkrijgen van het medisch dossier. Dit was nog voordat hij de begeleiding van de werknemer had overgedragen aan een andere bedrijfsarts (augustus 2016). Uit een e-mail van de werknemer van 5 juli 2016 blijkt bovendien dat hij op 28 juni 2016 bij een consult met de bedrijfsarts herhaaldelijk heeft verzocht om een kopie van het medisch dossier. Dit alles had reden voor de bedrijfsarts moeten zijn om zich niet te verschuilen achter “de regels” maar actief te bevorderen dat de werknemer zijn medisch dossier kreeg. Dit klachtonderdeel is gegrond.
Handelen bedrijfsarts ver onder de maat
De conclusie is dat de beide klachten gegrond zijn. Het handelen van de bedrijfsarts is ver onder de maat geweest. Hoewel de bedrijfsarts voor het consult van 3 mei 2016 weliswaar zijn excuses heeft aangeboden, heeft hij ook met een beschuldigende vinger naar de werknemer gewezen, niet alleen in het verweerschrift maar ook ter zitting, waar hij onder meer sprak van “obstructie” tijdens het consult door de werknemer. Dit roept de vraag op in hoeverre de bedrijfsarts daadwerkelijk heeft gereflecteerd op zijn handelen.
Wat betreft het medisch dossier had de bedrijfsarts actief zijn rol moeten pakken en de werknemer, die telkens nul op het rekest kreeg, moeten helpen met het krijgen van zijn medisch dossier. Het gaat (zeker in dit geval) niet aan slechts te verwijzen naar formele regels die de arbodienst hanteert.
Berisping
De verwijten zijn fors, maar omdat de bedrijfsarts niet eerder tegen een gegronde tuchtklacht is aangelopen, volstaat het college met het opleggen van de maatregel van berisping.