
In een voortgangsbrief gaat de minister in op de maatregelen om de mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van sociaal-medische beoordelingen te verkleinen en om invulling te geven aan de ambitie uit het coalitieakkoord om hardheden uit de WIA weg te nemen.
Voor de korte termijn treffen UWV en de minister een aantal tijdelijke en structurele maatregelen, die de mismatch op korte en middellange termijn moeten verkleinen.
Voor structurele oplossingen heeft Van Gennip de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) ingesteld, die advies aan het kabinet uitbrengt over een houdbaar stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid dat betaalbaar, uitvoerbaar en uitlegbaar is.
In het derde kwartaal van 2023 komt de minister met een nieuwe stand van zaken.
Vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling voor 60-plussers
In de brief van 26 augustus 2022 heeft de minister een tijdelijke buitenwettelijke maatregel aangekondigd waarbij 60-plussers een vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling kunnen krijgen zonder inzet van de verzekeringsarts, mits de werkgever en werknemer hiermee akkoord zijn.
Sinds 1 oktober 2022 voert UWV de tijdelijke werkwijze uit. De beelden over de eerste maanden tonen aan dat de maatregel op draagvlak van betrokken werknemers en werkgevers kan rekenen. Daarnaast zien we vanaf eind 2022 voor het eerst een minder grote toename van de achterstanden.
Een overgroot deel van de werknemers en werkgevers stemt in met een vereenvoudigde beoordeling en het percentage bezwaar- en beroepszaken is tot op heden zeer laag geweest, zo’n 1%
ten opzichte van ruim 20% bij reguliere WIA-(her)beoordelingen. Het lage percentage is mede verklaarbaar door het feit dat UWV eerst toestemming aan werknemer en werkgever vraagt om de vereenvoudigde beoordeling uit te voeren.
UWV hoort zowel van werknemers als werkgevers positieve geluiden over deze persoonlijke benadering, de eenvoudige en begrijpelijke wijze van beoordelen en het snel duidelijkheid hebben over het recht op een uitkering.
Naast de eerste positieve beelden, heeft UWV ook een belangrijk aandachtspunt gesignaleerd. Het percentage toegekende IVA-uitkeringen is namelijk gedaald voor de 60-plus doelgroep. Als dit komt doordat mensen die potentieel recht hebben op IVA door de vereenvoudigde beoordeling worden gemist, is dat niet wenselijk.
UWV heeft inmiddels waarborgen getroffen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen die in aanmerking komen voor een (niet-medische) IVA-uitkering worden onderkend en deze na een beoordeling ook ontvangen.
De eerste tekenen zijn positief over de effectiviteit van de maatregel, zodoende is ook het streven van de minister om in 2024 deze maatregel voor te zetten.
No-riskpolis vóór WIA-claimbeoordeling
Van Gennip hecht er aan dat mensen op geen enkele manier worden belemmerd om te blijven werken, of opnieuw aan het werk te gaan na de 104 weken wachttijd. Daarom helpt het dat
mensen die lang moeten wachten op een WIA-claimbeoordeling, meteen de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van een no-riskpolis. Dit behoort al tot de mogelijkheden.
UWV kan – op verzoek van de werknemer of zijn belanghebbende ex-werkgever – een no-riskpolis toekennen nadat de wachttijd van 104 weken is doorlopen en vóór de verlate WIA-claimbeoordeling. UWV beoordeelt vervolgens aan de hand van een aantal criteria of er een no-riskpolis kan worden toegekend. Daarnaast heeft UWV al eerder ingeregeld dat alle mensen die wachten op een WIA-claimbeoordeling, een telefonisch aanbod voor re-integratiedienstverlening ontvangen zodat direct na afloop van de 104 weken wachttijd re-integratie kan worden voortgezet of opgestart.
Aanpak WIA-hardheden
Het kabinet onderzoekt hoe hardheden in de WIA hervormd kunnen worden met oog voor uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en uitlegbaarheid. Op sommige punten pakt het stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid hard uit.
