Een voorgestelde maatregel in de Fiscale Verzamelwet 2024 betreft een codificatie van een in onderdeel 2.2. van het Besluit heffingskortingen opgenomen goedkeuring. Deze goedkeuring ziet op het in de loonbelasting in aanmerking kunnen nemen van heffingskortingen voor uitgezonden ambtenaren.
Geen rekening houden met heffingskortingen
Voor de loonbelasting geldt dat een inhoudingsplichtige bij de berekening van de verschuldigde belasting voor werknemers die niet in Nederland en ook niet in de zogenoemde landenkring wonen geen rekening mag houden met de heffingskortingen.
Als de werknemer niet in Nederland, maar wel in de landenkring woonachtig is, mag alleen rekening worden gehouden met de arbeidskorting. Dit geldt ook voor uitgezonden ambtenaren.
Behandeld als binnenlands belastingplichtigen
In de Wet IB 2001 is voor uitgezonden ambtenaren een fictie opgenomen op basis waarvan deze
geacht worden in Nederland te wonen. Hierdoor worden uitgezonden ambtenaren voor de
toepassing van de Wet IB 2001 behandeld als binnenlandse belastingplichtigen en hebben zij onder
voorwaarden recht op de heffingskortingen.
Aangemerkt als in buitenland woonachtige werknemers
In de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) is een dergelijke woonplaatsfictie vooralsnog niet opgenomen, waardoor uitgezonden ambtenaren voor de loonbelasting worden aangemerkt als in het buitenland woonachtige werknemers en er voor de loonbelasting dus geen of slechts gedeeltelijk rekening mag worden gehouden met de heffingskortingen.
Volledig rekening houden met heffingskortingen
In onderdeel 2.2. van het Besluit heffingskortingen is met toepassing van de hardheidsclausule goedgekeurd dat ook voor de loonbelasting volledig rekening mag worden gehouden met de heffingskortingen, omdat bij de inhouding van loonbelasting al vaststaat dat uitgezonden ambtenaren in de IB recht hebben op toepassing van de heffingskortingen.
Deze goedkeuring geldt niet alleen voor uitgezonden ambtenaren, maar ook voor hun fiscale partners en hun in belangrijke mate door hen onderhouden kinderen die jonger zijn dan 27 jaar.
Zelfde woonplaatsfictie als in IB
Met de voorgestelde codificatie van de goedkeuring wordt binnen de Wet LB 1964 eenzelfde
woonplaatsfictie voor dezelfde groep personen gehanteerd als geldt in de IB waardoor ook voor de
loonbelasting voor die groep rekening mag worden gehouden met de heffingskortingen.
Artikel 20 Wet LB 1964
De Fiscale Verzamelwet 2024 wijzigt artikel 20 van de Wet op de loonbelasting 1964.
Aan artikel 20 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Een werknemer die op grond van artikel 2.2, tweede of derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 geacht wordt in Nederland te wonen, wordt ook voor de toepassing van het derde en vierde lid geacht in Nederland te wonen.
De wijziging treedt per 1 januari 2024 in werking.
Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2024
Memorie van toelichting bij Wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024