
Uiterlijk op de eerste werkdag van de werknemer moet hij bepaalde gegevens aan de werkgever verstrekken, zoals het burgerservicenummer (bsn). Krijgt de werkgever het bsn niet, of heeft de werknemer geen bsn? Dan moet je volgens de hoofdregel het anoniementarief toepassen.
Soepel standpunt op hoofdregel
Als het ontbreken van het bsn buiten de invloedsfeer van de werkgever of de werknemer ligt, zoals een vertraagde behandeling door de gemeente, geldt een soepel standpunt op de hoofdregel. Als je dat kunt aantonen, kun je toepassing van het anoniementarief achterwege laten. Bij twijfel kun je de Belastingdienst schriftelijk vragen om instemming dat je het anoniementarief niet toepast.
Reguliere tarief
Als de werknemer de werkgever niet zijn volledige of juiste gegevens heeft opgegeven, zoals zijn naam, adres of bsn, moet je het anoniementarief van 52% toepassen. Zie Handboek Loonheffingen, paragraaf 2.6.
Als de werknemer jou in de loop van het jaar alsnog de volledige/juiste gegevens aanlevert, pas je vanaf dat moment het reguliere tarief toe. Je mag tot en met 2022 eerdere inhouding op basis van het anoniementarief niet herstellen. De werknemer kan deze inhouding later verrekenen via zijn aangifte inkomstenbelasting, wat voor hem dan kan leiden tot een teruggaaf.
Herstellen
Met ingang van 1 januari 2023 mag je – na ontvangst van de volledige/juiste gegevens – eerdere inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen tegen het anoniementarief wel herstellen, voor zover je die in hetzelfde jaar hebt gedaan. Je moet dan correcties voor de eerdere aangiften van dat jaar verzenden.
Voorbeeld herstel
Een werknemer komt op 1 maart in dienst. Hij verstrekt jou geen bsn. Je past daarom het anoniementarief van 52% toe. Zijn bruto maandloon is € 1.000. Je hebt van maart tot en met juli telkens € 520 ingehouden. Begin augustus geeft hij jou alsnog zijn bsn. Vanaf de eerstvolgende loonbetaling pas je de tijdvaktabel toe. De inhouding bij een maandloon van € 1.000 is (indicatief als voorbeeld) € 8. Je mag correcties verzenden voor de tijdvakken maart tot en met juli. Dat doe je bij de aangifte over augustus.
Die correcties houden in dat je voor die 5 aangiften € 520 – € 8 = € 512 kunt verrekenen met de aangifte over augustus. Dit bedrag van (5 x € 512 =) € 2.560 verreken je netto met de werknemer. Je hebt dit bedrag achteraf gezien immers minder ingehouden.