
Je moet een personeelsnummer in de aangifte loonheffingen vermelden als je geen burgerservicenummer (bsn) van de werknemer hebt.
Vraag
Voor een werknemer die geen bsn kan verstrekken, pas je het anoniementarief toe. Welke stelling hierover is juist?
- Als een werknemer geen bsn heeft vanwege een vertraagde behandeling door de gemeente, moet je altijd het anoniementarief toepassen.
- Je mag een fictief bsn vermelden in de aangifte als je geen bsn hebt.
- Je moet een personeelsnummer in de aangifte vermelden als u geen bsn hebt.
- Als geen sprake meer is van een anonieme werknemer, mag je eerdere aangiftetijdvakken waarin je het anoniementarief hebt toegepast, niet corrigeren.
Toelichting juiste stelling
Stelling 3
Als je geen bsn hebt, moet je een personeelsnummer in de aangifte vermelden. Dit nummer vermeld je in de rubriek ‘Personeelsnummer’.
Toelichting onjuiste stellingen
Stelling 1
Als je kunt aantonen dat de werkgever en de werknemer geen invloed hebben op het ontbreken van het bsn, hoef je het anoniementarief niet toe te passen. Een voorbeeld hiervan is een vertraagde behandeling door de gemeente.
Bij twijfel kun je de Belastingdienst om toestemming vragen om het anoniementarief achterwege te laten. Stuur hiervoor een schriftelijk verzoek naar het betreffende belastingkantoor.
Stelling 2
Je mag nooit een fictief bsn in de aangifte vermelden. Dit fictieve bsn is mogelijk een bestaand bsn van een ander persoon. Op een ‘makkelijk’ bsn staan soms meer dan 100 inkomstenverhoudingen.
Stelling 4
Vanaf 2023 mag je, na ontvangst van het bsn, de eerdere inhouding van het anoniementarief herstellen. Dit kan alleen binnen hetzelfde kalenderjaar. Je moet dan correcties voor de eerdere aangiften van dat jaar verzenden.
Tot en met 2022 mag je eerdere aangiftetijdvakken waarin je het anoniementarief hebt toegepast, niet corrigeren. De werknemer kan via de aangifte inkomstenbelasting de te veel ingehouden loonheffing verrekenen of terugkrijgen.
Bron: Forum Salaris