Loonloze tijdvakken in dagloonsystematiek
Een knelpunt binnen de dagloonsystematiek is dat loonloze tijdvakken in de WIA-referteperiode leiden tot een lager dagloon en daarmee tot een lagere uitkering
Met name het loonloze tijdvak dat veroorzaakt wordt door de toekenning van een WW-uitkering tijdens de WIA-referteperiode, wordt ervaren als een hardheid.
Een loonloos tijdvak door het ontvangen van WW-uitkering in de WIA referteperiode ontstaat doordat de WW-uitkering over de voorbije maand wordt uitgekeerd, dus na afloop van de kalendermaand waarin iemand geen inkomen meer heeft uit werk. In de regel ontvingen mensen die geen werk meer hebben, hun laatste salaris in de laatste kalendermaand waarin
zij nog werkten.
Door de opeenvolging van deze verschillende betaalmomenten, ontstaat een maand zonder inkomen: een loonloos tijdvak. Het meetellen van het loonloze tijdvak bij de berekening van het dagloon, maakt vervolgens dat het dagloon lager uitpakt, en op dat dagloon wordt de hoogte van de WIA-uitkering gebaseerd. Dit kan, gelet op de duur van de WIA-uitkering, een lange doorwerking hebben voor mensen. In de Voorjaarsnota 2023 zijn hiervoor middelen vrijgemaakt om dit knelpunt aan te kunnen pakken.
Verkennen drie beleidsopties
In de brief van 26 augustus 2022 heb ik aangekondigd drie beleidsopties, met een relatief groot effect op de benodigde capaciteit aan verzekeringsartsen, te zullen verkennen.
- Laten vervallen van het duurzaamheidscriterium en afschaffen van de IVA.
- Na vijf jaar volledige arbeidsongeschiktheid (WGA 80-100) duurzaamheid aannemen (aanpassen duurzaamheidscriterium).
- Voor mensen die werken alleen op basis van feitelijke verdiensten een schatting maken van hun arbeidsongeschiktheidspercentage, en niet ook op basis van een theoretische schatting.
Na een eerste verkenning concludeert de minister dat optie 3 de meest kansrijke optie is. Waar het beeld was dat het duurzaamheidscriterium afschaffen of aanpassen (optie 1 en 2) als relatief op zichzelf staande maatregel genomen kon worden, is zij na een verkenning tot de conclusie gekomen dat deze niet afzonderlijk van andere aspecten binnen het huidige stelsel kunnen worden uitgewerkt. Nadere uitwerking hiervan vergt fundamentele keuzes binnen het stelsel die zowel werkgevers als werknemers raken.
Theoretische inschatting laten vervallen
Om de achterstanden verder terug te dringen bereidt Van Gennip aanvullende maatregelen voor. Daarbij richt zij de capaciteit en focus nu eerst op één mogelijke maatregel. De optie om de theoretische schatting te laten vervallen en alleen op basis van feitelijke verdiensten het arbeidsongeschiktheidspercentage te bepalen, kan – afhankelijk van de verdere uitwerking – substantieel resultaat opleveren. Na een nadere verkenning lijkt deze optie te passen binnen het huidige stelsel.
Ook wordt met een dergelijke maatregel een WIA-hardheid aangepakt, gerelateerd aan het theoretische gehalte van de WIA-beoordeling. Mensen die werken ten tijde van de WIA-claimbeoordeling kunnen onder bepaalde voorwaarden namelijk beoordeeld worden op basis van hun feitelijke verdiensten, in plaats van middels de volledige WIA-beoordeling waarbij zowel een praktische als theoretische schatting plaatsvinden, inclusief een CBBS-onderzoek.
Beoordelen op verdiensten
In de Voorjaarsnota zijn tijdelijke middelen opgenomen om de maatregel ‘beoordelen op verdiensten’ op korte termijn nader uit te werken en in te voeren. UWV kan door deze maatregel voor uitkeringsgerechtigden die werken, het arbeidsongeschiktheidspercentage bepalen zonder theoretische schatting.
Daarbij verkent de minister samen met UWV of en hoe het aanvraagproces voor herbeoordelingen kan worden aangepast, en welke beleidsopties eraan bij kunnen dragen om vraaggestuurde herbeoordeling doelmatiger te kunnen oppakken.
Voortgangsbrief maatregelen sociaal-medisch beoordelen en WIA-hardheden